Zoekresultaten 201-210 van de 450 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:246 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.056

    Klaagster verwijt de aangeklaagde tandarts dat hij middels een verborgen camera in de woning van zijn oom een pornofilm van klaagster heeft gemaakt. De tandarts zou dit hebben gedaan om te voorkomen dat klaagster de erfenis van de oom zou ontvangen. Als gevolg van deze pornofilm zou de kantonrechter hebben geoordeeld dat klaagster een vrouw van lichte zeden is die nergens recht op heeft. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht omdat hetgeen de tandarts door klaagster wordt verweten geen handelen betreft dat valt onder de eerste of tweede tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze uitspraak en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2018:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2018/01

    Een klacht over de wijze van communiceren ten tijde van een tandartsbehandeling. Het college kan de feiten niet vaststellen nu de verklaringen partijen tegenover elkaar staan. Wel kan worden vastgesteld dat de communicatie stroef en met wederzijdse spanning is verlopen. De behandeling had beter gekund. Dit is echter onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt. De klacht wordt in al haar onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:230 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.525

    Klacht tegen psychiater in opleiding. Klager heeft in de privésfeer een conflict met de arts. Toets aan de tweede tuchtnorm. Regionaal Tuchtcollege heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Ook het Centraal Tuchtcollege acht klager niet-ontvankelijk in zijn klachten. Overwegingen over toetsing aan de tweede tuchtnorm indien klachten bestaan over handelingen van een arts die in privésfeer plaatsvinden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/102P

    Klacht van de inspectie tegen een psychiater/psychotherapeut. De inspectie verwijt verweerder - kort samengevat - dat hij seksueel grensoverschrijdend jegens patiënte heeft gehandeld gedurende de behandelrelatie. De klacht heeft tevens betrekking op de dossierplicht. Gegrond. Ontzegt aan verweerder het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/101

    Klacht van de inspectie tegen een psychiater/psychotherapeut. De inspectie verwijt verweerder - kort samengevat - dat hij seksueel grensoverschrijdend jegens patiënte heeft gehandeld gedurende de behandelrelatie. De klacht heeft tevens betrekking op de dossierplicht. Gegrond. Ontzegt aan verweerder het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.329

    Klacht tegen psychiater. In eerste aanleg heeft klaagster verweerder het verwijt gemaakt dat hij zich tegen haar zin op grensoverschrijdende wijze jegens haar heeft gedragen door seksuele en seksueel getinte contacten met haar te hebben gedurende een periode van enkele maanden, terwijl sprake was van een behandelrelatie tussen verweerder en klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard, aan verweerder de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. De Inspectie heeft op grond van artikel 73 lid 1 onder c van de Wet BIG beroep ingesteld tegen de voorwaardelijkheid van de maatregel. In incidenteel beroep heeft verweerder geconcludeerd tot ongegrondverklaring van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het incidenteel beroep, vernietigt in het principaal beroep de beslissing in eerste aanleg voor wat betreft de maatregel, legt aan verweerder op de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier maanden en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:157 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.391

    Klacht tegen een verpleegkundige. Tegen het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht dat de verpleegkundige door het aangaan van een affectieve en seksuele relatie met een patiënte de professionele grens die hij als sociaalpsychiatrisch verpleegkundige in acht behoorde te nemen ernstig heeft overschreden en daarmee zeer laakbaar heeft gehandeld, gegrond is, heeft de Inspectie geen grief gericht. Het beroep van de Inspectie is (uitsluitend) gericht tegen de hoogte althans de vorm van de maatregel die door het Regionaal Tuchtcollege aan de verpleegkundige is opgelegd en strekt ertoe dat het Centraal Tuchtcollege een gedeeltelijk onvoorwaardelijke schorsing oplegt dan wel de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde voorwaarden herformuleert. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, doch uitsluitend voor zover deze de formulering betreft van de opgelegde voorwaarden voor tenuitvoerlegging van de maatregel van schorsing voor de duur van zes maanden van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register. Het Centraal Tuchtcollege bepaalt dat deze schorsing niet eerder ten uitvoer wordt gelegd dan nadat het Centraal Tuchtcollege zulks heeft gelast op grond van het feit dat de verpleegkundige, binnen de proeftijd die wordt bepaald op twee jaar, de volgende voorwaarden niet is nagekomen: - dat hij zich onder behandeling stelt bij een gz-psycholoog of psychotherapeut, waarbij de behandeling is gericht op bewustwording van het thema overschrijden van persoonlijke en professionele grenzen binnen een behandelrelatie, voor de frequentie en duur die deze behandelaar noodzakelijk acht; - dat hij opgave doet van de persoon van deze behandelaar aan de Inspectie en deze ervan in kennis stelt dat de Inspectie bij de behandelaar informatie kan inwinnen over de aard, globale inhoud, voortgang en frequentie van de behandeling en aan de behandelaar toestemming geeft om deze informatie aan de Inspectie te verstrekken; - dat hij de Inspectie schriftelijk laat weten wanneer de psychologische behandeling met instemming van de gz-psycholoog of psychotherapeut is voltooid, welke brief of verklaring door de gz-psycholoog of psychotherapeut mede ondertekend dient te worden ten bewijze van zijn instemming daarmee; - dat, indien de verpleegkundige de voorwaarden niet volledig en tijdig naleeft, het Centraal Tuchtcollege alsnog de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel kan gelasten, en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:158 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.476

    Klacht tegen een verpleegkundige. Voor zover in beroep aan de orde, verwijt klager de verpleegkundige dat zij bij haar initiatief om twee bewoners elkaar te laten helpen bij het wassen grensoverschrijdend en onprofessioneel heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt op grond van de stukken en hetgeen door partijen over en weer ter terechtzitting in beroep nog naar voren is gebracht tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft daarmee het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en neemt datgene wat het Regionaal Tuchtcollege in de overwegingen 5.2 tot en met 5.4 heeft overwogen over. Aanvullend overweegt het Centraal Tuchtcollege dat in beroep op geen enkele wijze door klager aannemelijk is gemaakt dat ter zake van het de bewoners elkaar laten helpen bij het wassen, sprake was van enige drang of dwang van de zijde van de verpleegkundige. In beroep is niets komen vast te staan dat aanknopingspunten biedt voor de stelling dat sprake was van dwang en daarmee van grensoverschrijdend en/of onprofessioneel handelen. In dat licht bezien heeft klager ook niet duidelijk kunnen maken wat in deze situatie nu het grensoverschrijdende karakter van het handelen van de verpleegkundige was. Het Centraal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat de klacht, voor zover in beroep aan de orde, door het Regionaal Tuchtcollege terecht als ongegrond is afgewezen. Het beroep faalt en wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/476VP

    De IGJ dient een klacht in tegen een verpleegkundige. De IGJ verwijt verweerster dat zij ten opzichte van een patiënt de grenzen van de professionele relatie niet in acht heeft genomen door een intieme / seksuele relatie met de patiënt aan te gaan. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 090A en 096A/2016

    Klacht Inspectie tegen gz-psycholoog/psychotherapeut. Grenzeloze en potentieel gevaarlijke wijze van contact via WhatsApp met ernstig getraumatiseerde patiënte. WhatsApp-berichten hoeven niet integraal in het dossier te worden opgenomen. Ontzegging van het recht om in beide hoedanigheden op solistische wijze patiënten te behandelen.