Zoekresultaten 51-60 van de 329 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:173 Raad van Discipline Amsterdam 17-448/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Onvoldoende onderbouwd dat in het verzoekschrift onjuiste feiten staan en dat verweerder dat wist. Ook is voldaan aan Gedragsregel 15 lid 1.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:139 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-432/DB/LI

    Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door Hof te verzoeken zaak snel te behandelen. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door geen melding te maken van sepot. Op deel van de klacht is reeds beslist. Deels kennelijk ongegrond. Deels kennelijk niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-452/DB/OB

    Klacht niet-ontvankelijk omdat de klacht ziet op een vermeend nalaten van verweerder in augustus 2012 tot medio 2016. Niets ondernomen terwijl van hem mocht worden verwacht dat hij navraag deed.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:133 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-245/DB/LI

    Advocaat heeft een uitvoerig verweerschrift ingediend, waarin het standpunt van klager nader gemotiveerd is weergegeven. Dat verweerder niet alle door klager voorgestelde wijzigingen heeft willen overnemen, betekent niet dat advocaat de belangen van zijn cliënt niet naar behoren heeft behartigd. klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:101 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-516

    Naar het oordeel van de raad heeft het handelen van verweerster niet voldaan aan de kwaliteitseisen die van haar mochten worden verwacht. Gelet op de redactie van de opdrachtbevestiging, die ruimte overliet voor een eigen interpretatie, behoefde klaagster niet te begrijpen dat haar opdracht aan (uiteindelijk) verweerster beperkt was tot het indienen van een verzetschrift tegen een Duitse uitspraak op uitsluitend formele gronden. Dat verweerster nader onderzoek naar de wensen van klaagster heeft gedaan, is niet gebleken. Verweerster heeft voorts geen deskundige inschatting gemaakt van de zaak van klaagster en geen inzicht getoond in de verschillende juridische (on)mogelijkheden van de zaak en het verzetschrift was inhoudelijk onder de maat. Verweerster had in de gegeven omstandigheden moeten verifiëren of klaagster op de hoogte was van de zittingsdatum. Dat heeft zij niet gedaan, waardoor de zaak slechts kort voor de zitting kon worden voorbesproken. Daarnaast zijn afspraken onvoldoende schriftelijk vastgelegd waardoor misverstanden konden en zijn ontstaan. Verweerster mocht zich na vertrouwensbreuk onttrekken aan de zaak. In zoverre klacht ongegrond, voor het overige gegrond. Maatregel van waarschuwing, omdat verweerster toen advocaat-stagiaire was onder begeleiding van een patroon.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.450

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij de behandelrelatie heeft verbroken, weigert zorg te verlenen, klaagster onheus bejegend heeft, het gesprek met klaagster niet wilde aangaan en niet is opgekomen voor de belangen van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:81 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-211/DB/ZWB

    Niet gebleken dat zij de rechtbank onjuiste gegevens heeft verstrekt of heeft misleid. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-216/DB/ZWB

    Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door vaderschapstest in geding te brengen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:59 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-146/DB/ZWB

    Niet-ontvankelijk wegens verstrijken van de in art. 46g lid 1 sub a genoemde termijn.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:20 Raad van Discipline Amsterdam 16-891/A/A

    Gegronde klacht. De raad acht de wijze van praktijkvoering door verweerder bijzonder laakbaar. Zonder daarop (afdoende) toezicht te houden heeft verweerder een gedeelte van zijn praktijk uitbesteed en zijn kantoororganisatie zo ingericht, dat het mogelijk was dat op naam van verweerder bezwaarschriften zijn ingediend zonder dat verweerder – althans zo stelt hij – daarvan op de hoogte was en zonder dat aan verweerder geadresseerde post bij hem terecht kwam. Verweerder heeft hiermee tevens in strijd met Gedragsregel 38 gehandeld. Onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van zes weken en proceskostenveroordeling.