Zoekresultaten 441-450 van de 622 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:237 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-210/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:237
In een fiscaal-strafrechtelijke kwestie heeft een toenmalige kantoorgenoot van verweerder (mr. W) jarenlang werkzaamheden voor de echtgenoot van klaagster en zijn (inmiddels gefailleerde) bedrijf verricht. Klaagster heeft zich ook over die advocaat beklaagd. De raad doet gelijktijdig uitspraak in die samenhangende zaak (24-211/AL/GLD). Verweerder is op enig moment bij genoemde kwestie betrokken geraakt als bestuurder en als advocaat van het toenmalige kantoor van mr. W. Verweerder heeft wegens het uitblijven van betaling van achterstallige declaraties door de cliënten van mr. W rechtsmaatregelen getroffen, waaronder het leggen van beslagen, ook onder klaagster, het starten van een procedure, ook tegen klaagster, en het indienen van een verzoekschrift tot faillietverklaring van het bedrijf van haar echtgenoot. De raad oordeelt klaagster niet-ontvankelijk in een deel van haar klachten omdat zij daarbij geen eigen rechtstreeks belang heeft. Of klaagster terecht door verweerder als advocaat van het advocatenkantoor van mr. W is aangesproken is niet ter beoordeling van de tuchtrechter. Een dergelijk oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. Die kan oordelen over de juridische vraag of sprake was van onrechtmatige beslaglegging door verweerder onder klaagster en van gebruik van onrechtmatige rechtsmiddelen door verweerder richting klaagster. De tuchtrechter beoordeelt (alleen) of de advocaat met zijn verweten handelen de hierboven genoemde maatstaf heeft overtreden. Daarvan is de raad echter niet gebleken. De raad begrijpt dat klaagster alle door verweerder richting haar getroffen acties als belastend en intimiderend heeft ervaren en dat zij voor haar gevoel is ‘meegezogen’ in het geschil tussen haar echtgenoot en zijn toenmalige bedrijf enerzijds met verweerder en mr. W anderzijds. Dat klaagster daarbij betrokken is geraakt, is naar het oordeel van de raad deels het gevolg van haar eigen handelen. Zij heeft immers meegewerkt aan omzetting van vermogensbestanddelen van haar echtgenoot op haar eigen naam. Het stond verweerder vrij om daarom ook maatregelen richting klaagster te treffen. Of die maatregelen juridisch juist waren, daarover oordeelt niet de tuchtrechter maar de civiele rechter, zoals hiervoor overwogen. Klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:238 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-209/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:238
Klagers (een inmiddels gefailleerd bedrijf en eigenaar daarvan) beklagen verweerder die jarenlang bijstand heeft verleend in een fiscaal-strafrechtelijke procedure. Een deel van de klachten is niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Daarnaast zijn een aantal klachten ongegrond. Het is de raad gebleken dat verweerder zich voldoende heeft ingespannen in het belang van zijn cliënt en op deskundige wijze de belangen heeft behartigd. Naar het oordeel van de raad is verweerder wel tekortgeschoten in zijn zorgplicht doordat uit de stukken niet is gebleken dat verweerder voor klagers in de strafzaak een ureninschatting heeft gemaakt en duidelijkheid heeft gegeven over de taakverdeling met de ingehuurde strafrechtadvocaat. Verder is voor de raad een beeld naar voren gekomen dat verweerder over langere tijd vooral reactief heeft gehandeld. Bij verweerder lijkt de regie te hebben ontbroken, evenals een plan van aanpak dat telkens aan nieuwe situaties werd aangepast. Daardoor heeft verweerder, ondanks herhaalde verzoeken van klagers over de kosten in verhouding tot de omvang van de fiscale zaak, niet telkens opnieuw gewaarschuwd voor de snel oplopende omvang van de kosten en het risico van te hoge kosten. Naar het oordeel van de raad is verweerder onvoldoende transparant geweest richting klagers over de aard en noodzaak van de werkzaamheden, de gevolgen daarvan en de (snel oplopende) kosten daarvoor. Het besteden van de door verweerder gedeclareerde uren acht de raad dan niet in een redelijke verhouding staan tot de opgedragen werkzaamheden. Gelet daarop is de raad van oordeel dat de declaraties als excessief zijn te beschouwen in die zin dat een gelet op alle omstandigheden onredelijk honorarium aan klagers in rekening is gebracht. Klagers hebben betwist dat verweerder uitleg heeft gegeven over het effect van het notarieel laten verlijden van een een schuldbekentenis ten gunste van het kantoor en de executiemogelijkheden. Stukken die dat onderbouwen, ontbreken. Naar het oordeel van de raad heeft het optreden van verweerder op dat punt geleid tot een ontoelaatbare druk op klager, hetgeen een advocaat niet betaamt. Alle omstandigheden samen resulteren daarin dat naar het oordeel van de raad aan verweerder een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor acht weken moet worden opgelegd met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-211/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:239
Klaagster beklaagt zich over de gevolgen voor haar van het optreden van verweerder als (toenmalige) advocaat van het (toenmalige) bedrijf van haar echtgenoot in een fiscaal-strafrechtelijke kwestie. Haar echtgenoot en diens bedrijf hebben daarover ook over verweerder geklaagd. In die zaak (24-209/AL/Gld) doet de raad gelijktijdig uitspraak. Klaagster is niet-ontvankelijk in een deel van de klachten omdat zij daarbij geen eigen rechtstreeks belang heeft. Of klaagster terecht door verweerder is aangesproken tot betaling van openstaande declaraties van haar echtgenoot en diens toenmalige bedrijf is niet ter beoordeling van de tuchtrechter. Een dergelijk oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. Die kan oordelen over de juridische vraag of sprake was van onrechtmatige beslaglegging door verweerder onder klaagster en van gebruik van onrechtmatige rechtsmiddelen door verweerder richting klaagster. De raad kan zich voorstellen dat klaagster de rechtsmaatregelen tegen haar als zeer heftig heeft ervaren en het gevoel heeft gehad dat zij in andermans geschil is getrokken. Dat neemt echter niet weg dat verweerder, gegeven zijn toelichting en daarin genoemde redenen om ook beslag onder klaagster te leggen en haar tot afgifte van de auto te dwingen, naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door te handelen zoals hij heeft gedaan. Dat hij de grenzen van het betamelijke heeft overschreden, is de raad niet gebleken. De overige verwijten worden dan ook ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:163 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-690/DH/RO/D
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 01-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:163
Verzoek artikel 60ab Advocatenwet. Verweerder is (nog niet onherroepelijk) veroordeeld wegens schending van het beroepsgeheim. De verweten gedraging is dermate ernstig dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is. Anders dan door de deken is verzocht, gaat de raad niet over tot het opleggen van een onmiddellijke, algehele schorsing in de uitoefening van de praktijk. Het individuele belang van verweerder wordt daarmee disproportioneel en onevenredig geraakt. De raad acht het treffen van een voorlopige voorziening, als bedoeld in artikel 60ab Advocatenwet, passend, in dier voege dat verweerder zijn werkzaamheden dient te verrichten onder het toezicht van een door de deken goed te keuren advocaat die erop toeziet dat verweerder geen cliënten in voorlopige hechtenis bijstaat.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:134 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-684/DB/GLD/W
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 07-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:134
Wraking kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-556/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:240
Herzieningsverzoek. De herzieningskamer verklaart verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:253 Hof van Discipline 's Gravenhage 240011
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:253
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht over gebrekkige dienstverlening in strafzaken ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-208/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:236
Klagers beklagen zich over een (voormalig) kantoorgenoot van de (voormalige) eigen advocaat. In de door klagers over de eigen advocaat ingediende klacht doet de raad gelijktijdig uitspraak (24-209/AL/GLD). Klagers zijn door de kantoorgenoot van verweerder jarenlang bijgestaan in een fiscaal-strafrechtelijke procedure. Verweerder is bij deze kwestie betrokken geraakt in zijn hoedanigheid van bestuurder van het advocatenkantoor en tevens collega-advocaat. Verweerder heeft aan de voortzetting van de rechtsbijstand aan klagers de voorwaarde verbonden dat klagers eerst de achterstallige declaraties moesten betalen. Verweerder heeft zekerheden van klagers geëist ter dekking van de openstaande declaraties. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in de specifieke omstandigheden van het geval ontoelaatbare druk op klagers uitgeoefend om tot betaling van de declaraties over te gaan of daarvoor zekerheid te stellen. Verweerder heeft de kwestie als een doorsnee incasso aangemerkt en heeft daarbij alle middelen die hij had ingezet, voorbijgaand aan het feit dat het om een cliënte ging, die bovendien reeds veel had betaald, die nog een lopende zaak had en voor wie de beslagleggingen bij het bedrijf en in privé tot veel schade leidde, en eens te meer voor wie de faillissementsaanvraag van de vennootschap desastreuze gevolgen had. Verweerder heeft zich van dit alles geen rekenschap gegeven, althans dat blijkt nergens uit en dat had wel van hem mogen worden verwacht. Hierbij verdient vermelding dat deze raad de declaraties van zijn collega-advocaat in de parallelle zaak als excessief heeft aangemerkt, hetgeen des te navranter maakt dat verweerder alle mogelijke middelen heeft ingezet om deze te innen. Klacht in zoverre gegrond. Voorwaardelijke schorsing van 6 weken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:161 Raad van Discipline Amsterdam 24-535/A/A
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:161
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Niet gebleken is dat verweerder klagers belangen ter zitting onvoldoende heeft behartigd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:157 Raad van Discipline Amsterdam 24-534/A/A 24-542/A/A
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:157
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening; Van schending van de geheimhoudingsplicht is ook niet gebleken.