Zoekresultaten 32931-32940 van de 44668 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:140 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.184
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 12-11-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:140
Klacht tegen arts maatschappij en gezondheid. De arts heeft in opdracht van een door klager ingeschakelde advocaat een advies uitgebracht over de haalbaarheid van het starten van een procedure over een deskundigenbericht betreffende de dochter van klager. Klager verwijt de arts - onder meer - dat hij een onjuist advies heeft uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het advies van de arts niet voldoet aan de daarvoor volgens vaste jurisprudentie geldende criteria en legt de arts de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2013:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1382
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 11-11-2013
- ECLI:NL:TGZREIN:2013:42
Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij binnen hun behandelrelatie een seksuele relatie met haar is aangegaan, waarbij hij misbruik heeft gemaakt van haar kwetsbaarheid en afhankelijkheidspositie. Verweerder heeft onvoldoende in acht genomen dat de positie van behandelaar en patiënt in een behandelrelatie niet als gelijkwaardig kan worden beschouwd. Verweerder had aan klaagster meteen duidelijk moeten maken dat haar gevoelens niet beantwoord konden worden. Afkoelingsperiode van twee dagen is te kort. Tijdens klaagsters zwangerschap had van verweerder zich actiever en behulpzamer moeten opstellen. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.113
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 12-11-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:141
Klacht tegen arts, werkzaam als medisch adviseur bij CIZ. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen een indicatiebesluit van het CIZ met betrekking tot de geïndiceerde zorg voor de dochter van klager. De arts heeft naar aanleiding van dat bezwaar advies uitgebracht. Klager verwijt de arts dat hij eigenstandig en op onzorgvuldige wijze tot een andere conclusie en diagnose komt dan de behandelaars van zijn dochter. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als ongegrond af en het beroep van klager wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2013:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1333
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 11-11-2013
- ECLI:NL:TGZREIN:2013:43
Klager verwijt zijn huisarts dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en onnodig lang heeft gewacht met doorverwijzen naar een specialist, waardoor klager blijvend gehandicapt is geraakt. V erweerder heeft bij ieder contact adequaat gehandeld in zijn anamneses, onderzoeken en ook in zijn diagnostiek. Het lag voor de hand om te denken aan een diabetes gerelateerde diagnose, en niet aan een haemangioom. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:142 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.320
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 14-11-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:142
Tien klagers hebben tegen een tandarts klachten ingediend over het verrichten van niet geïndiceerde behandelingen, de onzorgvuldige behandelwijze, onjuiste wijze van declareren en de gebrekkige nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft in tien afzonderlijke beslissingen de klachten in alle zaken grotendeels gegrond verklaard, waarbij het Regionaal Tuchtcollege in een beslissing van één zaak aan de tandarts de maatregel van doorhaling heeft opgelegd en bij de overige beslissingen naar de in deze zaak opgelegde maatregel heeft verwezen. De tandarts heeft hoger beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege heeft de klachten grotendeels gegrond verklaard en de maatregel van doorhaling gehandhaafd met dit verschil dat het Centraal Tuchtcollege de maatregel heeft opgelegd in één beslissing betreffende alle zaken.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2013:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 101/2013
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 15-11-2013
- ECLI:NL:TGZRZWO:2013:51
Klacht tegen huisarts gegrond. Omtrent verzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming is artikel 10 van de KNMG-Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van toepassing. Verweerder had dan wel contact op moeten nemen ten einde bij voorkeur toestemming van klager te verkrijgen, dan wel zich moeten vergewissen van de toestemming van klager aan de Raad, omdat verweerder ook informatie gaf over klager zelf en de opvoedings- en gezinssituatie van klagers kinderen en daarbij niet alleen feitelijkheden maar ook waardeoordelen heeft gedeeld met de Raad .
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2013:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 175/2013
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 15-11-2013
- ECLI:NL:TGZRZWO:2013:52
Klacht Inspectie tegen een arts. Medeplegen poging tot moord op ex-echtgenote en brandstichting is volgens Inspectie schending van de tweede tuchtnorm. Inspectie niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2013:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 089/2012
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 15-11-2013
- ECLI:NL:TGZRZWO:2013:53
Klager als ex-echtgenoot ontvangen in zijn klacht betreffende patiënte nu patiënte hiermee (schriftelijk) heeft ingestemd. Het besluit van verweerster om af te zien van het afgeven van een geneeskundige verklaring ter inleiding van een IBS kan de marginale toets, zoals het college dient te hanteren, doorstaan.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2013:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 076/2012
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 15-11-2013
- ECLI:NL:TGZRZWO:2013:54
Klacht tegen arts, tot bijna negen jaar geleden werkzaam als psychiatrisch behandelaar. Trilafon in verband met mogelijke ontremming bij klager is geen verdedigbare keus, zeker niet nu de clomipramine niet is afgebouwd. Magere dossiervoering. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:139 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.294
- Datum publicatie: 15-11-2013
- Datum uitspraak: 12-11-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:139
Klacht: De moeder van klaagster, patiënte, is door verweerder, orthopedisch chirurg, na een collumfactuur in de linkerheup geopereerd. Er werd een totale heupprothese geplaatst. Deze prothese is ca. 3 weken later door een collega van verweerder operatief vervangen door een nieuwe prothese. Ca. 9 maanden daarna is deze prothese verwijderd i.v.m. chronische infectie en luxatie van de totale heupprothese. Ca. 3 weken na deze laatste ingreep is patiënte aan een hartstilstand overleden. Klaagster verwijt verweerder gebrekkige nabehandeling, meer in het bijzonder verwijt zij verweerder dat 1. Patiënte door zijn nalatigheid een naar ziekbed heeft gehad; 2. Dit voorkomen had kunnen worden als verweerder adequaat had gereageerd op de eerste openbarsting van het abces, bijv. door spoelen of verwijderen van de heupprothese; 3. Als gevolg van zijn handelen/nalaten patiënte zo verzwakt was dat zij is overleden. RTG Amsterdam: Klachtonderdelen 1 en 2 gegrond. Klachtonderdeel 3 ongegrond. Berisping. Het CTG heeft de beslissing van het RTG bevestigd, zij het op andere gronden, en heeft de lichtere maatregel van waarschuwing opgelegd.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3293
- Pagina: 3294
- Pagina: 3295
- ...
- Pagina: 4467
- Volgende pagina zoekresultaten