Zoekresultaten 18891-18900 van de 44790 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:31 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-530/DB/ZWB 17-798/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 05-03-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:31
Betreft optreden advocaat van de wederpartij. Niet gebleken is dat advocaat onjuiste feiten heeft geponeerd, met als doel de rechter te misleiden. Verwijzing naar kinderontvoering gelet op rechterlijke uitspraak waarbij het hoofdverblijf van de minderjarige bij de cliënte van de advocaat was bepaald en de minderjarige daarna door klager is meegenomen naar het buitenland zonder vermelding van de verblijfplaats niet nodeloos grievend. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:213 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-176
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 04-12-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:213
Beslissing op verzet. Klacht over eigen advocaat inzake kwaliteit dienstverlening. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-090/DB/OB
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 22-02-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:25
Het staat een deken vrij om onderzoek te doen naar de praktijkvoering van een advocaat. Client kan hierover geen klacht indienen. NIet gebleken van onrechtmatige samenspanning. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk en ged. kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2018:14 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-762
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 19-02-2018
- ECLI:NL:TADRARL:2018:14
Dekenklacht tegen advocaat die zich eind 2017 van het tableau heeft laten schrappen. Verweerder heeft op verschillende momenten ondeskundig en (financieel) onzorgvuldig jegens zijn cliënte gehandeld in haar geschil met de belastingdienst na de intrekking van diverse toeslagen. Gebleken onbekendheid van verweerder met wettelijke afwijzingsgronden van de verzochte toevoeging in deze specifieke zaak. Risico van afwijzing toevoegingsaanvraag niet vooraf met cliënte besproken. Daarnaast onvoldoende zijn verantwoordelijkheid genomen om, ondanks de haast van zijn cliënte, haar niet te wijzen op de opschortende werking van het indienen van bezwaar, meteen de toevoeging aan te vragen en zijn cliënte, gelet op haar financiële zorgelijke situatie, te adviseren om eerst de toevoegingsaanvraag af te wachten. Gelet op het door de raad aan verweerder gemaakte tuchtrechtelijk verwijt dat hij ten onrechte voor cliënte een toevoeging voor de belastingkwestie heeft aangevraagd en mede gelet op de positieve verwachtingen die hij bij verlening daarvan bij zijn cliënte heeft gewekt, heeft verweerder door verzending van zijn declaratie op 13 juni 2017 aan de cliënte voor het gelet op de draagkracht van cliënte toch wel aanzienlijke bedrag van € 5.945,94 gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt. De raad verwijt verweerder dat temeer nu hij wist of had moeten weten dat zijn cliënte dat bedrag nimmer zou kunnen voldoen. In strijd met de eis van integer handelen. Daarnaast heeft verweerder niet de in gedragsregel 27 lid 4 vereiste behoedzaamheid in acht genomen jegens zijn cliënte door bij uitblijven van betaling van de declaratie door haar te weigeren om de beschikking tot scheiding van tafel en bed, waarvoor een aparte toevoeging werd verleend, in te schrijven. Sprake van onbetamelijk gedrag in communicatie met cliënte en met de deken. Voorwaardelijke schorsing van 12 weken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2018:37 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-726-DH/NH-c
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 05-03-2018
- ECLI:NL:TADRSGR:2018:37
klacht ingediend na ommekomst van de vervaltermijn; klacht niet-ontvankelijk
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:214 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1168
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 04-12-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:214
Beslissing op verzet. Klacht over (voormalig) eigen advocaat. Incasseren declaratie. Dreigen met indienen steunvordering of aanvragen faillissement ex-cliënt. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:26 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-899/DB/LI
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 22-02-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:26
Klachtrecht over behandeling van tegenstrijdige belangen komt enkel toe aan partijen die het treft. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2018:15 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-462
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 19-02-2018
- ECLI:NL:TADRARL:2018:15
Klacht van een derde (partner van de wederpartij). De door verweerder in zijn verzoekschrift genoemde termen die betrekking hadden op klager (verdachte drugscrimineel, drugszaken en van twijfelachtig allooi) zijn tegen de achtergrond van de strafrechtelijke verdenkingen jegens klager niet onbegrijpelijk. Niet onnodig grievend, ook omdat verweerder zijn verzoekschrift naderhand heeft aangepast en zijn excuses heeft aangeboden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2018:38 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-726/DH/NH-d
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 05-03-2018
- ECLI:NL:TADRSGR:2018:38
De raad overweegt dat een klacht wordt ingediend bij de deken en dat de deken daarop een onderzoek instelt. Gebruikelijk is dat een klacht binnen korte tijd na ontvangst ervan door de deken onder de aandacht van de beklaagde advocaat wordt gebracht. Het belang van de rechtszekerheid wordt daarmee gediend. Niet in geschil is dat de deken de klacht van klaagster pas onder de aandacht van verweerster heeft gebracht naar aanleiding van de klachtbrief van 7 december 2016 van de gemachtigde van klaagster en niet naar aanleiding van de brief van 17 juni 2016. Tussen het indienen van de klacht door klaagster en het onder de aandacht brengen van die klacht bij verweerster is derhalve bijna een half jaar verstreken. In aanmerking genomen dat de klacht zoals op 17 juni 2016 geformuleerd door klaagster duidelijk is, is de raad van oordeel dat de deken de klacht niet binnen een redelijke termijn onder de aandacht van verweerster heeft gebracht. De gedachte achter de vervaltermijn van artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet (Aw), namelijk dat de termijn waarbinnen een advocaat nog met een klacht kan worden geconfronteerd beperkt is, leidt ertoe dat de omstandigheid dat de klacht niet binnen een redelijke termijn is doorgezonden naar verweerster niet in de risicosfeer van verweerster kan worden gebracht. De raad komt niettemin tot de slotsom dat het beroep van klaagster op artikel 46g lid 2 Aw niet slaagt. Daarvoor is redengevend dat klaagster al voor 2016 moet worden geacht op de hoogte te zijn geweest van de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand. De raad licht dit als volgt toe. Volgens haar eigen verklaring had klaagster geen vermogen en slechts een gering inkomen toen zij van haar man scheidde. Het voldoen van de advocatendeclaraties was voor klaagster problematisch; zij stelt daarvoor op enig moment de kinderalimentatie te hebben aangewend en geld te hebben geleend bij derden. Het had naar het oordeel van de raad op de weg van klaagster gelegen om, toen haar financiële situatie structureel slecht bleef, onderzoek te doen naar de mogelijkheden om het probleem van de advocatendeclaraties het hoofd te bieden en zich daarover te laten informeren, bijvoorbeeld door de advocaten die haar in alle procedures in verband met de echtscheiding hebben bijgestaan. Zonder twijfel was klaagster dan op het spoor van rechtsbijstand op toevoegingsbasis gekomen. Klaagster had daarin ook een eigen verantwoordelijkheid. In aanmerking genomen dat juridische hulpverlening op toevoegingsbasis (misschien beter bekend als “pro deo” rechtshulp) een algemeen bekend fenomeen is waarover toegankelijke informatie te vinden is via internet, en dat bovendien met regelmaat de nodige aandacht geniet in de media en publieke opinie, valt de omstandigheid dat klaagster haar eigen verantwoordelijkheid niet heeft genomen in haar risicosfeer.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-799/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-03-2018
- Datum uitspraak: 15-01-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:27
Niet gebleken dat kwaliteit van verweersters dienstverlening ondermaats was, noch dat zij bij de behandeling van de gemeenschappelijke echtscheiding niet onpartijdig was, noch dat de zaak door haar toedoen is uitgemond in een “vechtscheiding”. Ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1889
- Pagina: 1890
- Pagina: 1891
- ...
- Pagina: 4479
- Volgende pagina zoekresultaten