Zoekresultaten 19861-19870 van de 21748 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1886 Raad van Discipline Amsterdam 10-192A

    Klacht tegen eigen advocaat over vereiste communicatie, met name voor wat betreft de financiële afwikkeling van de zaak. Tussenuitspraak waarin verweerder wordt verzocht nadere stukken aan de raad over te leggen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1874 Raad van Discipline Amsterdam 10-360U

    Verzetzaak. Klacht over traagheid bij behandeling van klagers zaak en over het feit. dat verweerder bijna 5 maanden heeft laten verstrijken alvorens dossier over te dragen aan opvolgend advocaat van klager. Verzet gegrond, klacht gegrond, enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1875 Raad van Discipline Amsterdam 10-193H

    Verweerster is als advocaat voor beide echtgenoten in echtscheiding opgetreden. Partijen hebben in onderling overleg alimentatieregeling gewijzigd ten opzichte van een concept convenant, hetgeen door verweerster op hun instructie heeft gewijzigd in definitieve versie van het con-venant. Klacht over het niet volledig opnemen van die afspraken ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1876 Raad van Discipline Amsterdam 10-237U

    Klachten van advocaat van de vrouw tegen advocaat van de man over (wijze van) behandeling van de zaken, die vooral betrekking hebben op omgangsregeling. Gegrond is de klacht over rechtstreeks aanschrijven van de wederpartij, terwijl verweerster wist dat deze werd bijgestaan kla-ger. Klager is niet ontvankelijk in zijn klacht over onnodig grievende uitlatingen in correspondentie en processtukken nu deze niet tot hem zijn gericht. Overige klachten ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1877 Raad van Discipline Amsterdam 10-398A

    Dekenbezwaar; verweerder heeft twee maal een bevel beperkingen opgelegd aan cliënt in strafzaak overtreden door contact te hebben met derden en met hen zaaksinhoudelijke informatie uit te wisselen. Gegrond, maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1871 Raad van Discipline Arnhem 11-44

    Klaagster had een verklaring afgelegd ten behoeve van een zakelijke relatie, cliënt van verweerder. Toen die relatie ten einde kwam heeft klaagster die verklaring in willen trekken. Verweerder heeft daar niet aan mee willen werken. Klaagster verwijt hem dat. Klacht kennelijk ongegrond omdat de verklaring was ingebracht door de cliënt van verweerder, verweerder af mocht gaan op de juistheid daarvan zolang hem niet van onjuistheid was gebleken, de door klaagster beweerde onjuistheid alleen gelegen was in de door haar in die verklaring aangenomen hoedanigheid, terwijl verweerder alvorens een besluit omtrent klaagsters verzoek te nemen advies heeft ingewonnen bij de deken.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1872 Raad van Discipline Arnhem 11-07

    Verweerder is als Cohenadvocaat in dienst van Vakvereniging X. Klager, lid van X, krijgt lange tijd begeleiding van rayonbestuurder. Klaagt daarover bij bestuur. Verweerder krijgt van bestuur een onduidelijke opdracht : advisering van bestuur over klacht en/of bijstand aan klager. Verweerder laat na tegenover bestuur en klager zijn positie te verhelderen, schrijft klager geen heldere opdrachtbevestiging, beperkt zich tot het uitbrengen van schriftelijk advies zonder eerst en onmiddellijk met klager te spreken, doet daar een kleine drie maanden over, laat daarbij een deel van klagers arbeidsrechtelijke problematiek buiten beschouwing. Klagers verwijten dat verweerder zijn zaak niet voorspoedig in behandeling heeft genomen en heeft geweigerd hem bij te staan in een procedure tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst gegrond. Verweerder had zich in zijn hoedanigheid van Cohenadvocaat meer bewust moeten zijn van de bijzondere positie die hij binnen X inneemt, en had er voor dienen te waken dat hij ten opzichte van klager vrijuit – onafhankelijk van het bestuur – diens belangen integraal kon behartigen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1873 Raad van Discipline Arnhem 11-50

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft zich voldoende ingespannen bij de behartiging van de belangen van klager. De ouders van klager zijn kennelijk niet-ontvankelijk nu zij geen zelfstandig belang hebben bij de klacht.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1867 Raad van Discipline Arnhem 11-47

    Klacht tegen eigen advocaat die zaak van klager onvoldoende heeft behandeld. Verweerder wordt het verwijt gemaakt klager niet op tijd bezocht te hebben; de stukken onvoldoende te hebben besproken, (mede) de hand te hebben gehad in het vervroegen van de zitting; in strijd met de wens van klager een rechterlijke machtiging te hebben bepleit en klager op zitting belachelijk te hebben gemaakt; niet bereikbaar te zijn en geen beroep in cassatie te hebben ingesteld en niet onmiddellijk stukken te hebben afgegeven. Klacht bij voorzittersbeslissing kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1868 Raad van Discipline Arnhem 11-21

    Klacht over optreden advocaat tijdens inverzekeringstelling van klager. Sinds de verweten gebeurtenissen zijn 10 jaar verstreken. De Advocatenwet kent geen algemene termijnen voor verval of verjaring van het klachtrecht. Het beginsel van rechtszekerheid brengt echter mee, dat een advocaat ervan moet kunnen uitgaan dat een klacht over zijn verrichtingen binnen een redelijke termijn wordt ingediend. Welke termijn als redelijk moet worden beschouwd is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Er zijn echter geen bijzondere omstandigheden gesteld of gebleken die genoemd lange tijdsverloop kunnen rechtvaardigen. De voorzitter is van oordeel, dat verweerster na zoveel jaren niet meer behoefte te verwachten dat zij nog verantwoording voor de tuchtrechter zou moeten afleggen. Klager is niet ontvankelijk in zijn klacht.