Zoekresultaten 1-10 van de 219 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:13 Accountantskamer Zwolle 23/2563 Wtra AK

    Betrokkene heeft een rentabiliteitswaardeberekening van een onderneming gemaakt zonder Standaard 5500N te hebben toegepast op de aanvaarding en de uitvoering van de opdracht en de rapportage. De waardeberekening is gebaseerd op positieve prognoses van het management die betrokkene niet voldoende professioneel-kritisch heeft beschouwd. Ook heeft betrokkene een samenstellingsverklaring bij een jaarrekening van de betreffende onderneming afgegeven hoewel hij wist dat de schuld aan de bank daarin onjuist was gepresenteerd als schulden aan leveranciers en handelskredieten. Betrokkene heeft meerdere fundamentele beginselen geschonden. De inschrijving van betrokkene moet voor de duur van één maand worden doorgehaald.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:14 Accountantskamer Zwolle 23/2188 Wtra AK

    Kantoorhertoetsing. Betrokkene heeft de bevindingen van de toetsers niet inhoudelijk weersproken. Daaruit blijkt dat het kwaliteitssysteem nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Daarnaast is gebleken dat betrokkene heeft meegewerkt aan het doen van onjuiste belastingaangiften voor een cliënt en het verkrijgen van financiering van andere cliënten van betrokkene. Hij heeft daarmee in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van professionaliteit, integriteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en objectiviteit. Doorhaling, verbod op herinschrijving gedurende vijf jaren.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:80 Raad van Discipline Amsterdam 23-911/A/A

    Raadsbeslissing; Gegronde klacht van een advocaat over een advocaat. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door contact op te nemen met de minderjarige cliënt van klager op het moment dat klager bijstand verleende aan deze minderjarige cliënt. Daarmee heeft zij gedragsregel 25 lid 1 geschonden. De raad ziet aanleiding te volstaan met een gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel, nu verweerster zelf heeft erkend dat zij anders had moeten handelen en voor haar handelwijze haar verontschuldigingen heeft aangeboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:81 Raad van Discipline Amsterdam 24-043/A/NH

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerster heeft haar voorlichtingsplicht aan klaagster verzaakt. Daarnaast heeft verweerster nagelaten periodiek urenspecificaties en kostenoverzichten te verstrekken. Verder heeft verweerster haar factuur bijna twee jaar na het versturen van haar urenspecificatie onaangekondigd aan klaagster toegezonden, terwijl klaagster over de hoogte van de urenspecificatie bij het kantoor van verweerster een klacht had ingediend waarover zij (nog) niets had vernomen. Bovendien heeft verweerster zonder klaagster hierin te kennen de toevoegingsgelden verrekend met uren aan werkzaamheden die zij niet bij klaagster in rekening had gebracht. Verweersters handelen raakt aan de kernwaarde financiële integriteit. Ondanks het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerster, acht de raad gelet op de ernst van de verwijten de oplegging van een berisping en kostenveroordeling passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:82 Raad van Discipline Amsterdam 24-193/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de privégedragingen van verweerster kennelijk ongegrond. Er is geen sprake is van privégedragingen die in het licht van de beroepsuitoefening van verweerster absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:83 Raad van Discipline Amsterdam 24-186/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de advocaat in een erfrechtzaak. De voorzitter is niet gebleken dat verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld wegens het niet doorsturen van relevante e-mails of het missen van relevante e-mails. Evenmin is komen vast te staan dat verweerster niet heeft zorggedragen voor een deugdelijke waarneming tijdens haar vakantie of dat door verweersters handelwijze onnodige kosten zijn gemaakt dan wel de zaak onnodige vertraging heeft opgelopen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:84 Raad van Discipline Amsterdam 24-219/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft in het artikel de mening van zijn cliënten verkondigd. Gelet op de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid mocht verweerder dit doen ter behartiging van de belangen van zijn cliënten. Uit niets blijkt dat verweerder hiermee de belangen van klager (of van B) nodeloos of ontoelaatbaar heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:85 Raad van Discipline Amsterdam 22-891/A/A

    Voorzittersbeslissing. Verzoek beperkte kennisneming. De deken heeft in het kader van haar onderzoek naar de klacht vertrouwelijke stukken bij verweerder opgevraagd en deze ter kennisgeving van de raad gebracht. Door de voorzitter is beoordeeld of de door de deken voor klager vertrouwelijk ingebrachte stukken (deels) ook aan klager ter kennis moeten worden gebracht. Zoals het Hof van Discipline in haar beslissing van 30 juli 2021 (ECLI:NL:TAHVD:2021:130) heeft overwogen, kent de Advocatenwet de figuur van geheimhouding van stukken niet. Voor kwesties als de onderhavige kan evenwel aansluiting worden gevonden bij artikel 8:29 Awb, dat voorziet in een uitputtende regeling voor deze situatie. De beslissing of de verzochte beperking van de kennisneming van de vertrouwelijke stukken ten opzichte van klager gerechtvaardigd is, vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden. De voorzitter heeft kennisgenomen van elk van de stukken die als vertrouwelijk zijn aangemerkt. De voorzitter acht de beperking van de kennisneming van deze stukken tot alleen de raad, na afweging van de betrokken belangen, gerechtvaardigd. De stukken waarvan geheimhouding wordt verzocht hebben alle betrekking op de advocaat-cliëntrelatie, die wordt bestreken door de geheimhoudingsplicht van verweerder als bedoeld in artikel 11a Advocatenwet. Nu niet is gebleken dat de cliënte van verweerder toestemming heeft gegeven om de vertrouwelijke informatie openbaar te maken, staat het verweerder niet vrij om deze informatie prijs te geven.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:86 Raad van Discipline Amsterdam 22-892/A/A 22-893/A/A

    Voorzittersbeslissing. Verzoek beperkte kennisneming. De deken heeft in het kader van haar onderzoek naar de klacht vertrouwelijke stukken bij verweerders opgevraagd en deze ter kennisgeving van de raad gebracht. Door de voorzitter is beoordeeld of de door de deken voor klager vertrouwelijk ingebrachte stukken (deels) ook aan klager ter kennis moeten worden gebracht. Zoals het Hof van Discipline in haar beslissing van 30 juli 2021 (ECLI:NL:TAHVD:2021:130) heeft overwogen, kent de Advocatenwet de figuur van geheimhouding van stukken niet. Voor kwesties als de onderhavige kan evenwel aansluiting worden gevonden bij artikel 8:29 Awb, dat voorziet in een uitputtende regeling voor deze situatie. De beslissing of de verzochte beperking van de kennisneming van de vertrouwelijke stukken ten opzichte van klager gerechtvaardigd is, vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden. De voorzitter heeft kennisgenomen van elk van de stukken die als vertrouwelijk zijn aangemerkt. De voorzitter acht de beperking van de kennisneming van deze stukken tot alleen de raad, na afweging van de betrokken belangen, gerechtvaardigd. De stukken waarvan geheimhouding wordt verzocht hebben alle betrekking op de advocaat-cliëntrelatie, die wordt bestreken door de geheimhoudingsplicht van verweerders als bedoeld in artikel 11a Advocatenwet. Nu niet is gebleken dat de cliënte van verweerders toestemming heeft gegeven om de vertrouwelijke informatie openbaar te maken, staat het verweerders niet vrij om deze informatie prijs te geven.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:87 Raad van Discipline Amsterdam 23-913/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk. Geen sprake van een schending van gedragsregel 15, want er heeft tussen klager en verweerder geen advocaat-cliënt relatie bestaan. Evenmin kan worden vastgesteld dat verweerder getuigen zou hebben beïnvloed of zich niet onafhankelijk heeft opgesteld. Van het handelen in strijd met de gedragsregels 2 en 22 is daarom evenmin sprake. Ook is niet gebleken dat verweerder bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, daarom is ook geen sprake van het handelen in strijd met gedragsregel 8. Of en op welke wijze de genoemde financiële constructies toelaatbaar waren, is een kwestie tussen verweerder en zijn cliënt. Klager staat daarbuiten. Daarom is klager ten aanzien van dat klachtonderdeel niet-ontvankelijk.