Zoekresultaten 19561-19570 van de 21728 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2117 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3527/10.157

    Verweerder heeft in de hoedanigheid van advocaat opgetreden als testamentair bewindvoerder. Verweerder heeft in de jaren dat hij het bewindvoerderschap heeft uitgeoefend geen rekening en verantwoording afgelegd over het onder bewind staande vermogen, welk vermogen mede is aangewend ter voldoening van declaraties van verweerder en van kantoorgenoten. Verweerder heeft ondanks herhaald verzoek en toezegging niet zorggedragen voor indiening van een verzoek tot opheffing van het bewindvoerderschap. Verweerder is ernstig nalatig geweest in de uitoefening van zijn taken als bewindvoerder. De klacht is derhalve gegrond. Maatregel: een deels voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening, met als bijzondere voorwaarde, naast een proefperiode van twee jaar, dat verweerder binnen drie maanden rekening en verantwoording zal hebben afgelegd over de gehele periode van het bewindvoerderschap, waarbij klaagster op kosten van verweerder zal worden bijgestaan door een door haar, in overleg met de deken, aangezochte deskundige advocaat.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2152 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6103

    Verzoek tot herziening niet ontvankelijk. Het hof acht alleen een verweerder ontvankelijk jegens wie de beslissing is genomen wanneer er sprake is van schending van fundamentele rechtbeginselen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2165 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5930

    Wrakingsverzoek tegen lid Hof van Discipline afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2092 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 2598/10.228

    De advocaat heeft een beroepsfout gemaakt. Hoewel de gemaakte fout door de advocaat aan klaagster is gemeld, heeft hij de gevolgen van de gemaakte fout op zijn beloop gelaten en toen klager hierom verzocht geen melding gemaakt bij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Door zulks niet te doen is de Raad van oordeel dat verweerder tekort is geschoten in de zorg die van verweerder jegens klaagster verwacht mocht worden. De klacht is gegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2178 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5953

    Verwijt aan advocaat wederpartij dat een onjuist standpunt is ingenomen en dat te zware conservatoire maatregelen zijn gebruikt. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2159 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5957

    Optreden van verweerder als arbiter. Klacht dat niet alle vragen van klager in arbitraat vonnis zijn beantwoord. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2130 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3595/10.225

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij, inhoudende dat onduidelijke producties zijn overgelegd, misbruik gemaakt wordt van het gerechtelijk systeem, waardoor klager op kosten wordt gejaagd, wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2111 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3794/11.196

    Voor zaken die zich hebben voorgedaan voordat de advocaat in de kwestie werd betrokken kan hij niet verantwoordelijk worden gehouden. Het verwijt van klagers dat de advocaat de zoon van zijn cliënt, werkzaam op het kantoor van de advocaat, als gesprekspartner bij de zaak heeft betrokken, treft geen doel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2099 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3591/10.221

    Verweerder was werkzaam als advocaat-medewerker op het kantoor van klaagster. Voorafgaande aan beoogd vertrek om voor zichzelf te beginnen heeft verweerder met cliënten in de door hem behandelde dossiers en met andere cliënten van kantoor contact opgenomen om hen te informeren over zijn aanstaande vertrek. Ook zijn dossiers meegenomen dan wel kopieën gemaakt. Verweerder heeft gehandeld buiten klaagster om. Na confrontatie is verweerder op staande voet ontslagen. Vertrouwen van klaagster ernstig geschonden. Voor tuchtrechtelijke beoordeling voldoende aanknopingspunten met de praktijkuitoefening. Klacht, gebaseerd op gedragsregel 17 juncto art. 46 Aw, op één onderdeel na gegrond. Berisping

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2124 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3572/10.202

    Verzetzaak. De klacht betreft een beweerdelijke uitlating van verweerder tijdens een zitting bij de Raad van Discipline in een andere klachtzaak van klagers tegen verweerder. De klacht is door de voorzitter kennelijk ongegrond verklaard. Bij de behandeling van het verzet verzoeken klagers om als getuigen te horen de leden van de Raad die de betreffende zitting hebben bijgewoond. Daar een van die leden deel uitmaakt van de kamer die het verzet beoordeelt, wordt beslist tot verwijzing naar een nader te bepalen zitting, waarbij het verzet opnieuw behandeld zal worden in een gewijzigde samenstelling van de Raad.