Zoekresultaten 19581-19590 van de 21723 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2160 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5808

    Citaat uit confraternele correspondentie in casu niet in strijd met betamelijkheidsnorm. Substantiëringsplicht ex art. 111 Rv van belang. klacht ongegrond. Oordeel dat inhoud brief een standpuntweergave en geen schikkingsonderhandeling betrof.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2173 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5982

    Verwijt onvoldoende stukken in het geding gebracht te hebben en onjuist te hebben voorgelicht. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2154 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5971

    Verweerder had namens zijn cliënt een procedure aanhangig gemaakt tijdens faillisement van de cliënte. Klacht ongegrond, nu wetenschap van faillissement niet vast stond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2167 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6039

    Raad van Discipline had klacht gegrond verklaard, een (deels voorwaardelijke) schorsing opgelegd en openbaarmaking gelast. het hof bekrachtigt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2094 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3786/11.188

    Niet is komen vast te staan dat klager aan de advocaten stukken (ter aanvulling van het strafdossier) heeft gezonden. Indien dit al wel zou komen vast te staan, valt – zonder nadere toelichting en onderbouwing – niet in te zien hoe het enkel niet versturen van een ontvangstbevestiging klachtwaardig zou kunnen zijn. Dat de advocaat ten onrechte geen stukken aan klager retour heeft gezonden is gelet op het voorgaande evenmin gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2100 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3604/11.06

    Klacht dat de advocaat in een administratiefrechtelijke procedure weliswaar beroep heeft ingesteld, maar de gronden niet tijdig heeft ingediend, waardoor het beroep kennelijk ongegrond is verklaard. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing. Tevens ambtshalve uitspraak ex artikel 48, lid 7 Advocatenwet. Klacht is ongegrond voor zover betreffende het verwijt dat de advocaat geen contact met klager heeft gehad naar aanleiding van het verzuim, daar de advocaat een ziekenhuisopname heeft ondergaan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2132 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3813/11.215

    De advocaat is in het processtuk en de correspondentie binnen de grenzen gebleven die hem als advocaat van de wederpartij toekomen. Niet kan worden vastgesteld dat sprake is van onnodig grievende uitlatingen. Het had de advocaat echter gesierd indien hij zich in de processtukken en correspondentie wat diplomatieker over klager had uitgedrukt. Voor zover klager de advocaat van de wederpartij verwijt dat hij in zijn correspondentie zou hebben nagelaten de emoties van zijn cliënten te vertalen naar een juridisch standpunt, wordt overwogen dat ook dat iets is dat tot de beleidsvrijheid van de advocaat (van de wederpartij) hoort.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2113 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3797/11.199

    De Advocatenwet heeft het klachtrecht niet in het leven geroepen voor iedereen, maar alleen voor degene die door een handelen of nalaten van de advocaat in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Het gaat hierbij om een rechtstreeks belang. Het verwijt van klager dat in het arrest van het gerechtshof en dientengevolge in het exploit van de deurwaarder een onjuiste opgave is gedaan van het te vorderen bedrag is niet aan de advocaat te wijten. Het oordeel of de advocaat ten onrechte beslag heeft gelegd, is niet aan de tuchtrechter, maar is voorbehouden aan de civiele rechter. De advocaat is niet verplicht het rekeningnummer van de Stichting Beheer Derdengelden te vermelden op haar briefpapier (Vafi) De vraag of een niet ondertekend kort geding vonnis geen rechtskracht heeft en dat daardoor het exploit nietig is, is niet aan de tuchtrechter ter beoordeling, maar aan de civiele rechter. Het feit dat het vonnis niet is ondertekend kan niet aan de advocaat worden verweten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2126 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3629/11.31

    Geen sprake van overtredeing van gedragsregel 16 lid 1. Het enkel in een processtuk vermelden van de namen van mogelijke getuigen kan niet gelijk worden gesteld met het criterium van gedragsregel 16 lid 1, die situatie ontstaat pas als een procespartij concreet getuigen heeft aangeboden en de rechter een bewijsopdracht heeft gelast middels een getuigenverhoor, maar de betreffende procespartij zijn eerder aangeboden getuige nog niet heeft opgeroepen. In die fase kan worden gesproken van een situatie waarin de betreffende procespartij de getuigen kennelijk zal aanzeggen. De Raad is van oordeel dat van een dergelijke situatie in het onderhavige geval geen sprake is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2107 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3624/11.26

    Een advocaat mag de belangen van zijn client behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn client hem verschaft. In casu volgt uit de stukken dat de advocaat op basis van voor hem vast te stellen objectieve feiten de juistheid van het standpunt van zijn client heeft geverifieerd.