Zoekresultaten 9861-9870 van de 12898 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:26 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.386

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De klachten tegen de verpleegkundige betreffen gebeurtenissen en aantekeningen in het dossier in de periode van 10 april tot en met 27 mei 2007. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet ontvankelijk verklaard in haar klachten. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.110

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De verpleegkundige is betrokken geweest bij de behandeling, verpleging en begeleiding van klaagster tijdens haar opname op unit 12. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.278

    Klacht tegen arts-assistent in opleiding tot psychiater. Klaagster verwijt de arts-assistent in opleiding tot psychiater dat hij ten onrechte een geneeskundige verklaring heeft afgegeven waardoor zij een IBS heeft gekregen en dat hij haar rouwverwerking heeft onderkend, waardoor haar gezinsleven compleet is verwoest. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.117

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. Klaagster verbleef tot 9 juli 2007 op unit 12 en korte tijd op de open afdeling unit 11. Verweerster werkte gedurende de gedwongen opname van klaagster op unit 12 op deze afdeling als verpleegkundige. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:9 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.380

    Klacht tegen psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat zij heeft gezorgd voor de gedwongen opname (IBS) op 5 april 2007 en dat zij daarbij - zonder voorafgaand contact met klaagster- slechts is uitgegaan van het dossier. Daardoor heeft het bestaan en (gezins)leven van klaagster ernstig risico gelopen en is haar rouwverwerking en die van haar kinderen ernstig verstoord. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:33 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.103

    De arts is door een rechtbank als een van drie deskundigen benoemd om een deskundigenbericht uit te brengen in een door klager aangespannen civielrechtelijke procedure tegen de behandelende artsen (in 1993) van zijn zoon, die thans zwaar gehandicapt is. De klachten van klager hebben – samengevat – betrekking op de vraag of de arts zijn opdracht had mogen aanvaarden zonder over een volledig medisch dossier te beschikken, of de wijze van tot stand komen van de  rapportage aan de normen voldoet en of de arts overigens tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat het in de onderhavige procedure niet relevant is of de arts heeft voldaan aan zijn verplichtingen als getuige-deskundige maar of de arts in zijn hoedanigheid van arts ter zake van zijn rapportage tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. Alle verwijten die klager de arts maakt, dienen dientengevolge getoetst te worden aan de vijf criteria die volgens vaste rechtspraak van het Centraal Tuchtcollege gelden voor een arts als getuige-deskundige, te weten: 1) wordt in het rapport op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusie van het rapport steunt; 2) vinden de in het rapport uiteengezette gronden aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen vermeld in het rapport; 3) kunnen bedoelde gronden de daaruit getrokken conclusie rechtvaardigen; 4) beperkt de rapportage zich tot de deskundigheid van de rapporteur; en 5) kon de methode van onderzoek teneinde tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling te komen tot het beoogde doel leiden, dan wel heeft de rapporteur daarbij de grenzen van redelijkheid en billijkheid overschreden. Het college oordeelt vervolgens dat in beginsel de onvolledigheid van het dossier van een patiënt een arts niet behoeft te weerhouden van het uitbrengen van een deskundigenbericht, mits hij van zijn antwoorden voldoende verantwoording aflegt en in voorkomende gevallen aangeeft dat hij een of meer vragen niet kan beantwoorden. Het beroep wordt ook overigens ongegrond verklaard, waarbij het college nog opmerkt dat een tuchtrechtelijke procedure niet de juiste weg is om nader inzicht te krijgen in een medisch dossier.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:14 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.289 en c2012.290

    Klacht tegen chirurg. Klaagster verwijt de chirurg dat hij grensoverschrijdend seksueel gedrag jegens haar heeft vertoond, zich onbetamelijk heeft gedragen tijdens de klachtenprocedure van het UMCG en zich daarbij van een niet-authentiek document bediend, haar een e-mail met een bedreigend karakter heeft gestuurd en zonder medische noodzaak kennis heeft genomen van haar psychiatrisch dossier en dit in een privécontact ter sprake heeft gebracht. Regionaal College verklaart de klacht grotendeels gegrond en legt de maatrefgel op van voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van een jaar, met een proeftijd van twee jaar. Hoger beroep klaagster en de chirurg. Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing voor zover daarin de maatregel van voorwaardelijke schorsing is opgelegd en legt de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van een jaar op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:27 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.387

    Klacht tegen arts-assistent in opleiding tot psychiater. Klaagster verwijt de arts-assistent in opleiding tot psychiater dat hij is tekortgeschoten in de zorg jegens andere patiënten; heeft mee gewerkt aan de gedwongen opname van klaagster op unit 12 van 5 april tot en met 9 juli 2007 en een gesprek aan het eind van klaagsters opname heeft geweigerd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.279

    Klacht tegen psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij verkeerde medicatie voorschreef, te weten Risperdal; dat hij geen behandelplan heeft gemaakt in de thuissituatie; dat hij geen informatie gaf over de medicatie; dat hij is uitgegaan van de diagnose in het dossier, waardoor hij een angst/paniek aanval niet heeft onderkend; dat hij alles besprak met haar man en niet met haar en dat haar kinderen door haar gedwongen opname extra getraumatiseerd zijn. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:40 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.111

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De verpleegkundige is betrokken geweest bij de behandeling, verpleging en begeleiding van klaagster tijdens haar opname op unit 12. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.