Zoekresultaten 1-1 van de 1 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:17 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-729

    Klacht tegen optreden eigen advocaat in strafzaak. Klager wordt verweten dat hij zich onvoldoende heeft vergewist van de geestestoestand als gevolg waarvan klager niet ter zitting is verschenen en buiten zijn aanwezigheid is veroordeeld (omdat de dagvaarding in persoon was uitgereikt) en dat klager door de handelwijze van verweerder rechten heeft prijsgegeven. Ook wordt verweerder verweten dat hij geen hoger beroep heeft ingesteld. Klachten ongegrond verklaard. De raad volgt het standpunt van verweerder dat voor hem niet aanstonds duidelijk behoefde te zijn dat klager leed aan een psychische stoornis, die hem belemmerde in zijn functioneren, zoals namens klager is gesteld. Ook niet is komen vast te staan dat klager rechten heeft prijsgegeven als gevolg van de handelwijze en/of een nalatigheid van verweerder. Het argument van verweerder dat hij geen hoger beroep kon instellen is dat een advocaat bij het instellen van hoger beroep moet verklaren dat hij daartoe bepaaldelijk door zijn cliënt gevolmachtigd is, hetgeen niet het geval was. Een dergelijk standpunt mocht verweerder innemen en komt de raad niet onjuist voor.