Zoekresultaten 12971-12980 van de 13843 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0876 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 154

    Klaagster verwijt de vaatchirurg dat hij haar gemotiveerde verzoek om tromboseprofylaxe te geven heeft genegeerd. Het College heeft de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG1734 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 10130

    Klagers verwijten verweerder dat hij aan echtgenoot en broer van klagers de juiste behandeling heeft onthouden door geen chemotherapie voor te stellen dan wel te starten, terwijl dit wel het advies was van de multidisciplinaire oncologie-commissie. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0877 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-059

    Klaagster verwijt de vaatchirurg de gebrekkige wijze waarop zij klaagster heeft voorgelicht en behandeld, alsmede een (ontbrekende) nazorg. Klaagster voert onder meer aan dat bij het verwijderen van een in het been achtergebleven deeltje van gebruikt materiaal een ernstige fout is gemaakt. Het College heeft de klacht in zijn geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0878 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-050a

    Klagers verwijten de KNO-arts dat hij een verkeerde en te late diagnose heeft gesteld, onvoldoende informatie over de behandeling en gevolgen daarvan heeft gegeven, een chirurgische fout heeft gemaakt en onjuiste medicijnen heeft gegeven, althans aansprakelijk is voor hetgeen is gebeurd. Het College heeft de klacht in zijn geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0879 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-050b

    Klagers verwijten de arts, aios KNO, dat hij een verkeerde en te late diagnose heeft gesteld, onvoldoende informatie over de behandeling en gevolgen daarvan heeft gegeven, een chirurgische fout heeft gemaakt en onjuiste medicijnen heeft gegeven. Het College heeft de klacht in al haar onderdelen afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0869 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/357

    De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis. Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist. De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0870 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/358

    De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis. Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist. De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0865 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09217a

    Klaagster verwijt verweerder dat er na de door hem bij haar uitgevoerde grote buikoperatie blaarvorming aan haar hielen is opgetreden. De decubitusprotocollen zijn niet nageleefd. Naar het oordeel van het college kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De operatie en het herstel daarvan zijn goed verlopen. Er zijn geen aanwijzingen dat door of tijdens de operatie iets is gebeurd dat kan hebben bijgedragen aan het ontstaan van de decubitus. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0871 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/359

    De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis. Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist. De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0866 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09218

    Klaagster verwijt verweerder dat hij bij haar een basaalcarcinoom op haar hoofd op onjuiste wijze heeft verwijderd, onvoldoende informatie vooraf en een onjuiste postoperatieve behandeling, waarbij verweerder op het menselijke vlak is tekortgeschoten. Het college is van oordeel dat de voorlichting uitgebreider had gekund, maar dat verweerder in het voortraject en bij de operatie niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Wel was extra aandacht voor de wond nodig geweest omdat de hechtingen onder spanning waren aangebracht en heeft verweerder nadat de wond ontstoken raakte klaagster onvoldoende voorgelicht over het feit dat er uiteindelijk een grote kale plek zou ontstaan. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.