Zoekresultaten 10161-10170 van de 12895 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2748 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.220

    Klacht tegen revalidatiearts. Klaagster is door de huisarts voor advies en behandeling in verband met rugklachten verwezen naar het ziekenhuis, alwaar zij multidisciplinair behandeld is door, onder meer, de arts. Klaagster verwijt de arts - kort samengevat - dat zij tekort is geschoten in de zorg. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2742 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.048

    Klacht: Klager verwijt de verpleeghuisarts, verweerder dat deze op geen en/of onvoldoende zorg heeft verleend aan patiënt, vader van klager. Patiënt is vanuit een verzorgingstehuis opgenomen op de verpleegafdeling van een verpleeghuis alwaar patiënt onder begeleiding van verweerder kwam. Twee maanden na opname is patiënt overleden. Klager formuleert de volgende klachtonderdelen: 1.  Ten onrechte gestopt met bloedverdunner Persantin; 2.  Ten onrechte gestopt met meerdere medicijnen tegelijk; 3.  Geen nadere actie ondernomen bij nieuwe verdenking tia; 4.  Na de val heeft het 35 minuten geduurd voordat de ambulance werd gebeld; 5.  In het weekend voor overlijden is terminale sedatie gestart. De communicatie met de arts   laakte aan duidelijkheid en inlevingsvermogen; 6.  Na terugkeer uit het ziekenhuis is onvoldoende aandacht geweest voor het vochtbeleid. 7.  Na het weekend voor overlijden ontstond een tekort aan morfine, waardoor patiënt meer dan  1 uur pijnmedicatie is onthouden. Hierover is niet duidelijk met de familie gecommuniceerd;  8.  In die fase heeft de verpleging op onjuiste wijze diazepam toegediend; 9.  Personeel van de verpleegafdeling heeft geen weet van protocollen op de afdeling; 10.  De communicatieve vaardigheden van verweerder waren slecht; 11.  Niet houden aan richtlijn terminale sedatie; 12.  De dood is niet lege artis vastgesteld. RTG Den Haag: Klachtonderdelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 ongegrond; 1, 2, 12 gegrond; Klachtonderdeel 11 onbesproken. Waarschuwing + publicatie. CTG:  De arts gaat in hoger beroep tegen de beslissing van het RTG voor zover daarin de klachtonderdelen 1, 2 en 12 gegrond zijn verklaard. Het CTG vernietigt de beslissing voor zover de klachten gegrond zijn verklaard en verklaart de klachtonderdelen1, 2 en 12 alsnog ongegrond. De aan de arts opgelegde waarschuwing komt hiermee te vervallen. In het door klager ingestelde incidenteel beroep wordt de beslissing van het RTG ten aanzien van klachtonderdeel 4 bevestigd. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep betreffende de klachtonderdelen 5 tot en met 11 .

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2749 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.222

    Klacht tegen arts die op verzoek van de gemeente bij klager een indicatieonderzoek heeft verricht teneinde te adviseren of klager in aanmerking kon komen voor een gehandicaptenparkeerkaart. De klacht houdt in dat de arts: 1) onvoldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht en 2) de privacy van klager heeft geschonden door meer medische gegevens van klager in het keuringsrapport te vermelden dan nodig is. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 2) gegrond en legt de arts een waarschuwing op. Beide partijen komen in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt de beroepen.De in eerste aanleg opgelegde maatregel (waarschuwing) blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2743 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.049

    Bij de moeder van klaagsters, patiënte, is operatief een tumor (poliep)verwijderd. De aangeklaagde chirurg heeft de patiënte mede geopereerd. Na de operatie bleef patiënte klachten houden en een kleine twee maanden later is in een ander ziekenhuis door een andere chirurg een tweede operatie uitgevoerd waarbij een tumor, een adenocarcinoom met lymfekliermetastasen, is verwijderd. Het RTG heeft de klacht afgewezen en de publicatie gelast na het onherroepelijk worden van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagsters verworpen en de publicatie van de beslissing gelast. Bij reconstructie blijkt dat er bij de preoperatieve scopie tot de stenoserende tumor in de flexura lienalis gekeken is, waarbij gedacht werd dat het colon transversum gepasseerd was en de tumor in het ascendens gelegen. Op de preoperatieve CT is de tumor bij de flexura lienalis niet evident en is er  wel een tumor in het ascendens te zien.  De chirurg mocht van deze gegevens uitgaan, en heeft –van die gegevens uitgaande- niet verwijtbaar gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2750 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.244

    Klacht: Verweerster, specialist ouderengeneeskunde, was werkzaam in het verzorgingshuis waar de moeder van klaagster, patiënte, op de verpleegafdeling verbleef. Patiënte kreeg op enig moment last van hoestbuien, mogelijk longontsteking, en is een maand later overleden. Klaagster verwijt verweerster dat zij haar verantwoordelijkheid als arts niet heeft genomen en heeft meegewerkt aan het laten versterven van patiënte zonder dat daartoe enige aanleiding bestond. RTG Amsterdam heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2744 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.155

    Klager, eerder gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis II, is onder behandeling geweest van verweerder, gezondheidszorg-psycholoog, en een psychiater (eveneens aangeklaagd: C2012.156). Bij klager is vervolgens de diagnose Borderline persoonlijkheidsstoornis gesteld. Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog dat hij klager een onjuiste behandeling heeft gegeven, gebaseerd op een onjuiste diagnose, en voorts dat hij na de ziekenhuisopname van klager onvoldoende nazorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2751 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.261

    Klaagster is door verweerder, dermatoloog, getest op allergie. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet betrokken was bij haar klachten en dat hij haar nauwelijks uitleg heeft gegeven over de geconstateerde goudallergie, terwijl hij, aldus klaagster, heeft nagelaten haar op  allergie voor lijmen, zoals deze door tandartsen worden gebruikt, te testen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af en het hoger beroep van klaagster wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2745 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.156

    Klager, eerder gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis II, is onder behandeling geweest van een gezondheidszorgpsycholoog (eveneens aangeklaagd: C2012.155) en verweerster, psychiater. Klager verwijt de psychiater dat deze 1) is gestart met het instellen van klager op lithium zonder eerst de antidepressiva te hebben afgebouwd en toen de eerste gevolgen van de foutief ingestelde medicatie aan het licht kwamen lithium niet heeft gestaakt, maar daarnaast quetiapine heeft voorgeschreven. Klager verwijt de psychiater voorts 2) dat zij de door klager vermelde symptomen passend bij een lithiumintoxicatie niet heeft onderkend en 3) na de ziekenhuisopname van klager niet heeft overwogen de medicatie te stoppen en onvoldoende nazorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2739 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.274

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager verwijt verweerster dat tijdens zijn verblijf in een FPC ten onrechte separatiemaatregelen en dwangmedicatie zijn toegepast. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht, stellende dat het klaagschrift niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de uitspraak en doet de zaak vervolgens zelf af door de klacht ongegrond te verklaren.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2746 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.218

    Klacht tegen fysiotherapeut. Klaagster is door de huisarts voor advies en behandeling in verband met rugklachten verwezen naar het ziekenhuis, alwaar zij multidisciplinair behandeld is door, onder meer, de fysiotherapeut. Klaagster verwijt de fysiotherapeut - kort samengevat - dat hij tekort is geschoten in de zorg. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege merkt de dossiervorming als onvoldoende aan en legt de maatregel van waarschuwing op. Ten overvloede wordt overwogen dat de fysiotherapeut geen goede redenen had om een uitgebreid lichamelijk onderzoek bij klaagster na te laten alvorens de behandeling te beginnen. Geen ambtshalve oplegging van een maatregel ter zake.