Zoekresultaten 34001-34010 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12142

    Klager verwijt verweerder, arts, dat hij zich als bedrijfsarts heeft uitgegeven zonder dat te zijn, dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming medische gegevens over klager aan de werkgever te verschaffen, en dat klager lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen door klager werkzaamheden te laten verrichten tegen het advies van de deskundige. Klacht deels ongegrond. Waarschuwing met publicatie van de maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:32 Raad van Discipline Arnhem 13-23

    Klacht: In een telefoongesprek met een derde zijn geheimhoudingsplicht jegens klager geschonden door aan deze derde dossierinformatie te verstrekken en zich tegenover hem uit te laten over de te verwachten uitkomst van een nog te houden zitting. Oordeel: verweerder had zich meteen toen hij gebeld werd dienen te realiseren dat hij niet zonder eerst van zijn cliënt expliciet toestemming te hebben gekregen over klagers zaak mocht spreken. Klacht gegrond. De raad twijfelt er niet aan dat verweerder gehandeld heeft om de belangen van klager en zijn vennootschappen zo goed mogelijk te dienen. De raad hecht tevens waarde aan het feit dat niet gebleken is dat als gevolg van de mededelingen van verweerder daadwerkelijk meer informatie dan voor klager wenselijk was bij de wederpartij terecht is gekomen. De raad ziet daarom af van oplegging maatregel.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:12 Accountantskamer Zwolle 12/2446 Wtra AK

    Het is niet verenigbaar met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure dat een klager een klacht die haar grondslag vindt in een bepaald feitencomplex bij de tuchtrechter indient, terwijl dit feitencomplex reeds ten tijde van de behandeling van een eerdere door dezelfde klager ingediende klacht bij deze klager bekend was of had kunnen zijn en niet is gebleken van nieuwe, relevante feiten welke een nieuwe tuchtrechtelijke beoordeling zouden rechtvaardigen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:30 Raad van Discipline Amsterdam 13-076DH

    Klacht tegen eigen advocaat. Advocaat is specifieke instructie over infomeren van klager over financiële stand van zaken niet nagekomen. Tevens heeft advocaat miskend dat hij de cliënt zonder meer op de hoogte hoort te houden van belangrijke (financiële) afspraken. Onderdeel gegrond. Klachtonderdelen ongegrond voor zover zij zien op de behandeling van het hoger beroep, het advies om de aansprakelijkheidsvraag los te koppelen van de schade en de inhoud van de akte houdende uitlating productie. Advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de aanpak van de zaak. Wél moet de advocaat zijn cliënt duidelijk maken hoe hij te werk wil gaan en, als van de gekozen strategie wordt afgeweken, dat met de cliënt bespreken. Advocaat bij herhaling met klager gesproken over het opstarten van een bodemprocedure. Zonder overleg niet gedaan. Advocaat heeft de akte niet vooraf met klager besproken en zonder overleg met klager ingestemd met een nader uitstel wederpartij. Tot één werkdag voor het verstrijken van de cassatietermijn geen contact met klager opgenomen. Verweerder is aldus tekort geschoten in de van hem te verlangen communicatie met klager/onvoldoende zorg. Klachtonderdelen gegrond. Advocaat heeft 23 juni 2005 aangemerkt als schadedatum. Door op 22 oktober 2010 een stuitingsexploot uit te brengen, heeft advocaat naar het oordeel van de raad kennelijk onjuist opgetreden. Klachtonderdeel gegrond. Volgt berisping.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:39 Raad van Discipline Arnhem 12-111

    Niet is komen vast te staan dat verweerder, in zijn hoedanigheid van deken, valselijk en in strijd met de waarheid de griffie van het hof van discipline heeft gewezen op een e-mailbericht waarin verweerder om uitstel van een zitting heeft verzocht. Verweerder heeft aangevoerd dat om hem onverklaarbare redenen de e-mail in kwestie kennelijk niet is verstuurd en niet teruggevonden kon worden. Het opduiken van de e-mail circa 8 maanden later is eveneens onverklaarbaar en kan evenmin dwingend tot de door klager gestelde gevolgtrekking leiden. De raad wijst het verzoek tot het horen van getuigen af.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12212

    Klager verwijt verweerder, arts, dat het door verweerder opgestelde advies niet op juiste wijze tot stand is gekomen omdat hij niet de actuele situatie van klager heeft beoordeeld. Voorts bevat het advies een aantal onjuistheden. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2013:4 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 12-34

    Op 4 november 1999 is de vader van klaagster overleden. Vervolgens is op 23 februari 2004 de moeder van klaagster overleden. Klaagster en haar twee zusters zijn de erfgenamen. Tot op heden zijn beide boedels niet afgewikkeld.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:33 Raad van Discipline Arnhem 13-29

    Kern van de klacht: verweerder heeft klagers willen dwingen tot betaling van door hem gemaakte kosten ter verdediging tegen een eerdere klacht van klager tegen verweerder. Oordeel: De wettelijke regeling van het advocatentuchtrecht impliceert dat in beginsel elk handelen en nalaten van de advocaat voor tuchtrechtelijke toetsing in aanmerking kan komen, indien tenminste de klager bij een zodanige toetsing belang heeft. Met dit stelsel valt niet te verenigen dat de beklaagde advocaat tracht de kosten die voor hem of haar gemoeid zijn met de behandeling van een klacht wegens onrechtmatige daad te verhalen op de klager. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden zou dat anders kunnen zijn, bijvoorbeeld indien het indienen van de klacht als zodanig als onrechtmatig bestempeld moet worden. Daarvan is in dit geval in het geheel geen sprake. Gegrond, enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:40 Raad van Discipline Arnhem 12-207

    Verweerster handelde tuchtrechtelijk verwijtbaar door klager niet in te lichten dat de zitting zou worden waargenomen door een andere advocaat en de zaak niet naar behoren over te dragen aan de waarnemend advocaat. Onvoldoende met klager het belang van door hem ingebrachte stukken besproken. Verzet gegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2013:5 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 13-07

    Klager stelt rechthebbende te zijn op het pand. Klager verwijt de notaris dat hij zijn medewerking heeft verleend aan de executieveiling door de tweede hypotheekhouder [Y] op het pand [adres A]. Volgens klager was de vordering die de ex-vrouw had op [X] al lang afgelost. De notaris had zich hiervan moeten vergewissen. Ook was het pand middels een koopovereenkomst, nota bene door de notaris zelf opgesteld, verkocht aan klager. Verder verwijt klager de notaris dat hij niet heeft meegewerkt aan het verzoek van klager om de getekende koopovereenkomst van 25 maart 2009 in de openbare registers in te schrijven.