Zoekresultaten 25151-25160 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:315 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4812/15.122

    Klachten over het optreden van verweerder als advocaat van klaagsters in een kwestie betreffende rechten van huur en vruchtgebruik van klaagster op een woning. Verdenking van samenwerking met de wederpartij en andere op wantrouwen gebaseerde klachten. De voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:347 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4795/15.105

    Verzet. Klacht tegen advocaat wederpartij. De raad verenigt zich met de beoordeling van de klacht door de voorzitter. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4761/15.71

    Beslissing op verzet. De raad stelt vast dat verweerder na overname van het dossier niet schriftelijk aan klager de aanpak van de zaak heeft bevestigd. Uit de stukken volgt dat het Gerechtshof Den Haag bij tussenarrest van 30 september 2014 een tournure heeft gemaakt ten aanzien van de grondslag van de vorderingen van de wederpartij. Uit de stukken en ter zitting is gebleken dat verweerder de devolutieve werking van het hoger beroep te ruim heeft gezien. Een zorgvuldig handelend advocaat had moeten onderkennen c.q. benoemen dat de grondslag in appèl was gewijzigd. Dat verweerder dit niet heeft gedaan kan hem tuchtrechtelijk worden verweten. Ten aanzien van dit klachtonderdeel acht de raad het verzet, en de klacht, dan ook gegrond. Maatregel: enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:328 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-500 DH/RO

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klaagster verwijt verweerder dat hij ten onrechte tot drie keer toe het faillissement heeft aangevraagd van klaagster. Op basis van de stukken kan niet worden aangetoond dat dit verwijt terecht is. Uit de stukken blijkt evenmin dat verweerder nodeloos uit is geweest op het schaden van de belangen van klaagster, terwijl ook niet blijkt van het verstrekken van feitelijke informatie waarvan verweerder de onjuistheid kende dan wel had moeten kennen.Ook zijn in het dossier geen aanwijzingen aangetroffen dat verweerder niet kon vertrouwen op de informatie die hem van de zijde van zijn cliënten werd verstrekt dan wel dat verweerder informatie zou hebben achtergehouden aan de rechtbank dan wel de rechtbank onjuist zou hebben geïnformeerd. Klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:309 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4782/15.92

    Verweerder had klager terstond een kwitantie moeten geven na ontvangst van de € 200,--. Nu hij dit niet heeft gedaan, is hij in zijn zorgplicht jegens klager tekortgeschoten en heeft hij daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dit klachtonderdeel is gegrond. Klager verwijt verweerder dat hij het beroepsgeheim heeft geschonden, doordat hij de deken over de inhoud van het dossier heeft geïnformeerd. Op zichzelf is de raad van oordeel dat verweerder zijn beroepsgeheim niet heeft geschonden. De deken is immers aan zijn beroepsgeheim gebonden. Wel is de raad van oordeel dat de inhoud van het dossier volstrekt irrelevant is voor de beoordeling van de klacht. De raad acht het dan ook aannemelijk dat verweerder de betreffende informatie slechts aan de deken heeft verstrekt om klager in een bepaald daglicht te doen stellen. De raad is dan ook van oordeel dat verweerder zich jegens klager niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht gegrond. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:290 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-376 DH/RO

    Klager verwijt verweerster dat zij tijdens de zitting in 2012 niet op tijd aanwezig was en dat zij voor de zitting van 2012 en 2013 onvoldoende was voorbereid. Verweerster heeft dit gemotiveerd betwist. Gelet hierop kan de juistheid van klagers stellingen niet worden vastgesteld. Dat klager teleurgesteld is over de uitslag van beide zaken, zeker nu uit de stukken blijkt dat klager het idee had een (zeer) kansrijke zaak te hebben, is begrijpelijk. Niet kan echter worden vastgesteld dat verweerder klager hieromtrent onjuist heeft geïnformeerd dan wel tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klager heeft. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:284 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4698/15.8

    Verweerster heeft, nadat de zaak van klaagster op basis van de WOB door de gemeente was afgewezen, klaagster zonder voorafgaande aankondiging gedagvaard tot betaling van schadevergoeding aan de gemeente. Het handelen is strijdig met gedragsregel 19. Klacht gegrond. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:334 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4507/14.93a

    Verwijten betreffende rechtstreeks zenden van brieven aan klager, poneren van onjuiste feiten en grievende uitlatingen over klager, alsmede het verwijt dat verweerder onnodige procedures voert, de zaak onnodig traineert en geen minnelijke regeling bevordert. De voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het verzet wordt, met een correctie op het door de voorzitter vermelde feitencomplex, ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:297 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-391 DH/DH

    Klacht niet-ontvankelijk wegens het overschrijden van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:341 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4664/14.249

    Klacht over kwaliteit dienstverlening, communicatie en declaratieperikelen. Advocaat heeft bij de behandeling van de zaak de leiding. Vrijheid advocaat. Volstaan met een verwijzing naar de eerder uitgebrachte dagvaarding zonder producties bij te voegen en ook bij repliek nalaten stukken over te leggen waardoor rechter oordeelt dat vordering onvoldoende gesubstantieerd is en niet aan steplicht is voldaan is tuchtrechtelijke verwijtbaar. Klacht in zoverre gegrond. Afwijzing van de vordering vormt onvoldoende grond om te bepalen dat verweerster de kosten voor de procedure zou moeten dragen. Klacht in zoverre ongegrond. Verrekening zonder uitdrukkelijke toestemming cliënt is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ook in zoverre gegrond. Niet reageren op brieven en niet tijdig en precies informeren over de voortgang en/of stand van zaken ook tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ook op dit onderdeel gegrond. Voorwaardelijk schorsing voor de duur van vier weken, proeftijd twee jaren.