Zoekresultaten 25281-25290 van de 44975 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2016:6 Accountantskamer Zwolle 15/2076, 2123 en 2124 en 16/243 en 244 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-01-2016
- Datum uitspraak: 21-01-2016
- ECLI:NL:TACAKN:2016:6
Late aanvulling van de klacht in het zicht van de al bepaalde mondelinge behandeling. Beslissing tot afsplitsing van de behandeling van de aangevulde klacht.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.056
- Datum publicatie: 21-01-2016
- Datum uitspraak: 21-01-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:50
Klager verwijt de arts, zakelijk weergegeven, dat zij klager heeft beschuldigd van het maken van een indiscreet filmpje van en van het plaatsen van het filmpje op YouTube, terwijl elk bewijs daarvoor volgens klager ontbreekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2016:6 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7595
- Datum publicatie: 21-01-2016
- Datum uitspraak: 08-01-2016
- ECLI:NL:TAHVD:2016:6
Partijen hebben na de zitting een schikking getroffen, waarbij onderdeel van de afspraken is dat de uitspraak van de raad zal worden vernietigd. Aangezien de raad de klacht gedeeltelijk gegrond heeft verklaard en aan verweerder een maatregel heeft opgelegd, heeft het hof de deken verzocht zijn standpunt te bepalen over de vraag of naar zijn inzicht, met toepassing van artikel 47a Advocatenwet, de klachtbehandeling zou moeten worden voortgezet om redenen aan het algemeen belang ontleend. De deken heeft bericht dat die redenen er niet zijn. Het hof ziet gelet op de tussen partijen getroffen regeling en het standpunt van de deken geen redenen van algemeen belang aanwezig om de behandeling van de klacht voort te zetten. Hof vernietigt de uitspraak van de raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.071
- Datum publicatie: 21-01-2016
- Datum uitspraak: 21-01-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:51
Klager heeft tijdens een ruzie zijn neef in het gezicht geschopt. Klagers neef heeft daaraan letsel overgehouden. De neef was patiënt van de aangeklaagde klinisch neuropsycholoog. De neuropsycholoog heeft in 2001 een brief geschreven aan de neuroloog over het letsel van de neef. In 2006 en 2009 heeft de neuropsycholoog nog een andere brief en een emailbericht geschreven over het letsel van de neef. Klager verwijt de neuropsycholoog dat hij geen gedegen medisch onderzoek heeft verricht en in de brief uit 2001 een onjuiste anamnese heeft opgenomen. In later uitgebrachte medische rapportages wordt steeds voortgeborduurd op deze anamnese. Dit heeft gevolgen gehad voor de strafrechtelijke procedure waarin klager naar aanleiding van de ruzie is verwikkeld. Ook (het versturen van) de brief van 2006 en het emailbericht uit 2009 zijn naar de mening van klager onjuist. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht ziet op het handelen van vóór maart 2004. Voor het overige wordt de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:52 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.128
- Datum publicatie: 21-01-2016
- Datum uitspraak: 21-01-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:52
In verband met een procedure over onder andere de omgang tussen de vader en het kind heeft de rechtbank bepaald dat ten aanzien van beide ouders en het kind een psychiatrisch en psychologisch onderzoek moest worden verricht. De aangeklaagde gz-psycholoog is als deskundige benoemd en heeft beide ouders en het kind psychologisch onderzocht. Klaagster verwijt de gz-psycholoog: 1. dat zij onvoldoende acht heeft geslagen op informatie waaruit bleek dat het kind slachtoffer was (of was geweest) van mishandeling door zijn vader; deze informatie betreft feitelijke informatie, de reactie van klaagster daarop en de persoonsstructuur van de ex-echtgenoot van klaagster; 2. dat zij informatie die haar ter beschikking stond selectief gebruikt, hetgeen getuigt van vooringenomenheid en gebrek aan objectiviteit; 3. dat zij haar concept-rapport over klaagster en dat van het kind had moeten aanpassen nadat klaagster daarop commentaar had geleverd; feitelijk hoor en wederhoor heeft niet plaatsgevonden; 4. dat het onderzoek dat zij heeft uitgevoerd ontoereikend is en de methodieken die zij heeft gebruikt onjuist zijn; zij heeft conclusies getrokken zonder onderbouwing uit eigen bevindingen, zonder observatie te doen naar de interactie tussen het kind en zijn vader en zonder rapportage daarover door derden (familie, vrienden en school); 5. dat zij het gebruik van poppen als bewijsmiddel bij een hypothese van seksueel misbruik heeft gerechtvaardigd door te verwijzen naar de opvatting van een bepaalde professor, dit ten onrechte zoals later via een andere professor is gebleken; 6. dat zij te veel leunt op hetgeen zij heeft gehoord van de ex-echtgenoot van klaagster hetgeen haar objectiviteit aantast; 7.dat zij haar declaratie ondeugdelijk heeft gespecificeerd en deze exorbitant hoog is; 8. dat zij onvoldoende respect heeft getoond voor klaagster en het kind. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.170
- Datum publicatie: 21-01-2016
- Datum uitspraak: 19-01-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:46
Klacht tegen huisarts. Deze zou, nadat klager in 2008 is behandeld wegens een Helicobacter pylori-infectie, ten onrechte gezegd hebben dat “de bacterie dood is” en in maart 2012 geweigerd hebben klager te behandelen. Klacht afgewezen. Beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2016:2 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7498
- Datum publicatie: 21-01-2016
- Datum uitspraak: 08-01-2016
- ECLI:NL:TAHVD:2016:2
Klacht dat advocaat evident misbruik heeft gemaakt van het faillissementsrecht en onevenredig druk heeft uitgeoefend op klaagster door het indienen van het faillissementsverzoek, is gegrond. De vrijheid die de advocaat toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze zoals hem in overleg met cliënt goeddukt is niet absoluut. De belangen van de wederpartij mogen niet onnodig worden geschaad. Indien het faillissement van de wederpartij wordt aangevraagd, dient de aanvraag zorgvuldig te worden onderbouwd en de rechter zo juist en zo volledig mogelijk te worden geïnformeerd. Een advocaat kan dan ook niet afgaan op de door cliënt verschafte informatie van algemene, weinig concrete aard over de financiële gegoedheid van de wederpartij, maar dient zelfstandig onderzoek uit te voeren. Dit heeft de advocaat in casu verzuimd. Waarschuwing en geen berisping, anders dan de raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.040
- Datum publicatie: 20-01-2016
- Datum uitspraak: 19-01-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:41
Klacht tegen huisarts. Die zou in 2002 verzuimd hebben een rapport van een psychiater te lezen en na 2005 niets meer hebben gedaan en nooit empathie hebben getoond. Volgens het Regionaal Tuchtcollege is de eerste klacht verjaard. De tweede klacht is afgewezen. Beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:42 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.425
- Datum publicatie: 20-01-2016
- Datum uitspraak: 19-01-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:42
Klacht tegen een longarts. Klager verwijt de longarts grove nalatigheid, valsheid in geschrifte, toebrengen van lichamelijk letsel en weigering van medische hulp. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:43 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.426
- Datum publicatie: 20-01-2016
- Datum uitspraak: 19-01-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:43
Klacht tegen een longarts. Klager verwijt de longarts - zakelijk weergegeven - grove nalatigheid, valsheid in geschrifte, toebrengen van lichamelijk letsel en weigering van medische hulp. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2528
- Pagina: 2529
- Pagina: 2530
- ...
- Pagina: 4498
- Volgende pagina zoekresultaten