Zoekresultaten 13921-13930 van de 44340 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:220 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/175
- Datum publicatie: 23-09-2019
- Datum uitspraak: 23-09-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:220
Nabestaanden van overleden patient, verwijten huisarts de diagnose TBC te hebben gemist, waardoor volgens hen patient te laat de juiste zorg heeft ontvangen. De huisarts voert verweer. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:185 Raad van Discipline Amsterdam 19-540/A/A
- Datum publicatie: 23-09-2019
- Datum uitspraak: 16-09-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:185
Voorzittersbeslissing. Er is voldoende duidelijkheid geweest over de rol van verweerster als advocaat van VUmc. Anders dan klager – voorheen werkzaam bij VUmc - stelt is verweerster tijdens de zitting dan ook niet opeens “van kleur” verschoten. Klager heeft voorts onvoldoende onderbouwd over welke persoonlijke informatie van klager verweerster uit hoofde van de (inderdaad) collegiale relatie tussen haar en klager zou kunnen beschikken die relevant zou kunnen zijn voor het geschil tussen klager en VUmc.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:216 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/186
- Datum publicatie: 23-09-2019
- Datum uitspraak: 23-09-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:216
Klager dient een klacht in tegen een KNO-arts met het verwijt dat ten onrechte neusspray is voorgeschreven, terwijl een operatie van de neus nodig was. Dit werkte vertragend en bracht kosten met zich mee vanwege het eigen risico. Volgens klager heeft verweerster hem verplicht de neusspray te gebruiken. Volgens verweerster is - zoals het hoort - gekozen voor een minder ingrijpende behandeling (neusspray) voordat een meer ingrijpende behandeling (operatie) aan de orde was. Het behandelbeleid om eerst de neusspray te gebruiken is klager uitgelegd. Verweerster heeft klager niets opgedrongen. Het stond klager vrij de neusspray niet te gebruiken. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/344
- Datum publicatie: 23-09-2019
- Datum uitspraak: 29-03-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:53
De dochter van klagers heeft suicide gepleegd na haar ontslag uit de gesloten afdeling van de instelling waar verweerster destijds werkzaam was. Klagers verwijten verweerster dat zij in ernstige mate is tekortgeschoten in de behandeling van hun dochter. Ook hebben zij zich erover beklaagd dat verweerster weigert om met hen daarover in contact te treden. De zaak wordt op zitting behandeld nu verweerster - ondank daartoe meerdere malen in de gelegenheid te zijn gesteld - geen verweer heeft gevoerd." Gegrond, maatregel berisping
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:186 Raad van Discipline Amsterdam 19-541/A/NH
- Datum publicatie: 23-09-2019
- Datum uitspraak: 16-09-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:186
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De e-mail van verweerster met daarin een (vijfde) schikkingsvoorstel is niet als bedreigend aan te merken. Evenmin heeft verweerster klaagster in die e-mail onder druk gezet of gechanteerd om met de voorgestelde regeling in te stemmen. Dat verweerster opzettelijk valse gegevens aan de rechtbank zou hebben verstrekt, heeft klaagster onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/011
- Datum publicatie: 23-09-2019
- Datum uitspraak: 23-09-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:172
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster haar zorgplicht heeft geschonden jegens klaagster tijdens het verblijf in de kliniek. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:206 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180107
- Datum publicatie: 20-09-2019
- Datum uitspraak: 12-10-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:206
Beslissing op verzet na voorzittersbeslissing. Appelverbod. Geen toereikende gronden aangevoerd door klaagster die een doorbreking van het appelverbod kunnen rechtvaardigen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2018:64 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/323500 KL RK 17-96
- Datum publicatie: 20-09-2019
- Datum uitspraak: 13-03-2018
- ECLI:NL:TNORARL:2018:64
Tussen beslissing. De vervaltermijn van drie jaar is vanwege de feiten en omstandigheden in deze zaak niet eerder gaan lopen dan vanaf het moment waarop het onderzoek van klager op 3 december 2015 is gestart. Klager ontvankelijk in zijn klacht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2019:65 Accountantskamer Zwolle 18/904 en 18/1418 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-09-2019
- Datum uitspraak: 20-09-2019
- ECLI:NL:TACAKN:2019:65
Door de koper van de aandelen van een vennootschap is in 2016 aan betrokkene gevraagd om in verband met de bepaling van de hoogte van de in de koopovereenkomst overeengekomen earn out, de jaarrekeningen van een aantal vennootschappen over de jaren 2013 tot en met 2015 te controleren. Klaagster is van mening dat een dergelijke controle niet meer achteraf kan worden uitgevoerd en dat betrokkene door zich bereid te verklaren dat toch te doen, tegenover klaagster de schijn heeft gewekt niet onafhankelijk te zijn. De Accountantskamer is van oordeel dat alhoewel aan klaagster kan worden toegegeven dat een dergelijke controle achteraf lastig kan zijn en in sommige gevallen wellicht niet mogelijk is, niet valt uit te sluiten dat er situaties zijn waarin dit wel mogelijk is. Het stond betrokkene daarom vrij om te onderzoeken of een controle in dit geval mogelijk was en hij hoefde dus niet op voorhand aan te nemen dat dat in dit niet mogelijk zou zijn. De accountant heeft door zich bereid te verklaren om de controle uit te voeren dan ook niet gehandeld in strijd met enig fundamenteel beginsel. Het feit dat betrokkene vóór het aanvaarden van de opdracht als voorwaarde stelde dat zowel de koper als klaagster ermee zouden instemmen dat de controle door hem zou worden uitgevoerd, acht de Accountantskamer niet onzorgvuldig. Ten slotte is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene door zijn werkzaamheden met het oog op de eventuele aanvaarding van de controle-opdracht te staken nadat door klaagster tegen hem een klacht was ingediend, niet in strijd met enige gedrags- of beroepsregel heeft gehandeld. De indiening van een klacht vormt immers een bedreiging van de onafhankelijkheid van betrokkene.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:131 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180318
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:131
Beklag art. 13 Advocatenwet (aanwijzing advocaat). Klager heeft de deken om aanwijzing van een advocaat verzocht voor rechtsbijstand in een zaak, waarin een door de deken aangewezen advocaat zich had teruggetrokken. De deken heeft dit verzoek afgewezen. Het hof verklaart het beklag ongegrond. Dat klager het niet eens was met de wijze waarop de aangewezen advocaat zijn belang behandelde, levert geen grond op voor aanwijzing van een advocaat. Klager heeft zelf de relatie tussen hem en de advocaat op scherp gezet, terwijl hij door de deken was gewaarschuwd dat slechts eenmaal door hem een advocaat zou worden aangewezen. Het stond de deken vrij om, gelet op de aard van de aanwijzingsbevoegdheid, dit standpunt in te nemen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1392
- Pagina: 1393
- Pagina: 1394
- ...
- Pagina: 4434
- Volgende pagina zoekresultaten