Zoekresultaten 181-190 van de 450 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2019:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/16
- Datum publicatie: 23-07-2019
- Datum uitspraak: 23-07-2019
- ECLI:NL:TGZRGRO:2019:32
Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen huisarts. Verweerder heeft een persoonlijke en intieme/seksuele relatie met een patiënte gehad in 2014/2015. Verweerder wordt onder meer verweten zich seksueel grensoverschrijdend te hebben gedragen jegens patiënte. De klacht is gegrond. Het college besluit te volstaan met een berisping. De redenen hiervoor zijn dat verweerder vanaf het begin van het onderzoek van de IGJ al veel spijt heeft betuigd en zelfinzicht heeft getoond, er een lange periode is gelegen tussen de melding bij de IGJ en het indienen van de tuchtklacht en verweerder binnen deze periode tijd al diverse nadelige gevolgen van zijn handelen heeft ondervonden. Voorts heeft verweerder zelf ook al maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/084
- Datum publicatie: 18-06-2019
- Datum uitspraak: 18-06-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:91
Een GGZ-instelling dient als (oud-)werkgever een klacht in tegen een voormalig werknemer. De oud-werknemer wordt verweten als verpleegkundige zich grensoverschrijdend te hebben gedragen jegens een patiënte van de GGZ-instelling. Gegrond, doorhaling en bij wijze van voorlopige voorziening schorsing van inschrijving in het BIG
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2018.256 en C2018.257
- Datum publicatie: 06-06-2019
- Datum uitspraak: 06-06-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:150
De vader van een meerderjarige wilsbekwame dochter (bekend met onder meer: tentamen suïcide, anorexia nervosa, borderline en persoonlijkheidsstoornis) heeft een klacht ingediend tegen de aangeklaagde psycholoog/psychotherapeut met name gebaseerd op whatsapp berichten gewisseld tussen de gz-psycholoog/ psychotherapeut en zijn dochter. De klacht is aanvankelijk niet in behandeling genomen omdat de dochter de klacht niet ondersteunde. Vervolgens is de klacht namens de voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege doorgestuurd naar de IGJ. De klacht is vervolgens ter verdere behandeling doorgezonden aan een ander Regionaal Tuchtcollege. De behandeling heeft zich aanvankelijk beperkt tot de ontvankelijkheidvraag, waarbij het Regionaal Tuchtcollege de IGJ niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar klacht. Nadat het Centraal Tuchtcollege bij beslissing van 16 januari 2018 heeft geoordeeld dat de IGJ kon worden ontvangen in haar klacht is de zaak terugverwezen naar het Regionaal Tuchtcollege voor een inhoudelijke behandeling. De IGJ verwijt de gz-psycholoog/psychotherapeut dat hij: 1. de grenzen van zijn professionele bekwaamheid heeft overschreden; 2. in onvoldoende mate actief deskundige hulp of consultatie en/of intercollegiale toetsing in deze zeer complexe casus heeft ingeroepen; 3. de (whatsapp) contacten met patiënte in onvoldoende mate heeft begrensd; 4. zich in die contacten onvoldoende professioneel heeft opgesteld door het vertrouwen in een collega en het netwerk te ondermijnen en irreële verwachtingen te wekken; 5. in onvoldoende mate het cliëntdossier heeft bijgehouden wat betreft de whatsapp contacten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de aangeklaagde psychotherapeut /klinisch psycholoog de bevoegdheid ontzegd om, in het register ingeschreven staand als gz-psycholoog en psychotherapeut, op solistische wijze patiënten te behandelen en heeft bepaald dat deze beslissing onmiddellijk van kracht wordt. Het Centraal Tuchtcollege komt met betrekking tot het professioneel handelen van de gz-psycholoog/psychotherapeut tot een vergelijkbaar oordeel als het Regionaal Tuchtcollege. Mede vanwege onduidelijkheid bij zowel de gz-psycholoog/psychotherapeut als de IGJ over de precieze strekking van de in eerste aanleg opgelegde maatregel, komt het Centraal Tuchtcollege tot een voorwaardelijke schorsing van drie maanden, met de bijzondere voorwaarde dat de gz-psycholoog/psychotherapeut gedurende de proeftijd in supervisie gaat.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2019:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2019/02
- Datum publicatie: 09-05-2019
- Datum uitspraak: 09-05-2019
- ECLI:NL:TGZRGRO:2019:21
Klacht tegen wijkverpleegkundige. Verweerster wordt verweten de zorgverlening van een instelling aan klager eenzijdig en zonder goede reden te hebben beëindigd. Vast staat dat niet verweerster maar de directie van de instelling deze beslissing heeft genomen. Reeds hierdoor is de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 171/2018
- Datum publicatie: 18-04-2019
- Datum uitspraak: 18-04-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:62
Klacht tegen een verpleegkundige, werkzaam in de thuiszorg. In dit geval ging het om thuiszorg aan een in een serviceflat wonende cliënte met vasculaire dementie en een partiële dwarslaesie, bij wie in de nachtdienst de urinekatheter moest worden gecontroleerd. De klacht houdt in dat de verpleegkundige cliënte (de moeder van klaagster) daarbij onzedelijk heeft betast, althans haar niet heeft wakker gemaakt voordat hij handelingen met betrekking tot de katheter ging verrichten. Het college kan niet vaststellen dat sprake is geweest van onzedelijk handelen en verklaart het eerste klachtonderdeel daarom ongegrond. Het college is wel van oordeel dat in deze situatie - waarin de verpleegkundige zelfstandig met behulp van een sleutel naar binnen ging in het appartement en de moeder van klaagster in slaap aantrof - van hem had mogen worden verwacht dat hij haar wakker zou maken en zou uitleggen wat hij kwam doen voordat hij de zorg verleende; dit zeker toen bleek dat hij niet kon volstaan met een eenvoudige controle van de nachtkatheterzak die zich naast haar bed bevond. Het college verwijst daarbij naar de uitgangspunten in de beroepscode voor verpleegkundigen en verzorgenden en naar de afspraken die in het zorgplan van cliënte waren gemaakt. Het tweede klachtonderdeel is dus gegrond. Het college legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-331
- Datum publicatie: 16-04-2019
- Datum uitspraak: 16-04-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:56
Gegronde klacht van de IGJ tegen een verpleegkundige. Vaststaat dat de verpleegkundige gedurende langere tijd een persoonlijke, grensoverschrijdende is aangegaan met twee kwetsbare psychiatrische patiëntes. De verpleegkundige heeft naar het oordeel van het College de professionele grenzen die hij als verpleegkundige in acht behoorde te nemen, in vergaande mate overschreden. Gelet op het gebrek aan inzicht bij de verpleegkundige acht het College de terugkeer van de verpleegkundige in zijn beroep ongewenst. Ontzegging van het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2019:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2018/173
- Datum publicatie: 10-04-2019
- Datum uitspraak: 09-04-2019
- ECLI:NL:TGZRGRO:2019:14
ESSENTIE UITSPRAAK Klacht tegen een arts. Klager verwijt verweerder dat hij de grenzen van professioneel handelen heeft overschreden door klager op het spreekuur van 1 mei 2018 meerdere malen ongewenst aan te raken. Verweerder heeft de klacht uitdrukkelijk betwist. Het college oordeelt dat op basis van de tegengestelde verklaringen de door klager gestelde gedragingen van verweerder niet zijn komen vast te staan, en niet is vast te stellen wat er exact op het spreekuur is gebeurd. Dit leidt tot de conclusie dat de klacht ongegrond verklaard moet worden.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-310
- Datum publicatie: 02-04-2019
- Datum uitspraak: 02-04-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:52
Gegronde klacht van de IGJ tegen een fysiotherapeut vanwege grensoverschrijdend gedrag jegens een cliënte. Hij heeft zich (ook in deze procedure) onvoldoende toetsbaar en transparant opgesteld en onvoldoende zelfinzicht en reflecterend vermogen getoond. Gelet op de ernst van het grensoverschrijdend handelen en overige omstandigheden wordt een doorhaling van de inschrijving opgelegd en bij wijze van voorlopige voorziening wordt de inschrijving geschorst.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2019:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2018/23
- Datum publicatie: 12-03-2019
- Datum uitspraak: 12-03-2019
- ECLI:NL:TGZRGRO:2019:11
Klacht tegen verpleegkundige. Verweerder is korte tijd na het beëindigen van de behandelrelatie een relatie aangegaan met een (ex-)patiënte. De klacht, inhoudende dat verweerder zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen jegens patiënte, is gegrond. Voorwaardelijke schorsing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18128 en 18160a
- Datum publicatie: 23-01-2019
- Datum uitspraak: 23-01-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:6
Psychiater (tevens psychotherapeut) wordt -onder meer- verweten dat hij onvoldoende randvoorwaarden heeft geschapen om naleving van de professionele grenzen te bewaken, dat er in ernstige mate en bij herhaling sprake is geweest van grensoverschrijdend handelen zowel tijdens als na de behandelrelatie, dat hij het cliënte moeilijk heeft gemaakt om de behandelrelatie te beëindigen en niet (tijdig) heeft doorverwezen naar een andere behandelaar, zijn eigen belang boven dat van zijn cliënte heeft gesteld, de diagnose van cliënte heeft verzwaard zonder voorafgaand onderzoek en zonder dit met haar te bespreken en dat er sprake is van onzorgvuldige en onvolledige dossiervorming. Alle klachtonderdelen zijn gegrond. Ernstig en langdurig grensoverschrijdend gedrag door een persoonlijke, affectieve en virtuele seksuele relatie met cliënte aan te gaan. Extreme frequentie. Verweerder had diagnose en symptomen van zijn ziekte, het medicatiegebruik en de mogelijke effecten daarvan op zijn gedrag met werkgever of collega’s moeten bespreken. Behandeling met cliënte voortgezet terwijl hij verder ontspoorde. Uitbreiding diagnose cliënte niet met haar besproken. Dossier bevat onvoldoende informatie. Geen doorleefd besef van de ernst en de ontoelaatbaarheid van gedrag. Doorhaling. Voorlopige voorziening: schorsing van de inschrijving. Publicatie.