Zoekresultaten 12841-12850 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/028 en 2019/172

    19/028: Klager verwijt verweerder dat hij in zijn eindrapportage (psychiatrische expertise) niet is ingegaan op 1) geformuleerde correcties naar aanleiding van de conceptrapportage en 2) ingeleverde reacties van behandelaren. Klager meent dat de rapportage van verweerder op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen, nu hij niet heeft gehandeld conform de geldende richtlijnen 19/172: Klager verwijt verweerder dat hij contact heeft gehad met de aansprakelijke verzekeraar in de letselschadezaak en dat hij zaken verzint om klager bij deze verzekeraar onderuit te halen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:109 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-051/DB/ZWB

    Advocaat heeft klaagster niet geïnformeerd over de mogelijke rechtsingangen en de financiële consequenties daarvan. Advocaat heeft onvoldoende overleg gevoerd over de aanpak van de zaak en heeft niet gereageerd op de reactie van klaagster op de conceptdagvaarding. Ook toen heeft de advocaat nagelaten duidelijkheid te scheppen en aan klaagster kenbaar te maken welke keuze hij voorstond en welke redenen daaraan ten grondslag lagen. Advocaat behoort een vonnis met de cliënt te bespreken en de cliënt te adviseren over de kansen in hoger beroep. Gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:108 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/650402 / DW RK 18/351

      Beslissing op verzet. De gronden van het verzet zijn niet aangeleverd en is derhalve niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:110 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-049/DB/ZWB

    Advocaat heeft door klagers niet te wijzen op de termijn waarbinnen stukken ingediend dienden te worden en vervolgens de klagers overgelegde stukken te laat in te dienen, zonder klagers op het risico daarvan te wijzen, niet gehandeld zoals van een behoorlijk advocaat verwacht mag worden. Advocaat heeft bij akte een stuk van de cliënt van 11 pagina’s integraal ingediend en daarmee gehandeld in strijd met het procesreglement en in de wet vastgelegde regelgeving, zodat de rechter dit stuk buiten beschouwing heeft gelaten. Van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht dat hij een voor zijn cliënt negatief uitgevallen gerechtelijke uitspraak met zijn cliënt bespreekt, alsmede de juridische (on)mogelijkheden daarna, en vervolgens met een op de zaak betrekking hebbend advies komt. Advocaat heeft aansprakelijkstelling niet direct doorgeleid aan zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/287x

    Klager dient opnieuw een klacht in tegen een bedrijfsarts, waarin hij haar o.a. verwijt haar privacy geschonden te hebben door bij het opvragen van medische informatie bij een specialist niet alleen zijn BSN-nummer te hebben doorgegeven, maar ook zijn adresgegevens en dat zij een verkeerde CAS-code heeft gebruikt en bij haar werkzaamheden is uitgegaan van onjuiste richtlijnen. Verweerster voert verweer. Naar het oordeel van het college is klager ten aanzien van enkele klachten niet ontvankelijk en wijst de overige klachten als kennelijk ongegrond af.

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-03 (2018.V13-Thamesborg)

    Op vrijdag 16 maart 2018 voer het geladen en onder Nederlandse vlag varende schip Thamesborg in ijs konvooi in de Baltische Zee. Het konvooi bestond uit de Zweedse ijsbreker “Ymer”, het onder Cyprus vlag varende vrachtschip “Mario L” en daarachter als laatste de Thamesborg. Rond 15:00 LT werd het ijs dikker en, na een eerste vaartvermindering van de Mario L, kwam dit schip vast te zitten in het ijs. Ondanks pogingen vanaf de Thamesborg om tijdig te stoppen en/of uit te wijken, vond er een aanvaring plaats tussen de Thamesborg en de Mario L. De aanvaring gebeurde met weinig vaart, maar toch verloor de Mario L haar “free fall lifeboat” en liep de Thamesborg boven de waterlijn een klein scheurtje op. Niemand raakte gewond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/531

    Klaagster dient een klacht in tegen de behandelaar van haar ex-partner, een psychotherapeut, met onder andere het verwijt dat hij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling heeft genegeerd en de meldcode niet zou hebben toegepast, haar ex-partner een onjuist behandeladvies zou hebben gegeven en ten onrechte haar privacy zou hebben geschonden. Klaagster is in het merendeel van haar klachten, die zien op de behandeling van haar ex-partner door verweerder, niet ontvankelijk omdat zij geen rechtstreeks belanghebbende is in de zin van artikel 65 lid 1 sub a Wet BIG. Ten aanzien van de klachten die zien op klaagster zelf oordeelt het college dat zij wel kan worden ontvangen in haar klachten, maar wijst die af als kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 292/2018

      Raadkamerbeslissing. Het verwijt dat verweerder (cardioloog) zijn patiënte bewust heeft laten uitdrogen, treft geen doel. De door verweerder gegeven behandeling acht het college passend en adequaat, waarbij door verweerder ook op juiste wijze is gereageerd op de geconstateerde intravasale ondervulling bij patiënte. Ook is niet gebleken dat verweerder de patiënte tijdens de opname in het ziekenhuis morfine heeft toegediend of dat was begonnen met palliatieve sedatie. Klacht is kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:182 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.391

    Klacht tegen arts, werkzaam als bedrijfsarts bij een Arbo-dienst. Klaagster verwijt de arts dat zijn handelwijze bij de beoordeling van haar geschiktheid tot het verrichten van arbeid onjuist is geweest. Zij stelt onder meer dat de arts zich niet aan afspraken heeft gehouden, het consultatieverslag wel naar de werkgever heeft gezonden, maar niet naar klaagster, hij willens en wetens informatie van andere artsen buiten beschouwing heeft gelaten, met zijn advisering klaagster heeft benadeeld, zonder toestemming medische informatie naar de werkgever heeft gezonden en zich ten onrechte uitgeeft voor bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de arts een waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts hiertegen en legt met eenparigheid van stemmen aan de arts een zwaardere maatregel, te weten een berisping, op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:183 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.392

    Klacht tegen bedrijfsarts, werkzaam bij een Arbo-dienst. De bedrijfsarts was de supervisor van de arts, niet zijnde een bedrijfsarts, die klaagster op zijn spreekuur heeft gezien. Klaagster verwijt de bedrijfsarts onder meer dat hij de conclusie van de arts omtrent klaagsters arbeidsongeschiktheid heeft onderschreven zonder zich te vergewissen van de juistheid van deze conclusie. Het Regionaal Tuchtcollege komt tot het oordeel dat de bedrijfsarts de arts onvoldoende heeft gesuperviseerd, verklaart dit klachtonderdeel gegrond en legt de bedrijfsarts een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep tegen dat oordeel.