Zoekresultaten 201-210 van de 2805 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/407517 KL RK 22-101

    De klacht is niet-ontvankelijk omdat de kandidaat-notaris niet betrokken was bij de akte van levering waarover de klacht is ingediend.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/404818 KL RK 22-72

    In de akte van levering is een passage opgenomen uit de koopovereenkomst. Klagers dachten daarmee een erfdienstbaarheid te hebben gevestigd, maar het gaat om een kettingbeding. Van de oud-notaris hoefde niet verwacht te worden dat hij begreep of had moeten begrijpen dat klagers een erfdienstbaarheid wilden vestigen. De oud-notaris heeft de wil van partijen, zoals die bleek uit de koopovereenkomst vastgelegd. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:26 Kamer voor het notariaat Amsterdam 721343 / NT 22-27

    Gelet op het belang van de permanente educatie moet een notaris voldoende prioriteit geven aan de opleidingsverplichtingen. Indien hij daartoe door een samenloop van omstandigheden niet in staat is, is het de verantwoordelijkheid van de  notaris zelf om tijdig in contact te treden met de KNB voor (nader) overleg. Dat heeft de notaris nagelaten. Nu de notaris ondanks de waarschuwingen van het BFT, voor de derde keer in voornoemde tijdvakken te weinig opleidingspunten heeft gehaald, acht de kamer het opleggen van de maatregel van waarschuwing passend en geboden. 

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:27 Kamer voor het notariaat Amsterdam 721346 / NT 22-28

    Gelet op het belang van de permanente educatie moet een notaris voldoende prioriteit geven aan de opleidingsverplichtingen. Nu de notaris ondanks de waarschuwingen van het BFT, voor de derde keer in voornoemde tijdvakken te weinig opleidingspunten heeft gehaald, acht de kamer het opleggen van de maatregel van waarschuwing passend en geboden. 

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:2 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/28

    De notaris heeft opeenvolgende akten van levering gepasseerd van twee aan elkaar grenzende percelen. Klacht over zijn handelen nadat tussen de eigenaren van die percelen onduidelijkheid was ontstaan over het (veronderstelde recht op het) gebruik van kleine stukjes van elkaars percelen. De kamer is van oordeel dat klaagster uit de uitlatingen van de notaris in redelijkheid niet de indruk heeft kunnen krijgen dat zij in haar recht stond ten aanzien van het gebruik van het stukje grond van de nieuwe eigenaren of dat de notaris heeft nagelaten klaagster daarover naar behoren te informeren op basis van de inhoud van de door hem gepasseerde akten. Klacht over de wijze van communiceren, die niet optimaal is geweest, van onvoldoende gewicht om de notaris daar een tuchtrechtelijk verwijt van te maken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/11

    Klagers 1 tot en met 4 verwijten de notaris (kort gezegd) dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflater toen hij op 7 januari 2022 zijn testament passeerde. De notaris heeft met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht in eerste instantie aangevoerd dat hij slechts algemene informatie kan geven.Bij tussenbeslissing van 27 juni 2022 heeft de kamer klagers 3 en 4 niet-ontvankelijk verklaard in de klacht, omdat zij geen redelijk belang hebben. Verder heeft de kamer de notaris in de gelegenheid gesteld alsnog zo gedetailleerd als mogelijk te beschrijven hoe het onderhavige testament tot stand is gekomen, hoe hij de wilsbekwaamheid van erflater heeft beoordeeld en op welke wijze hij heeft gewaarborgd dat erflater zijn wil op onafhankelijke wijze aan de notaris heeft kunnen overbrengen. De notaris heeft van deze mogelijkheid gebruikgemaakt.Bij eindbeslissing van 16 januari 2023 heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard. De kamer is van oordeel dat de notaris voldoende naar voren heeft gebracht om aan te nemen dat hij ondanks de aanwezigheid van (ook in het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening genoemde) indicatoren geen reden zag voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. Voor zover de notaris nog enige twijfel over de wilsbekwaamheid van erflater zou hebben gehad, zou die in de gegeven omstandigheden niet voldoende zijn geweest om de tijd te nemen voor een medisch onderzoek met het risico dat de uiterste wil van erflater door zijn naderende overlijden niet meer zou kunnen worden vastgelegd. De kamer is van oordeel dat de notaris (ook) voldoende alert is geweest op de mogelijkheid van beïnvloeding van erflater door [A]. Hoewel er in het voortraject kanttekeningen zijn te plaatsen bij het handelen van de notaris, heeft de notaris later correct gehandeld door erflater thuis te bezoeken en hem tijdens een anderhalf uur durende passeerafspraak buiten aanwezigheid van anderen uitgebreid te spreken. Bij dit oordeel weegt mee dat sprake was van een spoedsituatie en de notaris dus geen tijd had voor een uitgebreid onderzoek. Verder heeft de kamer oog voor de omstandigheid dat Nederland zich begin januari 2022 in de uitzonderlijke situatie van een harde lockdown bevond, waardoor de notaris te maken had met aangescherpte coronamaatregelen en adviezen van de overheid. Deze coronamaatregelen en adviezen waren voor de notaris reden om fysiek contact tussen hem en/of zijn personeel enerzijds en de cliënt anderzijds zoveel mogelijk te beperken. In die omstandigheden heeft de notaris naar het oordeel van de kamer een voldoende zorgvuldige invulling gegeven aan zijn taak om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming van erflater en zijn de in de beslissing gemaakte kanttekeningen van onvoldoende gewicht om de notaris hierover een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TNORARL:2022:52 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/399444 / KL RK 22-16

    de moeder van klaagsters heeft in 2013 een nieuwe relatie gekregen. Zij heeft op 8 februari 2019 een levenstestament laten opstellen waarin zij een algemene volmacht aan klaagsters heeft gegeven. Op 13 januari 2021 heeft de moeder van klaagsters een nieuw levenstestament en testament laten opmaken. De notaris heeft in 2021 voldoende gewaarborgd dat de moeder van klaagsters haar wil op onafhankelijke wijze en zonder beïnvloeding van derden aan de notaris heeft kunnen overbrengen. De notaris was ten tijde van het opmaken en passeren van het (levens-)testament niet op de hoogte van het feit dat de moeder van klaagsters reeds in 2019 was gediagnosticeerd met de ziekte van Alzheimer. De klacht is ongegrond. 

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:23 Kamer voor het notariaat Amsterdam 718086/NT 22-17

    De klacht betreft de door de notaris gepasseerde akte van 19 november 2010 en het handelen van de notaris in de jaren 2004-2010, met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klager. De notaris zou niet voor de belangen van klager zijn opgekomen maar alleen oog hebben gehad voor de belangen van de stiefvader van klager. De kamer verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Artikel 99 lid 21 Wna (vervaltermijn) is van toepassing.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:24 Kamer voor het notariaat Amsterdam 718647 / NT 22-19

    Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflater ten tijde van de totstandkoming van zijn testament van 7 oktober 2020. De notaris heeft haar ook geen informatie willen verstrekken over de wijze van totstandkoming. De kamer verklaart de klacht gegrond, omdat zij niet heeft kunnen vaststellen dat de notaris er niet aan hoefde te twijfelen dat erflater wilsbekwaam was. De notaris heeft in het verweerschrift noch ter zitting kunnen toelichten hoe hij tot de overtuiging is gekomen dat erflater wilsbekwaam was. Ook heeft de notaris niet adequaat gereageerd op het verzoek van klaagster om een toelichting op de totstandkoming van het testament. De kamer legt de notaris een waarschuwing op. 

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:25 Kamer voor het notariaat Amsterdam 719990/NT 22-21 719991/NT 22-22

    In deze zaak gaat het om de vraag of er voor de notaris aanleiding was om te betwijfelen of [A] een particuliere verkoper was, in welk geval de notaris vervolgens zijn diensten bij de koopovereenkomst van 5 mei 2022 tussen [A] en [X] had moeten weigeren, althans had moeten onderzoeken of tussen [A] en klagers een (perfecte) mondelinge koopovereenkomst tot stand gekomen was. Naar het oordeel van de kamer moet die vraag ontkennend worden beantwoord. Wel is de kamer van oordeel dat de notaris een deel van de vragen van klagers, die niet de inhoud van de koopovereenkomst betroffen maar van feitelijke aard waren, had kunnen beantwoorden zonder daarbij zijn geheimhoudingsplicht te schenden. Dat deel van de klacht is dus gegrond waar het de notaris betreft, maar de kamer legt hem geen maatregel op. De klacht tegen de kandidaat-notaris is ongegrond.