Zoekresultaten 3181-3190 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:36 Hof van Discipline 's Gravenhage 210359

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft ter onderbouwing van een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor gebruikgemaakt van correspondentie waarin door wordt gesteld dat sprake zou zijn van een valse overeenkomst en dat de advocaat van de wederpartij (klager) daarbij een rol zou spelen. Verweerder heeft bij het gebruikmaken van deze correspondentie ondubbelzinnig laten blijken dat hij zelf geen beschuldigingen jegens klager uitte. Het overleggen van deze correspondentie diende, vanuit het perspectief van de bijstand aan zijn cliënt, een redelijk doel en was dus niet onnodig. Verweerder heeft de aan hem toekomende ruime uitingsvrijheid niet overschreden. Verweerder heeft zich niet onnodig grievend uitgelaten jegens de advocaat van de wederpartij. Vernietiging beslissing raad. Klachtonderdeel ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:37 Hof van Discipline 's Gravenhage 220127

    Ongegronde klacht over eigen advocaat. Verweerder is niet buiten de aan hem toekomende vrijheid getreden met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak dient te behandelen. Verweerder heeft terecht geconcludeerd dat een ernstige vertrouwensbreuk tussen hem en zijn cliënt was ontstaan, zodat verweerder goede grond had zich aan de zaak te onttrekken. Verweerder heeft dit tijdig, met voldoende voorlichting en zorgend voor uitstel van de mondelinge behandeling, in overeenstemming met hetgeen is bepaald in Gedragsregel 14 lid 3, gedaan. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:21 Accountantskamer Zwolle 22/941 Wtra AK 22/942 Wtra AK 22/944 Wtra AK

    Betrokkene heeft een samenstellingsopdracht aanvaard van een controleplichtige onderneming, terwijl het hem duidelijk was dat de cliënt zich aan de controleplicht zou onttrekken. Ook is de klacht dat de jaarrekening inhoudelijke fouten bevat gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.De klacht tegen een tweede betrokkene in hetzelfde samenstellingsdossier is ook gegrond. De Accountantskamer vindt dat hij niet eerlijk is geweest over zijn rol en legt aan hem ook de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op. De klacht tegen een derde betrokkene is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:38 Hof van Discipline 's Gravenhage 220131

    Klacht over eigen advocaat. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld met betrekking tot aan klaagster toekomende derdengelden door deze onder zich te houden en zonder toestemming te verrekenen met een openstaande declaratie. Bekrachtiging beslissing raad. Berisping en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:52 Raad van Discipline Amsterdam 22-841/A/A

    Raadsbeslissing. De raad verklaart de verschillende klachtonderdelen over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerder heeft met zijn handelswijze de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid als advocaat niet overschreden en verweerder heeft niet onvoldoende doelmatig gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4561

    Gegronde klacht tegen een internist. Drie co-assistenten hebben een klacht ingediend tegen de internist die hen gedurende hun coschap interne geneeskunde onderwijs heeft gegeven. Klaagsters stellen dat de internist zich tijdens echografieonderwijs seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen en dat hij daarbij heimelijk beeldopnames heeft gemaakt. Het college acht klaagsters ontvankelijk. Naar het oordeel van het college kunnen klaagsters als rechtstreeks belanghebbende worden aangemerkt. Het college vindt daarbij van belang dat de klachten voortkomen uit praktisch echografie-onderwijs tijdens een coschap. De verweten gedragingen kunnen een negatieve invloed hebben op de manier waarop de co-assistenten nu – maar ook later als arts – met patiënten omgaan, als zij deze gedragingen als normaal en passend bij de beroepsuitoefening zouden aanleren. Voorts valt het handelen van de internist naar het oordeel van het college onder de tweede tuchtnorm. De internist begaf zich met het echografieonderwijs op het terrein van zijn deskundigheid als BIG-geregistreerd internist en de gedragingen waarover wordt geklaagd kunnen niet los worden gezien van die hoedanigheid. Door de co-assistenten in de veronderstelling te brengen dat deze gedragingen normaal zijn bij een dergelijk onderzoek, wordt de kwaliteit van de patiëntenzorg ondermijnd. Het college oordeelt dat het verweten handelen daarmee voldoende weerslag heeft op het belang van de individuele gezondheidszorg. Het college komt vervolgens tot de conclusie dat alle klachtonderdelen gegrond zijn en beveelt de doorhaling van de inschrijving van de internist in het BIG-register.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:53 Raad van Discipline Amsterdam 22-852/A/A

    Raadsbeslissing. De raad verklaart de klacht over de advocaat van klager in zijn geheel ongegrond. Niet gebleken is dat verweerster klager niet naar behoren heeft bijgestaan. In de gegeven omstandigheden heeft verweerster gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht. Verweerster kan tuchtrechtelijk niets worden verweten. Ook is van een belangenverstrengeling niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:54 Raad van Discipline Amsterdam 22-860/A/A

    Raadsbeslissing. De raad verklaart de verschillende klachtonderdelen over de voormalig advocaat van klager ongegrond. Van klachtwaardig handelen door verweerder is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:55 Raad van Discipline Amsterdam 22-885/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat van klaagster is deels gegrond. Een advocaat behoort de door een opvolgend advocaat verzochte stukken binnen een redelijke termijn aan te leveren, zeker nu klaagster zich geconfronteerd zag met nieuwe procedures. Verweerster heeft niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Aan verweerster wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd. De raad ziet in de door verweerster ter zitting aangevoerde geringe draagkracht aanleiding voor een matiging van de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4285

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. De klacht heeft betrekking op de behandeling van de inmiddels overleden broer van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater dat zij de diagnose van de vorige behandelende psychiaters heeft overgenomen, dat zij niet heeft meegewerkt aan overplaatsing naar een gespecialiseerde afdeling en dat zij het advies van een door klaagster en haar broer geraadpleegde psychiater niet heeft opgevolgd.