Zoekresultaten 33071-33080 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1333

    Klager verwijt zijn huisarts dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en onnodig lang heeft gewacht met doorverwijzen naar een specialist, waardoor klager blijvend gehandicapt is geraakt. V erweerder heeft bij ieder contact adequaat gehandeld in zijn anamneses, onderzoeken en ook in zijn diagnostiek. Het lag voor de hand om te denken aan een diabetes gerelateerde diagnose, en niet aan een haemangioom. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:142 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.320

    Tien klagers hebben tegen een tandarts klachten ingediend over het verrichten van niet geïndiceerde behandelingen, de onzorgvuldige behandelwijze, onjuiste wijze van declareren en de gebrekkige nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft in tien afzonderlijke beslissingen de klachten in alle zaken grotendeels gegrond verklaard, waarbij het Regionaal Tuchtcollege in een beslissing van één zaak aan de tandarts de maatregel van doorhaling heeft opgelegd en bij de overige beslissingen naar de in deze zaak opgelegde maatregel heeft verwezen. De tandarts heeft hoger beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege heeft de klachten grotendeels gegrond verklaard en de maatregel van doorhaling gehandhaafd met dit verschil dat het Centraal Tuchtcollege de maatregel heeft opgelegd in één beslissing betreffende alle zaken.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 101/2013

    Klacht tegen huisarts gegrond. Omtrent verzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming is artikel 10 van de KNMG-Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van toepassing. Verweerder had dan wel contact op moeten nemen ten einde bij voorkeur toestemming van klager te verkrijgen, dan wel zich moeten vergewissen van de toestemming van klager aan de Raad, omdat verweerder ook informatie gaf over klager zelf en de opvoedings- en gezinssituatie van klagers kinderen en daarbij niet alleen feitelijkheden maar ook waardeoordelen heeft gedeeld met de Raad .

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 175/2013

    Klacht Inspectie tegen een arts. Medeplegen poging tot moord op ex-echtgenote en brandstichting is volgens Inspectie schending van de tweede tuchtnorm. Inspectie niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 089/2012

    Klager als ex-echtgenoot ontvangen in zijn klacht betreffende patiënte nu patiënte hiermee (schriftelijk) heeft ingestemd. Het besluit van verweerster om af te zien van het afgeven van een geneeskundige verklaring ter inleiding van een IBS kan de marginale toets, zoals het college dient te hanteren, doorstaan.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 076/2012

    Klacht tegen arts, tot bijna negen jaar geleden werkzaam als psychiatrisch behandelaar. Trilafon in verband met mogelijke ontremming bij klager is geen verdedigbare keus, zeker niet nu de clomipramine niet is afgebouwd. Magere dossiervoering. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:139 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.294

    Klacht: De moeder van klaagster, patiënte, is door verweerder, orthopedisch chirurg, na een collumfactuur in de linkerheup geopereerd. Er werd een totale heupprothese geplaatst. Deze prothese is ca. 3 weken later door een collega van verweerder operatief vervangen door een nieuwe prothese. Ca. 9 maanden daarna is deze prothese verwijderd i.v.m. chronische infectie en luxatie van de totale heupprothese. Ca. 3 weken na deze laatste ingreep is patiënte aan een hartstilstand overleden. Klaagster verwijt verweerder gebrekkige nabehandeling, meer in het bijzonder verwijt zij verweerder dat 1. Patiënte door zijn nalatigheid een naar ziekbed heeft gehad; 2. Dit voorkomen had kunnen worden als verweerder adequaat had gereageerd op de eerste openbarsting van het abces, bijv. door spoelen of verwijderen van de heupprothese; 3. Als gevolg van zijn handelen/nalaten patiënte zo verzwakt was dat zij is overleden. RTG Amsterdam: Klachtonderdelen 1 en 2 gegrond. Klachtonderdeel 3 ongegrond. Berisping. Het CTG heeft de beslissing van het RTG bevestigd, zij het op andere gronden, en heeft de lichtere maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1346a

    Klager verwijt de huisarts dat hij de klachten van hun zoontje niet serieus heeft genomen, dat hij hem niet lichamelijk heeft onderzocht en dat hij hem te laat heeft doorverwezen naar een specialist. De afweging van verweerder om het zoontje niet lichamelijk te onderzoeken was niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De voorgeschreven medicatie is bij een dergelijk beeld gebruikelijk en voldoende staat vast dat er aandacht is geweest voor een vervolg. Geen behandelaar in de betreffende periode. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1346b

    Klager verwijt de huisarts dat hij zich niet heeft ingelezen voorafgaand aan het consult van zijn zoontje en dat hij klager en zijn vrouw tijdens het consult onheus heeft bejegend en onfatsoenlijk te woord heeft gestaan. Verweerder heeft weliswaar niet juist gehandeld, maar alles in aanmerking genomen, mede gelet op de meermalen aangeboden excuses, is de verwijtbaarheid niet zodanig dat een tuchtrechtelijke correctie op zijn plaats is. Uiteenlopende lezingen met betrekking tot het inlezen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2013:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 13-25

    Er is een negatieve bewaringspositie ontstaan als gevolg van een frauduleuze overboeking van € 500.000 door een collega van de notaris naar zijn eigen privérekening.