Zoekresultaten 1-2 van de 2 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:84 Hof van Discipline 's Gravenhage 230105

    Klacht tegen advocaat wederpartij over gevoerde correspondentie. Verweerder heeft schoonfamilie van klager gemaild met verzoek om informatie. In dat bericht heeft hij vertrouwelijke en gevoelige informatie over klager opgenomen en niet duidelijk gemaakt dat hij niet de advocaat van klager, maar de advocaat van de wederpartij was. De raad achtte dit klachtonderdeel gegrond en een ander klachtonderdeel ongegrond. Dat laatste ging over een bericht van verweerder aan de advocaat van klager, dat de raad desondanks wel als ‘ongepast, niet respectvol en ongevoelig’ gekwalificeerde. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad op beide klachtonderdelen. Het hof acht beide klachtonderdelen gegrond en verzwaart de opgelegde maatregel (berisping) tot vier weken voorwaardelijke schorsing, mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2022:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-686/DH/DH

    Klacht over feitenonderzoek door advocaat. Verweerster heeft in opdracht van klaagsters werkgever een zogenaamd feitenonderzoek verricht in een arbeidsrechtelijke kwestie, terwijl feitelijk sprake was van een zedenzaak. Er is veel misgegaan voor, tijdens en na het onderzoek: zo is klaagster voorafgaand en tijdens het onderzoek op geen enkel moment geïnformeerd over het doel en de werkwijze van het onderzoek en haar rechten en mogelijkheden in het onderzoek, terwijl het onderzoek verstrekkende (arbeidsrechtelijke) gevolgen voor haar kon hebben en uiteindelijk ook heeft gehad. Verder is klaagster niet op de hoogte gestelde van de uitbreiding van het onderzoek en is een gesprek met klaagster op sturende wijze gevoerd. Ook heeft verweerster een conceptrapport opgesteld dat tendentieus, selectief en eenzijdig belicht is. Verweerster heeft onzorgvuldig, ondeskundig en onvoldoende integer gehandeld en klaagsters belangen op meerdere momenten nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad. Gelet op onder meer het feit dat sprake is van een opeenstapeling van opvolgende fouten en onzorgvuldigheden in een gevoelig (zeden)onderzoek en de impact van het handelen op klaagster legt de raad, ondanks dat verweerster nog maar kort advocaat-stagiaire was, een voorwaardelijke schorsing van twee weken op.