Zoekresultaten 141-150 van de 329 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:15 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 321 - 2014

    Geen nieuwe feiten of omstandigheden die rechtvaardigen dat de klacht opnieuw door de tuchtrechter worden beoordeeld. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:13 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 82 - 2014

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een in de Arabische taal gesteld stuk zonder vertaling in het geding te brengen onder de vermelding dat dit stuk een huwelijksakte betrof. Verweerster had zich moeten vergewissen van de inhoud van het stuk alsook van de authenticiteit ervan. De door verweersters cliënte geponeerde stelling, dat zij zelf niet over een eigen Engelse bankrekening beschikte omdat zij in Engeland geen bankrekening kon openen, is dermate onaannemelijk, dat verweerster niet voetstoots had mogen aannemen dat deze stelling juist was. Verzet deels gegrond. Klacht deels gegrond. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:277 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4556/14.141

    Nadat de mondelinge behandeling in een verzoekschriftprocedure bij het gerechtshof was afgerond en het gerechtshof een datum voor beschikking had bepaald heeft verweerster zich zonder toestemming van de andere advocaat tot het hof gewend met het verzoek een nieuwe zitting te bepalen. Handelen in strijd met gedragsregel 15 lid 2. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:274 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4431/14.17

    Klacht over onjuiste advisering tijdens een comparitie van partijen, die is afgesloten met een vaststellingsovereenkomst. Klager heeft een toen lopende klacht ingetrokken en heeft verklaard af te zien van het indienen van nieuwe klacht. Klacht betreft voorts het verwijt dat klager ten onrechte een bepaald bedrag aan verweerder heeft moeten betalen verband houdend met de intrekking van de toevoeging. De voorzitter wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af op basis van de vaststellingsovereenkomst. Ook in het verzet is niet gebleken dat die overeenkomst wegens dwaling of misbruik van omstandigheden is vernietigd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:314 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4484/14.70

    Verweerder heeft in 2013 voor eigen gebruik een bedrag geleend van de derdengeldenrekening. Strijd met verbod artikel 6 lid 5 Vafi. Het had op de weg van verweerder gelegen van deze geldopname melding te maken bij gelegenheid van het hem door de plaatsvervangend deken nadien gebrachte kantoorbezoek. Klacht in zoverre gegrond. CCV opgave 2012 kan niet op deze geldopname uit 2013 hebben gezien en op basis van de voorliggende stukken kan de raad niet vaststellen dat de CCV opgave anderszins in strijd met de waarheid was. Klacht wat dat betreft ongegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 4 weken, proeftijd 2 jaar.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:306 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4468/14.54

    Klacht dat verweerder de belangen van klager in twee procedures onvoldoende heeft behartigd. Verweerder heeft beslist bepaalde stukken van klager niet aan de rechter over te leggen. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond. In het verzet blijkt in aanvulling op de door de voorzitter in aanmerking genomen feiten dat verweerder klager bij e-mail heeft meegedeeld dat hij de stukken niet in het geding zou brengen, waartegen klager destijds geen bezwaar heeft gemaakt. Ook blijkt dat klager geen bezwaar heeft gemaakt tegen de brief met opdrachtbevestiging, waarin staat dat het eerste gesprek niet gratis is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 257 - 2014

    Essentie: Indien een advocaat tijdens het vooronderzoek in een strafzaak een belastende verklaring heeft afgelegd, staat het hem niet meer vrij om indien tot vervolging wordt overgegaan voor de verdachte in die zaak als advocaat op te treden. Hierdoor kan de advocaat in de positie komen dat hij moet opponeren tegen zijn eigen verklaring en wordt de cliënt bovendien de mogelijkheid ontnomen om de betreffende advocaat als getuige in de strafzaak op te roepen. Dekenbezwaar gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:5 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 71 - 2014

    De geheimhoudingsplicht ten opzichte van de cliënt geldt eveneens voor de waarnemer van de betreffende advocaat. Anders ligt dit ten aanzien van de eigen bevindingen van een waarnemend advocaat over het functioneren van de advocaat wiens praktijk wordt waargenomen. Hierop heeft de geheimhoudingsplicht van de waarnemer geen betrekking. Gedragsregels tussen advocaten onderling zijn niet van toepassing tussen de advocaat die de zaken van een geschorste advocaat waarneemt en die advocaat. Voldoende grond aanwezig om de gewraakte uitlatingen in de pers te doen. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:393 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.159

    Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog. Klagers hebben 16 klachtonderdelen geformuleerd. De klachten zien op het rapport dat de gezondheidszorgpsycholoog op verzoek van de rechtbank heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in hoofdlijnen gegrond verklaard en de gezondheidszorgpsycholoog de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat klagers terecht ontvankelijk zijn verklaard in hun klacht nu zij rechtstreeks in hun belang zijn getroffen en de handelwijze van de gezondheidszorgpsycholoog kan worden getoetst aan de tweede tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege is met het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat het rapport van de gezondheidszorgpsycholoog op essentiële punten niet voldoet aan de criteria die daarvoor door het Centraal Tuchtcollege zijn ontwikkeld. Zo acht het Centraal Tuchtcollege op meerdere punten de bevindingen en conclusies van de gezondheidszorgpsycholoog niet voldoende helder weergegeven en blijkt niet, althans onvoldoende, op welke bronnen deze bevindingen en/of conclusies berusten. Zeker in geval van zo stellige uitspraken/conclusies als de gezondheidszorgpsycholoog in zijn rapport heeft gedaan/getrokken, dient de onderbouwing van deze uitspraken/conclusies heel specifiek te zijn. Dat wil zeggen onder verwijzing naar concrete voorbeelden en de voor zijn uitspraken/conclusies relevante stukken. Het Centraal Tuchtcollege acht, anders dan het Regionaal Tuchtcollege, de maatregel van waarschuwing op zijn plaats.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2014:314 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 300, 301, 302 en 304-2014

    De rechtszekerheid brengt met zich mee dat verwacht mag worden klachten die betrekking hebben op eenzelfde feitencomplex tegelijkertijd worden ingediend. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gebleken. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.