Zoekresultaten 2161-2170 van de 2308 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-087/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar. Verweerder is door zijn handelen niet alleen tekortgeschoten in zijn zorgplicht ex artikel 46 Aw richting cliënten en wederpartijen door het structureel niet of veel te laat te reageren op aan hem gerichte correspondentie, daarnaast heeft hij de deken langdurig belemmerd in haar toezichthoudende taak (regel 29) en is hij herhaalde toezeggingen aan de deken niet nagekomen. Die opstelling van verweerder jegens de deken geeft geen blijk van respect en gevoel voor onderlinge verhoudingen en de toezichthoudende en controlerende taak van de deken. Daarnaast heeft verweerder ondanks vele aanmaningen nagelaten de financiële bijdragen voor de jaren 2020 en 2021 te voldoen. Weliswaar heeft verweerder tijdens de zitting verklaard het foutieve van zijn handelen richting de deken in te zien, maar hij heeft al met al de raad er niet van kunnen overtuigen dat sprake is van enig inzicht in het laakbare van zijn handelen. De gedane toezeggingen zijn niet alleen veel te laat gedaan, maar worden ook niet door enig handelen ondersteund. De raad komt tot het oordeel dat verweerder dusdanig ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, dat hij, ook heeft hij zichzelf al uitgeschreven, alsnog geschrapt moet worden van het tableau.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:216 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-357/AL/GLD

    Verweerder (voormalig advocaat) heeft geen stukken overgelegd waaruit door de raad kan worden afgeleid dat hij met klagers voldoende heeft gecommuniceerd over de financiële kant van de zaak (gedragsregel 16). Daarnaast heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Aw doordat hij in strijd met gedragsregel 19 zekerheden - anders dan in geld - van klagers heeft gevraagd voor betaling van zijn declaraties zonder daarover overleg met de deken te hebben gevoerd. Dat de auto van klager niet daadwerkelijk op zijn naam is gezet, doet aan het laakbare van het handelen van verweerder niet af. De overige klachten, dat verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden, klager op toevoegingsbasis had moeten bijstaan en op andere punten in zijn zorgplicht richting klagers is tekortgeschoten, zijn niet voldoende concreet onderbouwd. De verweten handelwijze van verweerder en de opstelling van verweerder tijdens de zitting, die geen inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen en juist het optreden van klager ter discussie stelde, is voor de raad ernstig. Omdat verweerder in zijn 19-jarige loopbaan als advocaat een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, heeft de raad volstaan met de maatregel van een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:146 Hof van Discipline 's Gravenhage 220178

    Klacht tegen advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad. De klacht is gericht tegen de advocaat van klaagsters moeder. De eerste vier klachtonderdelen zien op handelen van verweerder waarover enkel zijn eigen cliënte kan klagen en daarom niet-ontvankelijk. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond omdat niet is gebleken dat verweerder persoonlijke informatie over klaagster gebruikt zonder doel of op ontoelaatbare wijze en omdat niet is komen vast te staan dat verweerder klaagster heeft gekleineerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-029/AL/MN

    Klager heeft in zijn hoedanigheid van faillissementscurator een klacht ingediend tegen verweerder. Hij heeft verweerder verweten de kernwaarde (financiële) integriteit te hebben geschonden door oneigenlijk gebruik te maken van de rekening van zijn kantoor. Naar het oordeel van de raad heeft klager tijdig geklaagd en wordt in zoverre ontvangen in zijn klacht. Klager wordt alsnog niet-ontvankelijk verklaard door de raad om de volgende redenen. Naar het oordeel van de raad heeft klager, tegenover het gemotiveerde verweer van verweerder, onvoldoende toereikend toegelicht waarom de beklaagde gedragingen van verweerder van ruim vóór het faillissement van de failliet op 9 oktober 2019 rechtstreeks de vermogensrechtelijke belangen van de schuldeisers raken of kunnen raken. Het aan verweerder verweten handelen speelde zich af in 2017, in een jaar waarin verweerder niet als advocaat van de failliete BV is opgetreden. Uit de overgelegde correspondentie is de raad gebleken dat verweerder, binnen de grenzen van zijn beroepsgeheim, heeft geantwoord op vragen van de curator over de overboeking in 2017 door zijn cliënt van - een deel van het door klager genoemde totaalbedrag - de € 50.000,- vanuit de failliete BV naar zijn (kantoor)rekening. Verweerder heeft ook uitgelegd dat hij ter afwending van een faillissementsverzoek van zijn client dat bedrag na een minnelijke regeling daarna heeft doorbetaald aan de advocaat van de verzoeker van het faillissement van zijn cliënt. Het had naar het oordeel van de raad op de weg van klager gelegen, hetgeen ook van een professionele curator mag worden verwacht, om meer onderzoek te doen naar het in deze beklaagde handelen van verweerder alvorens hij deze klacht bij de deken had ingediend. Of verweerder in strijd met de Voda heeft gebankierd, is verder een vraag van algemeen belang waarover alleen de deken kan klagen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:140 Hof van Discipline 's Gravenhage 220209

    Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder klagers onvoldoende heeft geïnformeerd over zijn kosten. Verweerder heeft klagers kostenramingen gestuurd. Zijn declaraties heeft hij slechts naar de rechtsbijstandsverzekeraar gestuurd. Verweerder heeft nagelaten om afschriften daarvan naar klagers te sturen. Verweerder is daarmee jegens klagers tekortgeschoten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:141 Hof van Discipline 's Gravenhage 220229

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening. Niet gebleken is dat de juridische bijstand aan klager als zodanig inhoudelijk onder de maat was. Wel heeft verweerder klager onvoldoende (schriftelijk) geïnformeerd. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:108 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-1001/DB/OB

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft gedragsregel 15 overtreden door als (kantoorgenoot van de) voormalig advocaat van LPH op te treden tegen LPH. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:142 Hof van Discipline 's Gravenhage 220194

    Klacht over advocaat wederpartij in arbeidsrechtelijk geschil. De klacht dat verweerder een actieve rol heeft gehad bij onjuiste beschuldigingen en zich onnodig grievend heeft uitgelaten in een conclusie van antwoord is ongegrond verklaard. Verweerder mocht vertrouwen op de informatie van zijn cliënt. Bekrachtiging raad. 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:109 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-1002/DB/OB

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft gedragsregel 15 overtreden door als voormalig advocaat van LPH op te treden tegen LPH. Verweerder heeft gedragsregel 16 overtreden omdat hij heeft geweigerd de conceptdagvaarding aan LPH te verstrekken als (materiële) partij in het geding, hetgeen ertoe heeft geleid dat een kort geding moest worden gestart tegen HCIG en de heer S. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:143 Hof van Discipline 's Gravenhage 220152

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft gecommuniceerd aan het postadres van klager zoals afgesproken. De stukken zijn niet aangekomen volgens klager. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat klager hierin ook een eigen verantwoordelijkheid heeft en verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door op eigen initiatief over te gaan op digitale communicatie. Klacht ongegrond. Bekrachtiging (verkort).