Zoekresultaten 21-30 van de 20339 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:124 Hof van Discipline 's Gravenhage 230282

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen eigen advocaat, die toevoeging had aangevraagd en verkregen maar na bestudering van dossier tot de conclusie kwam dat hij de door klager gewenste procedure niet voor hem kon voeren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-527/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:90 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-760/DH/RO

    Verweerder heeft een in een VSO opgenomen geheimhoudingsclausule geschonden door de VSO als productie te overleggen in een procedure met een derde. Verweerder heeft daarmee gehandeld in strijd met de – ook voor hem geldende – geheimhoudingsverplichting. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-589/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:91 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-768/DH/DH

    Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een echtscheidingszaak deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Klacht voor het overige ongegrond. Zo is de raad niet gebleken dat verweerster stelselmatig niet (tijdig) heeft gereageerd en is evenmin gebleken dat verweerster stukken onjuist, ontijdig of zonder toelichting heeft ingediend. Van excessief declareren is niet gebleken, onder meer omdat sprake is van langdurige bijstand en verschillende procedures, zowel bij de rechtbank als in hoger beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:108 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-593/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:92 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-786/DH/RO

    Klacht over het (tegelijk) handelen als curator en advocaat van de wederpartij. De raad is van oordeel dat het verweerder op het moment van het faillissement vrij stond de benoeming als curator in het faillissement te aanvaarden. Op het moment dat klager een maand later de dubbele rol van verweerder aan de orde stelde, heeft verweerder de kwestie direct met de RC besproken en zijn cliënten naar een andere advocaat verwezen. De RC heeft geoordeeld dat verweerder zijn rol als curator kon blijven vervullen. Van tegenstrijdige belangen is daarom niet gebleken. De raad ziet de door klagers gestelde onduidelijkheid over verweerders hoedanigheid niet. Klacht over het noemen van klagers naam in de openbare faillissementsverslagen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-832/DH/RO

    Verweerder heeft in een procedure bij de Geschillencommissie een flink pakket producties ingediend zonder toelichting of concrete verwijzingen. De Geschillencommissie heeft in haar beslissing in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt dat deze manier van indienen volstrekt onvoldoende is ter onderbouwing van de klacht. Verweerder heeft daarmee de kansen van zijn evident kwetsbare cliënt in de zaak bij de Geschillencommissie tenietgedaan. Overige klachtonderdelen ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:119 Hof van Discipline 's Gravenhage 230235

    Klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft klaagster laten bijstaan door zijn zoon, die aan zijn advocatenkantoor was verbonden als jurist, maar geen advocaat is. Het betreft hier een wederzijds appel.  Nu de klacht van klaagster tegen verweerder (geheel) gegrond is verklaard, kan klaagster niet tegen de beslissing van de raad in hoger beroep, ook niet tegen de hoogte van de opgelegde maatregel (art. 56 lid 1 sub a Advocatenwet).  De beroepsgronden van verweerder falen. Het hof ziet op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling te komen dat die van de raad. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht gegrond. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:120 Hof van Discipline 's Gravenhage 230177

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerster zou de ondertekening van de boedelbeschrijving ter discussie hebben gesteld, terwijl verweerster volgens klager wist dat dit standpunt van haar cliënt onjuist was. Bekrachtiging beslissing raad. Verweerster had gegronde redenen om te twijfelen aan de juistheid van de onder de boedelbeschrijving geplaatste handtekening. Klacht ongegrond.