Zoekresultaten 9851-9860 van de 12898 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 084-2013

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog betreffende forensische rapportage. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 169-2012

    Klacht tegen psychiater  betreffende forensische rapportage. Klacht kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:42 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.105

    De arts is door een rechtbank als een van drie deskundigen benoemd om een deskundigenbericht uit te brengen in een door klager aangespannen civielrechtelijke procedure tegen de behandelende artsen (in 1993) van zijn zoon, die thans zwaar gehandicapt is. De klachten van klager hebben – samengevat – betrekking op de vraag of de arts zijn opdracht had mogen aanvaarden zonder over een volledig medisch dossier te beschikken, of de wijze van tot stand komen van de  rapportage aan de normen voldoet en of de arts overigens tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat het in de onderhavige procedure niet relevant is of de arts heeft voldaan aan zijn verplichtingen als getuige-deskundige maar of de arts in zijn hoedanigheid van arts ter zake van zijn rapportage tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. Alle verwijten die klager de arts maakt, dienen dientengevolge getoetst te worden aan de vijf criteria die volgens vaste rechtspraak van het Centraal Tuchtcollege gelden voor een arts als getuige-deskundige, te weten: 1) wordt in het rapport op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusie van het rapport steunt; 2) vinden de in het rapport uiteengezette gronden aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen vermeld in het rapport; 3) kunnen bedoelde gronden de daaruit getrokken conclusie rechtvaardigen; 4) beperkt de rapportage zich tot de deskundigheid van de rapporteur; en 5) kon de methode van onderzoek teneinde tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling te komen tot het beoogde doel leiden, dan wel heeft de rapporteur daarbij de grenzen van redelijkheid en billijkheid overschreden. Het college oordeelt vervolgens dat in beginsel de onvolledigheid van het dossier van een patiënt een arts niet behoeft te weerhouden van het uitbrengen van een deskundigenbericht, mits hij van zijn antwoorden voldoende verantwoording aflegt en in voorkomende gevallen aangeeft dat hij een of meer vragen niet kan beantwoorden. Het beroep wordt ook overigens ongegrond verklaard, waarbij het college nog opmerkt dat een tuchtrechtelijke procedure niet de juiste weg is om nader inzicht te krijgen in een medisch dossier.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:43 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.455

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager verwijt de verzekeringsarts verwijt klager de arts dat de informatie van International SOS over de beschikbare behandelmogelijkheden in Colombia onvoldoende is om de conclusie te rechtvaardigen dat er adequate behandelmogelijkheden zijn in het land van herkomst en dat het reisadvies van de verzekeringsarts onzorgvuldig is omdat deze geen aanwijzing tot feitelijke overdracht bevat. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen; het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:38 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.109

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. Op 5 april 2007 heeft verweerder, als verpleegkundige werkzaam bij de crisisdienst RIAGG IJsselland, klaagster bezocht in het kader van een IBS-beoordeling op verzoek van de crisisdienst RIAGG Zwolle. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:19 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.116

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De verpleegkundige werkte gedurende de opname van klaagster op de open afdeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.277

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij in augustus 2006 veronderstelde dat zij mogelijk manisch depressief is, dat hij heeft gezegd dat hij het voor haar kinderen heeft gedaan, echter na haar opname heeft hij niets meer voor hen gedaan, dat hij uitging van dat wat in het dossier stond, waarmee hij verzuimde zelf een diagnose te stellen, dat hij haar bij het eerste consult al verwees naar de psychiater Plinsinga, dat hij geen begeleiding heeft gegeven in de rouwverwerking en verliesverwerking tijdens de ziekte van haar man en na diens overlijden en dat hij niet ingegrepen heeft toen duidelijk werd dat de begeleiding van Bunschoten niet voldeed. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.379

    Klacht tegen psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij op basis van een onjuiste (dossier)beoordeling gezorgd heeft voor een -onterechte- rechterlijke machtiging. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:32 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.433

    Klacht tegen psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij zonder voorafgaand gesprek met of test van klaagster voor een gedwongen opname heeft gezorgd; dat hij geen behandelplan heeft opgesteld en dat hij geen informatie aan klaagster heeft verstrekt over een mogelijk behandelplan; dat hij ten onrechte voor waar heeft aangenomen dat er bij klaagster mogelijk sprake was van een stoornis waarbij hij niet heeft onderzocht of er een behandeling in de thuissituatie mogelijk was; dat hij de shock van klaagster niet heeft onderkend; dat hij niet heeft gestreefd naar behoud van klaagsters gezin; dat hij klaagster via de AIOS ziekmakende medicatie voorschreef en dat de door hem voorgeschreven lithium gecontraïndiceerd was bij een hersenbeschadiging en dat hij nooit heeft onderzocht welke gevolgen dit voor klaagster kon hebben. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:13 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.384

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De verpleegkundige is betrokken geweest bij de behandeling, verpleging en begeleiding van klaagster tijdens haar opname op unit 12. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet ontvankelijk verklaard in haar derde (specifieke) klachtonderdeel en de klacht voor het overige (waaronder het algemene klachtonderdeel) afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep, voor zover het algemene klachtonderdeel als (kennelijk) ongegrond is afgewezen, verklaart klaagster niet ontvankelijk in haar algemene klachtonderdeel en verwerpt het beroep voor het overige.