Zoekresultaten 2111-2120 van de 2308 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:154 Hof van Discipline 's Gravenhage 220281

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht van klager in alle onderdelen ongegrond verklaard. Klacht tegen advocaat wederpartij. Geen sprake van tegenstrijdige belang. Zoals volgt uit artikel 4:144 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vertegenwoordigt de executeur niet de gezamenlijke erfgenamen, zoals klager meent, maar de nalatenschap. Het stond verweerster als advocaat vrij om de executeur te vertegenwoordigen in de procedure namens de nalatenschap tegen klager. Niet gebleken dat verweerster in haar communicatie met partijen onvoldoende duidelijk is geweest voor wie zij in de procedure optrad en wat haar positie daarbij was. Grote mate van vrijheid bij de behartiging belangen van haar cliënt. Geen grievende uitlatingen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:194 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-381/DH/DH/D

    Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door niet te voldaan aan gedragsregel 29 en verschillende bepalingen in de Voda. Zo heeft hij niet voldaan aan de administratieplicht, heeft hij zijn kantoornaam niet aangepast en is hij alleen bestuurder geweest van de Stichting Beheer Derdengelden. Daarbij heeft hij informatie over onder meer de derdengeldenrekening niet aan de deken verstrekt, terwijl de wel door hem verstrekte informatie op het eerste gezicht vragen oproept over de juistheid van het gebruik van de derdengeldenrekening. Bij het opleggen van de maatregel houdt de raad rekening met de ingrijpende persoonlijke omstandigheden, lange staat van dienst en het tuchtrechtelijk verleden. 26 weken schorsing onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:149 Hof van Discipline 's Gravenhage 220318 220319

    Dekenbezwaar en klacht. Beroep ingesteld door verweerder tegen opgelegde maatregel (voorwaardelijke schorsing van zes weken) en proceskostenveroordeling. In hetgeen verweerder in beroep heeft aangevoerd ziet het hof geen aanleiding af te wijken van de door de raad opgelegde maatregel. De door verweerder genoemde omstandigheden doen niet af aan de aanzienlijke ernst van de gegrond verklaarde klachtonderdelen. Het hof ziet verder geen aanleiding de veroordeling in de proceskosten te matigen. Het hof wijst op de Richtlijn kostenveroordeling Hof van Discipline 2021 waaruit volgt dat het hof uit eigen beweging of op – gemotiveerd – verzoek van de advocaat geen of lagere bedragen kan opleggen, als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing kan het hof niet vaststellen dat sprake is van bijzondere omstandigheden die tot matiging zouden moeten leiden. Bekrachtiging beslissing raad. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:195 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-609/DH/A/W

    Wraking kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:196 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-958/DH/DH

    Ontvankelijkheid verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:150 Hof van Discipline 's Gravenhage 220116

    Klacht over eigen advocaat via FNV. Beroep ingesteld door verweerster tegen gegrond verklaarde klachtonderdelen en opgelegde maatregel (waarschuwing). De raad heeft geoordeeld dat verweerster de conclusie heeft mogen trekken dat er geen vertrouwensbasis meer tussen haar en klager was. Omdat hiertegen geen beroepsgrond is ingediend door klager staat dit oordeel in hoger beroep vast. Dit betekent dat ook het hiermee samenhangende klachtonderdeel d) ongegrond had moeten worden verklaard. Anders dan de raad is het hof daarnaast van oordeel dat verweerster niet gehouden was klager bij het beëindigen van de opdracht erop had moeten wijzen dat hij in geval van rechtsbijstand buiten FNV mogelijk voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking zou kunnen komen. Het voert verder te ver om in zijn algemeenheid aan te nemen dat een advocaat ook moet wijzen op alternatieven voor zijn (verdere) rechtsbijstand en de financiering daarvan. De beroepsgronden van verweerster slagen. De door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen worden alsnog ongegrond verklaard. Vernietiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:151 Hof van Discipline 's Gravenhage 220139

    Klacht tegen deken. De raad achtte klaagster ontvankelijk in haar klacht en verklaarde de klacht ongegrond. De deken die de klacht heeft behandeld, heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het beroep is gericht tegen het oordeel van de raad over de ontvankelijkheid van klaagster en is bedoeld om duidelijkheid te verkrijgen over de situatie waarin een klager niet tijdig het griffierecht heeft voldaan en vervolgens een nieuwe klacht indient die ziet op hetzelfde feitencomplex. De deken stelt dat, omdat de huidige klacht betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex, de raad klaagster niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Het hof oordeelt dat voor dit standpunt geen steun te vinden is in de Advocatenwet of de bijbehorende wetsgeschiedenis. In geval de wetgever aan het niet (tijdig) betalen van het griffierecht het verval van het klachtrecht had willen verbinden had het op de weg van de wetgever gelegen dat uitdrukkelijk te bepalen. Daarvan is geen sprake. Van een eerder genomen tuchtrechtelijke eindbeslissing is geen sprake. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:191 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-047/DH/RO

    Verzet niet-ontvankelijk, want te laat ingediend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:152 Hof van Discipline 's Gravenhage 220162

    Beroep ingesteld door verweerder. Verweerder heeft vanuit religieuze overwegingen en vanuit de rol die hij in de tempel vervulde met klager gesproken. Klager heeft zeer persoonlijke en daarmee vertrouwelijke informatie met verweerder gedeeld over de huwelijksproblemen tussen klager en zijn toenmalige echtgenote. Verweerder heeft klager geadviseerd zijn huwelijk niet op het spel te zetten. Onder deze omstandigheden stond het verweerder niet vrij de echtgenote van klager één of twee dagen later als advocaat te gaan bijstaan. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende waarschuwing), proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-094/DH/DH

    Verzet ongegrond.