Zoekresultaten 25531-25540 van de 44930 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:381 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.101
- Datum publicatie: 17-12-2015
- Datum uitspraak: 17-12-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:381
Klager heeft in het kader van een keuring ter beoordeling van zijn rijgeschiktheid de praktijk van de aangeklaagde neuroloog bezocht. Klager verwijt de neuroloog dat hij: 1.aan derden (het CBR) zaken meedeelt die hij klager heeft onthouden; 2. klager niets heeft verteld over wat een onderzoek inhoudt en wanneer iemand niet meewerkt en wie dat beoordeelt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:375 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.151 en c2014.152
- Datum publicatie: 17-12-2015
- Datum uitspraak: 17-12-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:375
Klacht tegen psychotherapeut tevens psychiater . Klager verblijft, na eerdere plaatsing in andere instellingen, sedert eind 2011 in een forensisch psychiatrisch centrum op basis van een TBS met bevel tot verpleging. Verweerder is vanaf eind 2012 als behandelcoördinator bij de behandeling van klager betrokken. Klager: 1) is het niet eens met de veroordeling en tbs, 2) stelt dat er documenten en stukken worden achtergehouden, 3) verwijt verweerder dat hij vasthoudt aan een onjuiste diagnose, 4) verwijt verweerder dat de diagnose te laat is gesteld en dat hij onjuist is behandeld, 5) verwijt verweerder dat hij onvoldoende tijd en aandacht aan zijn patiënten geeft, 6) verwijt verweerder dat hij klager heeft toegezegd begeleid verlof voor hem aan te vragen en deze toezegging niet is nagekomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:382 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.129
- Datum publicatie: 17-12-2015
- Datum uitspraak: 17-12-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:382
Klacht tegen psychiater . Klager was werkzaam bij de gemeente en kreeg de straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd. Tegen dit besluit heeft klager bezwaar gemaakt. De commissie bezwaarschriften achtte een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek noodzakelijk om tot een goed onderbouwd oordeel te komen over de toerekenbaarheid van de gedragingen die tot het strafontslag hebben geleid. De bedrijfsarts van de gemeente heeft vervolgens verweerder, freelance psychiater, verzocht om klager te onderzoeken in het kader van de beoordeling van zijn arbeids(on)geschiktheid. De klacht houdt in dat verweerder: 1) in opdracht van zijn ex-werkgever een partijdige rapportage heeft opgesteld, 2) uitsluitend op basis van de tijdens het gesprek met klager verkregen informatie en op grond van zijn eigen bevindingen tot een diagnose is gekomen zonder contact op te nemen met klagers behandelend psychiater en de bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk voor zover hij zijn klacht in hoger beroep heeft willen uitbreiden met een nieuw klachtonderdeel. Voor het overige wordt het beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:376 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.153 en c2014.154
- Datum publicatie: 17-12-2015
- Datum uitspraak: 17-12-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:376
Klacht tegen psychotherapeut tevens gz-psycholoog . Klager verblijft, na eerdere plaatsing in andere instellingen, sedert eind 2011 in een forensisch psychiatrisch centrum op basis van een TBS met bevel tot verpleging. Verweerder is vanaf eind 2012 als behandelcoördinator bij de behandeling van klager betrokken. Klager: 1) is het niet eens met de veroordeling en tbs, 2) stelt dat er documenten en stukken worden achtergehouden, 3) verwijt verweerder dat hij vasthoudt aan een onjuiste diagnose, 4) verwijt verweerder dat de diagnose te laat is gesteld en dat hij onjuist is behandeld, 5) verwijt verweerder dat hij onvoldoende tijd en aandacht aan zijn patiënten geeft, 6) verwijt verweerder dat hij klager heeft toegezegd begeleid verlof voor hem aan te vragen en deze toezegging niet is nagekomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het C entraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:383 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.133
- Datum publicatie: 17-12-2015
- Datum uitspraak: 17-12-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:383
Klacht tegen destijds arts-assistent neurologie. Klaagster was door haar huisarts naar het ziekenhuis verwezen in verband met neurologische klachten. Verweerder was in de hoedanigheid van zaalarts bij de behandeling betrokken. Klaagster verwijt verweerder dat hij geen bloedverdunnende medicatie heeft toegediend na een lumbaalpunctie en voorts dat de AV-fistel niet tijdig is behandeld en de ontslagbrief niet tijdig is verstuurd waardoor klaagster niet is geïnformeerd over een (vervolg)afspraak voor een MRA.Behandeling is daardoor te laat gestart met ernstige gevolgen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het klachtonderdeel dat geen bloedverdunnende medicatie is toegediend gegrond verklaard en aan verweerder de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het incidenteel beroep van verweerder tegen dit oordeel wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen, evenals het principaal beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:377 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.338
- Datum publicatie: 17-12-2015
- Datum uitspraak: 17-12-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:377
Klager is door zijn huisarts in verband met pijnklachten vanuit de schouder verwezen naar verweerster, neuroloog. De klacht houdt in dat de neuroloog de nekklachten van klager niet serieus heeft genomen en ten onrechte in het dossier heeft vermeld dat klager niet beperkt was. Voorts verwijt klager verweerster dat zij geen nieuwe MRI heeft laten maken en klager evenmin naar de pijnpolikliniek heeft doorgestuurd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:384 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.212
- Datum publicatie: 17-12-2015
- Datum uitspraak: 17-12-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:384
Klacht tegen neuroloog. Klager was bij verweerster onder behandeling in verband met dunne vezelneuropathie. Er was bij klager (ook) sprake van aspecifieke klachten waar verweerster geen oorzaak voor kon vinden. Klager verwijt verweerster dat zij geen althans onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar deze aspecifieke klachten, klager hiervoor niet heeft doorverwezen naar andere specialisten en geen MRI heeft laten maken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en het beroep van klager wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2015:270 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 79 - 2015
- Datum publicatie: 16-12-2015
- Datum uitspraak: 14-12-2015
- ECLI:NL:TADRSHE:2015:270
Nu klager met de verzekeraar polisvoorwaarden is overeengekomen waarvan een geschillenregeling onderdeel uitmaakte, kan verweerster niet tuchtrechtelijk worden verweten dat zij conform die regeling het dossier ter hand is gesteld aan de deken en dat deze, zonder klager daarin te kennen, een onafhankelijk advocaat heeft aangewezen waaraan klager gebonden was. Dat verweerster daartoe het dossier allereerst in handen heeft gesteld van de afdeling inkoop, betekent niet dat zij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2015:266 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-582/DB/LI
- Datum publicatie: 16-12-2015
- Datum uitspraak: 07-12-2015
- ECLI:NL:TADRSHE:2015:266
Voldoende aannemelijk dat advocaat geen aanleiding had om te twijfelen aan de informatie van zijn cli:ënt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2015:33 Kamer voor het notariaat Amsterdam 588039/NT 15-27
- Datum publicatie: 16-12-2015
- Datum uitspraak: 05-11-2015
- ECLI:NL:TNORAMS:2015:33
De kamer oordeelt dat ondanks de omstandigheid dat zij op 26 of 27 december 2012 het notariskantoor had medegedeeld dat zij voornemens was te defungeren, het op dat moment haar verantwoordelijkheid als notaris was, dat het testament van erflater in het CTR direct werd ingeschreven, hetgeen zij heeft nagelaten. De kandidaat-notaris heeft dit ook erkend. De kamer acht dit klachtonderdeel derhalve gegrond maar zal gegeven de hiervoor geschetste omstandigheden - mede gezien de inspanningen van de kandidaat-notaris nadat zij hiervan op de hoogte was gesteld - de kandidaat-notaris geen maatregel opleggen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2553
- Pagina: 2554
- Pagina: 2555
- ...
- Pagina: 4493
- Volgende pagina zoekresultaten