Zoekresultaten 21401-21410 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:256 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.354

      De klacht is gericht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts onder meer het ontbreken van informed consent, het uitvoeren van ingrepen vóór het behandelen van ontstekingen, ondeugdelijke dossiervorming, het niet juist plaatsen van implantaten en onjuist factureren. Het Regionaal College heeft de klacht deels gegrond verklaard en de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van 6 maanden opgelegd. De tandarts gaat in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal College zich terecht bevoegd heeft geacht om van de klachten kennis te nemen. Het belang van de gezondheidszorg in Nederland is daadwerkelijk betrokken bij het handelen en nalaten van de tandarts. Dat hij in Duitsland woont en daar voornamelijk werkzaamheden worden verricht, doet daar niet aan af. Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat de tandarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld in drie verschillende fases van de behandeling. Het College ziet aanleiding de duur van de voorwaardelijke schorsing terug te brengen tot 3 maanden, omdat de gebreken in de dossiervorming een periode betreffen voor een aan de tandarts opgelegde berisping inzake feiten uit december 2011 en de praktijkvoering inmiddels verbeterd is. Beroep voor het overige verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:263 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.228

      Klacht tegen gz-psycholoog. De zoon van klaagster is onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. Door (o.a.) twee orthopedagogen is op verzoek van Bureau Jeugdzorg in het kader van een second opinion een diagnostisch onderzoek uitgevoerd. Verweerster heeft het door deze orthopedagogen opgestelde verslag van het onderzoek goedgekeurd en mede ondertekend. Klaagster verwijt verweerster dat deze de achtergrondinformatie over het leven en functioneren van haar zoon onvoldoende bij de onderzoeken heeft betrokken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.  Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster, maar wijst er op het een onwenselijke werkwijze te vinden, als een gz-psycholoog een rapport beoordeelt zonder het betreffende kind en zijn omgeving te spreken en/of te zien. De werkwijze in de instelling kan de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk worden verweten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:257 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.449

      Klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster verwijt de plastisch chirurg (i) dat hij de borstreconstructie niet ‘lege artis’ heeft uitgevoerd, waardoor het resultaat slecht is; verweerder heeft een te kleine, en niet druppelvormige, Tissue Expander van 200cc gebruikt en deze niet goed gepositioneerd (ii) dat hij haar tijdens het consult op 2 juli 2013 onvoldoende volledig heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:151 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-166/DH/RO

    Beslissing op verzet. Klacht van cliënt tegen zijn advocaat over de kwaliteit van zijn dienstverlening. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:264 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.229

      Klacht tegen gz-psycholoog. De zoon van klaagster is onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. een psycholoog is  is op verzoek van Bureau Jeugdzorg in het kader van een second opinion een intelligentie onderzoek uitgevoerd. Verweerster heeft het door deze psycholoog opgestelde verslag van het onderzoek goedgekeurd en mede ondertekend. Klaagster verwijt verweerster dat deze de achtergrondinformatie over het leven en functioneren van haar zoon onvoldoende bij de onderzoeken heeft betrokken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster, maar wijst er op het een onwenselijke werkwijze te vinden, als een gz-psycholoog een rapport beoordeelt zonder het betreffende kind en zijn omgeving te spreken en/of te zien. De werkwijze in de instelling kan de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk worden verweten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:258 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.450

      De klacht is gericht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat haar klachten niet bespreekbaar waren, dat geen alternatief geboden werd, dat de tandarts onterecht wil incasseren voor het niet-nakomen van een afspraak en dat hij mede verantwoordelijk is voor het neerzetten van klaagster als bedriegster, profiteur en opzettelijke wanbetaler en voor aanhoudende onheuse bejegening van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de tandarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Beroep tandarts verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:265 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.230

      Klacht tegen psychiater. De zoon van klaagster is onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. Door (o.a.) verweerster is op verzoek van Bureau Jeugdzorg in het kader van een second opinion een diagnostisch onderzoek uitgevoerd. Klaagster verwijt verweerster dat deze de achtergrondinformatie over het leven en functioneren van haar zoon onvoldoende bij de onderzoeken heeft betrokken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:259 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.451

      De klacht is gericht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat de behandeling niet conform de daaraan te stellen eisen is verricht nu de door hem geplaatste facings herhaaldelijk loslieten, dat haar klachten niet bespreekbaar waren en dat geen alternatief geboden werd, dat de tandarts onterecht wil incasseren voor het niet-nakomen van een afspraak en dat hij klaagster neerzet als bedriegster, profiteur en opzettelijke wanbetaler en dat hij intimiderende en beledigende e–mails aan haar stuurt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de tandarts de maatregel van berisping opgelegd. De tandarts gaat in beroep. Het Centraal Tuchtcollege kan op basis van de beschikbare stukken niet nagaan of de toelichting en verklaring van de tandarts met betrekking tot de losgelaten facing juist zijn, maar kan evenmin vaststellen dat hij bij het bevestigen van de facing een fout heeft gemaakt die hem tuchtrechtelijk kan worden aangerekend. Klachtonderdeel alsnog ongegrond; gelet hierop aanleiding de opgelegde maatregel te matigen tot een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden KL RK 16-43

      Klaagster verwijt de kandidaat-notaris in gebreke te zijn gebleven bij de afwikkeling van de nalatenschap van haar ouders. Ook zou de kandidaat-notaris klaagster onheus hebben bejegend. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris onder de gegeven omstandigheden in voldoende mate heeft voldaan aan haar verplichtingen. Verder is niet gebleken dat de kandidaat-notaris jegens klaagster de grenzen van het betamelijke heeft overschreden. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015/102

      Klacht tegen psychiater. Verweerster wilde niet langer oxazepam aan klager voorschrijven en zou hem hebben uitgemaakt voor junk. Dat verweerster klager voor junk heeft uitgemaakt, is niet komen vast te staan en de betreffende medicatie was niet langer geïndiceerd. Klacht ongegrond.