Zoekresultaten 12241-12250 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 103/2019

    Klacht tegen verpleegkundige. Beklaagde wordt verweten dat hij de klachten van klaagster aan haar rechter hand niet goed heeft behandeld. Beklaagde heeft de klachten van klaagster wel serieus genomen en heeft niet onzorgvuldig gehandeld jegens klaagster. Beklaagde heeft de pijnklachten van de hand onderzocht en geen afwijkingen geconstateerd. Toen bleek dat klaagster klachten van de hand bleef houden, heeft hij haar doorgestuurd naar de huisarts. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-622

    Op grond van de Gedragsregels 1992 is een advocaat verplicht om met zijn cliënt bij het begin van de zaak en verder telkens wanneer daartoe aanleiding bestaat, te overleggen of er termen zijn om te trachten door de overheid gefinancierde rechtshulp te verkrijgen. Verweerster heeft naar het oordeel van de raad gehandeld overeenkomstig deze Gedragsregel. In de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht wordt uitvoerig in gegaan op de situatie waarbij sprake is van een toevoeging en wat tussen partijen geldt als de toevoeging wordt ingetrokken. Klaagster heeft zich niet over heel specifieke details geïnformeerd door de website van de Raad voor Rechtsbijstand te raadplegen, waarnaar verweerster haar in de opdrachtovereenkomst verwezen had. Omdat de mogelijkheid bestond dat de toevoeging zou worden ingetrokken had verweerster naar het oordeel van de raad er wel goed aangedaan om klaagster regelmatig te informeren over de stand van zaken in het geval klaagster wel zelf zou moeten betalen voor verweersters werkzaamheden. Dat maakt de klacht echter, nu dit door verweerster niet gedaan is, niet gegrond. Niet verweerster maar klaagsters wederpartij heeft in de echtscheidingsprocedure verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap gevraagd. Het door klaagster (achteraf) beoogde doel de woning buiten de verdeling te laten lag niet (alleen) in handen van verweerster. Bovendien zou een wijze van adviseren als klaagster van verweerster stelt te verwachten, zoals de deken ook opmerkt, het systeem van de door de overheid gefinancierde rechtshulp omzeilen dat juist bedoeld is voor rechtszoekenden die onvoldoende inkomen of vermogen hebben. Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 145/2019

    Klacht tegen tandarts gedeeltelijk gegrond. Niet aannemelijk is gemaakt dat elementen met composiet zijn behandeld. Die behandeling staat niet vermeld op de bij uitstek voor het vastleggen van handelingen bedoelde patiëntenkaart. Vermelding op een begroting van een behandelplan is onvoldoende. Verder is patiënt in afwijking van het standpunt van de KNMT over het beëindigen van de behandelingsovereenkomst zonder mondelinge en schriftelijke waarschuwing uitgeschreven uit de praktijk. Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:164 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-818

    Klacht tegen verweerster als advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad is geen sprake van onjuiste door haar verstrekte informatie in de procedure met betrekking tot het beslag. Met behulp van een Franse advocaat is door verweerster in opdracht van de bank op een boot in Frankrijk conservatoir beslag gelegd. Nadat de boot in opdracht van c.q. door de bank naar Nederland is gehaald is er, na een onherroepelijk vonnis, door verweerster vervolgens executoriaal beslag op die boot gelegd. Dat verweerster betrokken is geweest bij het onbevoegdelijk door de bank naar Nederland halen van de boot met daarop het Franse conservatoire beslag, is de raad niet gebleken, zodat zij daarvoor ook niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 098/2019

    Klacht tegen verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen werkzaam in de huisartsenpraktijk betreffende met name het stellen van de diagnose en de bejegening.  Klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:71 Accountantskamer Zwolle 19/252 en 19/253 Wtra AK

    Betrokkene heeft op 31 januari 2012 bij een jaarrekening 2010 een controleverklaring, inhoudende een oordeelsonthouding, afgegeven, omdat hij niet in staat is geweest om voldoende controle-informatie te verkrijgen. Verder heeft betrokkene om dezelfde reden op 30 januari 2013 bij de jaarrekening 2011 een beoordelingsverklaring inhoudende een onthouding van conclusie afgegeven. De klacht met betrekking tot de jaarrekening 2010 is vanwege de overschrijding van de zesjaarstermijn niet-ontvankelijk. De klachten met betrekking tot de jaarrekening 2011 zijn feitelijk onjuist dan wel onvoldoende toegelicht of onderbouwd en daarom ongegrond. Ter zitting wordt door klagers met betrekking tot een klachtonderdeel een uitgebreide nadere onderbouwing gegeven die veel elementen bevat die niet in het klaagschrift waren opgenomen en die ook geen duidelijke reactie vormen op het verweerschrift. Niet valt in te zien waarom deze nadere onderbouwing niet eerder had kunnen worden gegeven. Betrokkenen zijn daardoor in hun verdedigingsbelang geschaad, zodat sprake is van strijd met een goede procesorde. De nadere onderbouwing wordt daarom buiten beschouwing gelaten.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/292

    Klager verwijt de bedrijfsarts met name dat hij de gemaakte afspraken niet nakomt en achter klagers rug om een onjuiste rapportage heeft opgemaakt. Daarnaast heeft de bedrijfsarts klager onvoldoende geïnformeerd over de reden waarom hij klager na ruim een half jaar ineens belde, zonder dat een afspraak stond gepland. Verweerder heeft aangevoerd dat hij medisch gezien een juist oordeel heeft gegeven over klager op basis van het telefonische consult. Verweerder heeft wel erkend dat de communicatie met klager tijdens dit consult wellicht anders had gekund. Deels gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:160 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-308/DB/LI

    Vast staat dat verweerder en mr. A hebben samengewerkt bij de behandeling van klagers dossier, terwijl mr. A was geschrapt van het tableau uit hoofde van een tuchtrechtelijke veroordeling. Voorts heeft verweerder niet naar behoren met klager gecommuniceerd over de voortgang en aanpak van de zaak. Dat onduidelijkheid bestaat over de gemaakte afspraken omtrent het instellen van cassatie c.q. inwinnen van cassatie-advies moet voor rekening komen van verweerder omdat hierover niets schriftelijk is vastgelegd. Tot slot is niet gebleken dat verweerder klager  naar behoren heeft geadviseerd over de kans van slagen in eerste aanleg en in appel nu dit advies niet schriftelijk is vastgelegd. Deels gegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:161 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-395/DB/LI

    Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het geheimhoudingsbeding uit de mediationovereenkomst te schenden. Klacht deels gegrond. Berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:158 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-047/DB/LI

    Verzet ongegrond