Zoekresultaten 19631-19640 van de 20506 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0858 Raad van Discipline Amsterdam 09-344U 09-345U

    onderdelen a, b en c tav verweerder sub 1 niet-ontvankelijk; onderdelen a, c, d en f tav verweerder sub 2 ongegrond; onderdelen b en e tav verweerder sub 2 gegrond. Het correct en volledig vastleggen van een opdracht, declaratieafspraken en ook het instaan voor de juistheid van de verzonden declaraties, betreffen in beginsel geen gedragingen die aan het kantoor kunnen worden verweten. Klachten hierover tegen het kantoor zijn niet-ontvankelijk en tegen behandelend advocaat alleen gegrond voor zover deze betreft het niet voldoende schrifte-lijk informeren over het verbruik van het budget van de rechtsbijstandverzekering van klager. Voorts is gegrond de klacht over het onzorgvuldig neerleggen van de behandeling van de zaak. Overige kwaliteitsklachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0859 Raad van Discipline Amsterdam 09-339A

    Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Deze heeft een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem, gelet op die belangen, als juist voor-komt. Deze vrijheid is niet onbegrensd; het kan voorkomen dat een advocaat ook met bepaalde belangen van de wederpartij rekening dient te houden. In dit geval geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0860 Raad van Discipline Amsterdam 10-083A

    Ten uitvoerlegging bevolen van een voorwaardelijk opgelegde maatregel (schorsing van een maand) in verband met niet-naleving van bijzondere voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0861 Raad van Discipline Amsterdam 10-008A

    Klacht tegen advocaat van wederpartij. Een advocaat is niet verantwoordelijk voor de inhoud van een door een medisch deskundige uitgebrachte verklaring. Wel dient hij zorgvuldigheid te be-trachten een dergelijke verklaring te gebruiken in een procedure. Van onzorgvuldigheid in dit geval is niet gebleken. Met betrekking tot de overige klachtonderdelen geldt dat een advocaat in een procedure geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen. Hij dient de belangen van zijn cliënt te behartigen aan de hand van feitenmateriaal dat hem door zijn cliënt wordt verschaft en hij mag in het algemeen afgaan op de juistheid van dat materiaal. Slechts in uitzonderingsgevallen is hij gehouden de juistheid daarvan te verifiëren. Van een uitzonderingsgeval is in deze zaak geen sprake. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0852 Raad van Discipline Arnhem 10-99

    Verzoek ex art. 60 ab, b en c Advocatenwet. Ontvankelijk, in weerwil van schrapping op eigen verzoek kort voor de behandeling van dat verzoek. Diens eigen praktijk is  volgens zijn zeggen goeddeels overgedragen maar, er zijn nog zaken waarvan de status onduidelijk is. Advocaat is nog steeds bestuurder van de praktijkvennootschap waarbij nog een andere advocaat met eigen zaken werkzaam is.  Verzoek ex art. 60 ab toewijsbaar; de belangen die art. 46 beschermt vergt onmiddellijk optreden. Advocaat heeft er geen blijk van gegeven zijn praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen (art. 60b, eerste lid). Ook art. 60b wordt daarom (mede) ten grondslag gelegd aan schorsing. De mogelijkheid tot toepassing van art. 60c komt zo binnen bereik.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0855 Raad van Discipline Arnhem 10-05

    Een advocaat is niet verplicht om zijn rolinstructie, zoals neergelegd in een B-formulier, met alle stukken op een zodanig tijdstip voor het inlevertijdstip en de roldatum aan de advocaat van de wederpartij toe zenden, dat deze op de roldatum voor het inlevertijdstip bij de advocaat van de wederpartij aanwezig is. Hoewel wellicht een en ander onvoldoende duidelijk in het door de van overheidswege voorgeschreven B-formulier tot uitdrukking wordt gebracht (daarop moet immers aangekruist worden of de op het roljournaal geplaatste mededeling al dan niet ten kennis van de advocaat van de wederpartij is gebracht) kan dit niet de bedoeling zijn. Het gaat hier om een vooraankondiging, dat een processtuk zal worden genomen, die onder het oude/niet digitale rolsysteem niet bekend was.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0856 Raad van Discipline Arnhem 09-83

    Verzet tegen voorzittersbeslissing gegrond. Klachtomschrijving is door voorzitter te eng opgevat. Verweerder had in de loop van de behandeling van de kwestie met klager moeten overleggen of er termen aanwezig waren om te trachten door de overheid gefinancierde rechtshulp te verkrijgen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0853 Raad van Discipline Arnhem 09-102

    Niet is vast komen te staan dat verweerder klaagster onjuist heeft geadviseerd ten aanzien van de vraag of de eerder door haar ontvangen letselschade uitkering bij de verdeling bij echtscheiding betrokken diende te worden. Gelet op de omstandigheden van het geval was niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat niet op voorhand aan klaagster alle processtukken en brieven aan de advocaat van de wederpartij zijn toegezonden.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0854 Raad van Discipline Arnhem 10-06

    Klacht tegen advocatenkantoor. Klachten die betrekking hebben op individuele advocaten dienen tegen die individuele advocaten te worden ingediend. In zoverre is klaagster niet ontvankelijk. Ook in zoverre de klacht betrekking heeft op personeelsbeleid is klaagster niet ontvankelijk. Klaagster is wel ontvankelijk in zoverre de klacht de afhandeling daarvan op[ het kantoor betreft.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0851 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5787

    Beklaagde wordt  voor onbepaalde tijd geschorst (art 60b). Geen blijk van goede praktijkuitoefening. strafrechtelijke veroordeling van handelen voorafgaand aan beediging als advocaat blijft buiten beschouwing.