ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2739 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.274

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2739
Datum uitspraak: 21-03-2013
Datum publicatie: 21-03-2013
Zaaknummer(s): c2011.274
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen gz-psycholoog. Klager verwijt verweerster dat tijdens zijn verblijf in een FPC ten onrechte separatiemaatregelen en dwangmedicatie zijn toegepast. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht, stellende dat het klaagschrift niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de uitspraak en doet de zaak vervolgens zelf af door de klacht ongegrond te verklaren.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2011.274 van:

A., thans verblijvende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

C., gz-psycholoog, werkzaam te D., verweerster in beide instanties, gemachtigde: mr. E.J.C. de Jong, advocaat te Utrecht.

1.         Verloop van de procedure

A. - hierna klager - heeft op 27 mei 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle tegen C. - hierna de gz-psycholoog - een klacht ingediend. Bij beslissing van 7 juli 2011, onder nummer 152/2011 heeft dat College klager niet-ontvankelijk verklaard.

Klager is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De gz-psycholoog heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.

De zaak is in hoger beroep in raadkamer behandeld op 15 mei 2012. De behandeling in raadkamer is op voormelde datum geschorst en hervat ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 31 januari 2013, waar partijen, met bericht van afwezigheid, niet zijn verschenen.

2.         Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd.

“2.  DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

Op grond van artikel 65 lid 2 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG) in samenhang met artikel 4 van het Tuchtrechtbesluit BIG moet het klaagschrift voldoen aan de in dat besluit genoemde eisen. Op grond van artikel 5 van het Tuchtrechtbesluit BIG wordt de klager in de gelegenheid gesteld de gebreken in het klaagschrift te herstellen. Indien klager de gebreken in het klaagschrift niet of onvoldoende herstelt wordt klager op grond van artikel 66 lid 4 niet ontvankelijk verklaard in zijn klacht.

Nu het inleidend klaagschrift niet aan de daaraan te stellen eisen voldeed, heeft de secretaris van het college klager op 9 juni 2011 een brief geschreven, waarin hij werd uitgenodigd de in die brief gestelde vragen te beantwoorden om zodoende de gebreken te herstellen.

Klager heeft daaraan echter in het aanvullend klaagschrift slechts ten dele voldaan. Hij heeft  onvoldoende duidelijk aangegeven wat hij de aangeklaagde precies verwijt en op welke feiten en omstandigheden zijn klacht is gebaseerd. Hiermee is de klacht onvoldoende duidelijk en tevens onvoldoende onderbouwd.

Bij deze stand van zaken dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht.”

3.         Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Klager heeft in de periode van 19 april 2005 tot 27 juni 2007 verbleven in de

E.-kliniek, locatie F., alwaar de gz-psycholoog destijds als hoofd behandeling werkzaam was. Vanaf 27 juni 2007 verblijft klager in G..

4.         Beoordeling van het hoger beroep

4.1              Klager richt zich met zijn klacht tegen het - naar zijn overtuiging ten onrechte - toepassen van separatiemaatregelen en dwangmedicatie.

4.2       De gz-psycholoog heeft in hoger beroep verweer gevoerd stellende dat zij geen bemoeienis heeft gehad met het op bepaalde momenten separeren van klager en in het geheel niet betrokken is geweest bij het besluit tot en/of het daadwerkelijke toedienen van dwangmedicatie aan klager. Zij concludeert primair tot niet-ontvankelijk verklaring van klager in zijn beroep en subsidiair tot verwerping van het beroep.

4.3       Anders dan het Regionaal Tuchtcollege acht het Centraal Tuchtcollege de klacht van klager voldoende duidelijk. De beslissing in eerste aanleg kan dan ook niet worden gehandhaafd en zal worden vernietigd. Het Centraal Tuchtcollege zal de zaak op grond van artikel 73 lid 5 Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg zelf af doen.

4.4       Nu de gz-psycholoog als reactie op de klacht te kennen heeft gegeven niet betrokken te zijn geweest bij de toepassing van separatiemaatregelen en/of dwangmedicatie bij klager en klager zijn klacht niet nader heeft toegelicht of onderbouwd dient de klacht, bij gebrek aan feitelijke grondslag, te worden afgewezen.

5.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep;

                                               en, opnieuw rechtdoende:

                                               wijst de klacht af.

Deze beslissing is gegeven door: mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, mr. H.C. Cusell en

mr. L.F. Gerretsen-Visser, leden-juristen en dr. G.M. van der Aalsvoort en

prof.dr. M.J.M. van Son, leden-beroepsgenoten en mr. M.D. Barendrecht-Deelen, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 21 maart 2013.

                        Voorzitter   w.g.                     Secretaris  w.g.