Zoekresultaten 10291-10300 van de 12883 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2608 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.421

    Klacht: Klaagster is de dochter van patiënte die door de huisarts op 22 oktober 2010 is doorverwezen naar de SEH van het ziekenhuis wegens COPD exacerbatie. Patiënte is diezelfde dag opgenomen op de IC-afdeling alwaar een behandeling is gestart. Vanaf  23 oktober is verweerder, internist-intensivist, bij de behandeling van patiënte betrokken.  Op 24 oktober heeft klaagster een volmacht alsmede een verklaring van patiënte overgelegd houdende een euthanasieverzoek en een onthouding van toestemming voor verdere medische behandeling. Op 27 oktober is de behandeling gestaakt. Patiënte is enkele uren daarna overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij: 1.  Geen uitleg of verklaring heeft gegeven voor de plotseling verslechterde toestand van   patiënte; 2.  Niet heeft uitgelegd waarom het aanbrengen van de beademing drie uur moest duren; 3.  Geen gehoor heeft gegeven aan de wens van patiënte tot niet behandelen; 4.  Geen contact heeft gezocht met een collega-intensivist i.v.m. met de afspraken die de   familie over de duur van de behandeling met deze laatste hadden gemaakt; 5.  Vanaf 26 oktober geweigerd heeft een kopie van het medisch dossier van patiënte   over te leggen; 6.  Een verklaring van natuurlijke dood heeft ondertekend; 7.  Zich onbeschoft en eigengereid heeft gedragen. RTG Groningen: Niet-ontvankelijk: 1, 2, 5, Ongegrond: 4, 6, Gegrond: 3, 7, waarschuwing CTG: De arts gaat in hoger beroep tegen de beslissing van het RTG voor zover daarin de klachtonderdelen 3 en 7 gegrond zijn verklaard. Het CTG vernietigt de beslissing voor zover de klachten gegrond zijn verklaard en verklaart de klachtonderdelen 3 en 7 alsnog ongegrond. De aan de arts opgelegde waarschuwing komt hiermee te vervallen. In het door klaagster ingestelde incidenteel beroep wordt de beslissing van het RTG ten aanzien van klachtonderdelen 1,2 en 5 bevestigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2605 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-092d

    Klager verwijt de huisarts ernstige nalatigheid, gebrek aan medisch inzicht en schuld aan de dood. Meer specifiek verwijt klager de  huisarts dat deze ten onrechte heeft nagelaten zoontje van klager door te verwijzen naar de kinderarts omdat het zoontje op dat moment al twee weken ernstige hoofdpijn en uitvalsverschijnselen had. Die avond kon het zoontje van klager zijn evenwicht nauwelijks nog bewaren en had drie keer overgegeven waarbij zijn ogen helemaal wegdraaiden. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2013:YG2606 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/240

    Klaagster dient een klacht in namens haar overleden moeder, hierna patiënte genoemd. Patiënte verkeerde in een terminaal stadium en werd op vrijdag vanuit het ziekenhuis naar huis gestuurd. Klaagster verwijt de huisarts onzorgvuldig te hebben gehandeld door geen huisbezoek af te leggen, maar de zorg voor patiënte over te laten aan huisartsen van de  HAP. De huisarts had tevens moeten zorgdragen voor de aanwezigheid van een morfinepomp, bij gebreke hiervan heeft patiënte in de laatste fase van haar leven onnodig geleden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2013:YG2607 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/132

    Klaagster verwijt de huisarts onzorgvuldig te hebben gehandeld door niet te controleren of een eerder door hem ingebrachte IUD was verwijderd. De onder zijn supervisie werkende AIOS heeft, naar nu blijkt, bij klaagster een nieuwe IUD geplaatst terwijl er nog een oude aanwezig was.  Dit heeft bij klaagster verschillende klachten veroorzaakt. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2601 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-038

    Klaagster verwijt de neuroloog dat zij patiënt ten onrechte niet heeft opgenomen in het ziekenhuis en niet de juiste diagnose heeft gesteld. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2602 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-092a

    Klager verwijt de huisarts ernstige nalatigheid, gebrek aan medisch inzicht en onzorgvuldig omgaan met de diagnostiek. Meer specifiek verwijt klager de huisarts dat zij ten onrechte heeft nagelaten zoontje van klager door te verwijzen naar de kinderarts dan wel overleg te plegen met de kinderarts omdat het zoontje op dat moment al twee weken hoofdpijn had. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2603 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-092b

    Klager verwijt de huisarts ernstige nalatigheid, gebrek aan medisch inzicht en onzorgvuldig omgaan met de diagnostiek. Meer specifiek verwijt klager de huisarts  dat deze ten onrechte heeft nagelaten zoontje van klager door te verwijzen naar de kinderarts dan wel overleg te plegen met de kinderarts omdat het zoontje op dat moment al twee weken ernstige hoofdpijn en uitvalsverschijnselen had, de zorgen van klager en de moeder heeft weerlegd en niet adequaat heeft gehandeld naar aanleiding van het uitgevoerde bloedonderzoek. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2604 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-092c

    Klager verwijt de huisarts ernstige nalatigheid, gebrek aan medisch inzicht, schuld aan de dood en onheuse bejegening tijdens het consult. Meer specifiek verwijt klager de  huisarts dat deze ten onrechte heeft nagelaten zoontje van klager door te verwijzen naar de kinderarts dan wel overleg te plegen met de kinderarts omdat het zoontje op dat moment al twee weken ernstige hoofdpijn en uitvalsverschijnselen had en de moeder van patiëntje ongerust was. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2599 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 073/2012

    Klacht tegen psychiater. Behandeling (inmiddels gesuicideerde) patiente tijdens twee opnamen (vrijwillig en onvrijwillig) ver onder de maat. Onvoldoende reden voor gedwongen ontslag/beeidnigng bahndelingsovereenkomst op dezelfde dag. Niet voldaan aan zorgvuldigheidseisen. Schorsing 6 maanden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2593 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 298/2011

    Raadkamerbeslissing. Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Verweerster mocht uitgaan van de op dat moment gestelde diagnose. Verweerster heeft voldoende oog gehad voor medicatiegevoeligheid van klager.