Zoekresultaten 801-810 van de 42263 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5809

    Klaagster is met ernstige Covid-klachten opgenomen in het ziekenhuis. Zij heeft tijdens deze opname een periode op de intensive care (verder: IC) verbleven. Tijdens de opname ontstonden toenemende klachten aan haar hand. Omdat het klinisch beeld van de hand niet verbeterde, werd besloten tot operatief ingrijpen. De chirurg heeft deze operatie uitgevoerd. Na de operatie is necrose in de duim ontstaan. Klaagster verwijt de chirurg onder andere onvoldoende informatieverstrekking over de operatie en een gebrekkige nazorg. Het college is van oordeel dat, op basis van hetgeen is genoteerd in het medisch dossier, klaagster voorafgaande de operatie door de betrokken collega’s van de chirurg afdoende is geïnformeerd over onder meer de toestand van de hand, (het verloop van) de behandeling, en behandelopties, en dat klaagster toestemming heeft verleend voor de operatie. Aan het vereiste van informed consent is dan ook voldaan. Tevens heeft de chirurg voor de operatie nog telefonisch contact gehad met de echtgenoot van klaagster over de uit te voeren operatie. Klaagster werd op dat moment kunstmatig in slaap gehouden en was dus niet aanspreekbaar. Ook na afloop van de operatie heeft de chirurg telefonisch contact gehad met de echtgenoot over het verloop van de ingreep, en zij heeft klaagster na de operatie nog op de IC bezocht en de hand beoordeeld. De toestand van klaagster is nadien op verschillende beslismomenten (mede)beoordeeld door de chirurg. De omzetting van een poliklinisch naar telefonisch consult hield direct verband met de Covid-status van klaagster. Een vervolgafspraak werd door klaagster afgezegd. Op grond van de stukken en wat hierover is vastgelegd in het patiëntendossier, is volgens het college van gebrekkige nazorg geen sprake. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:11 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-822/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van deken kennelijk ongegrond. De voorzitter is van oordeel dat uit de overlegde stukken niet is gebleken dat verweerster, door de wijze waarop klager door haar en de medewerker(s) van het ordebureau is geïnformeerd en te woord gestaan, zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:60 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/423868 KL RK 23-84

    Volgens klaagster ontbreekt in de akte van levering dat de verkrijger van het appartement van rechtswege ook lid is geworden van de VvE hoofdsplitsing. Dit standpunt van klaagster acht de kamer onjuist. De notaris heeft terecht het standpunt ingenomen dat de verkrijger van het appartement niet van rechtswege lid is geworden van de VvE hoofdsplitsing. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5462

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is van de trap gevallen en in verband met aanhoudende klachten aan haar voet meerdere malen gezien door verschillende arts-assistenten onder supervisie van verschillende chirurgen, waaronder verweerder. Klaagster verwijt de traumachirurg de diagnose ontwrichting van het Lisfranc-gewricht te hebben gemist en dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het college overweegt dat bij het ontstaan van letsel in de enkel meer mogelijk is dan alleen het optreden van zeer zeldzame Lisfranc problematiek. Het college is van oordeel dat de anamnese van de arts-assistenten zorgvuldig was en dat zij in overleg met en onder de supervisie van de traumachirurg, mede op basis van de informatie van de betrokken radiologen, binnen de normen van de professionele standaarden hebben gehandeld, wat maakt dat dit ook voor de traumachirurg geldt. Verder overweegt het college dat supervisie op verschillende manieren kan plaatsvinden, zoals door telefonisch overleg, waarbij remote beoordelen van röntgenfoto’s zeer gebruikelijk is. Het college ziet in deze zaak geen aanleiding aan te nemen dat er omstandigheden waren die maakten dat de traumachirurg klaagster zelf had moeten zien. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:12 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-837/DB/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Omdat niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de aan haar, in haar hoedanig

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5621

    Klacht tegen verpleegkundige gegrond. Zij  heeft de professionele grenzen, die zij als verpleegkundige in acht behoort te nemen, overschreden door gedurende twee maanden een seksuele relatie te hebben met een cliënt die aan haar zorg was toevertrouwd. Voorwaardelijke schorsing van 12 maanden.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:61 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/423871 KL RK 23-85

    Volgens klaagster ontbreekt in de akte van levering dat de verkrijger van het appartement van rechtswege ook lid is geworden van de VvE hoofdsplitsing. Dit standpunt van klaagster acht de kamer onjuist. De notaris heeft terecht het standpunt ingenomen dat de verkrijger van het appartement niet van rechtswege lid is geworden van de VvE hoofdsplitsing. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:18 Hof van Discipline 's Gravenhage 220211S

    Hoger beroep ingetrokken. Het hof beslist over de ingangsdatum van de in eerste aanleg opgelegde schorsing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:4 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-627/AL/NN

    Klacht over eigen advocaat. Klager verwijt verweerder dat hij namens hem een kansloos hoger beroep heeft gevoerd. Klager heeft dit verwijt niet toegelicht. Wel heeft hij, kennelijk ter onderbouwing van zijn klacht, een aantal stukken - waaronder de beide memories in appel en correspondentie tussen klager en verweerder - overgelegd. De raad is van oordeel dat op grond van deze door klager overgelegde stukken niet vast is komen te staan dat verweerder namens klager een bij voorbaat kansloze appelprocedure heeft gevoerd. Ook uit de inhoud van het arrest van het hof valt dit niet af te leiden. Dat betekent dat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerder niet is gebleken. Deze klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:5 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-348/AL/OV

    Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld omdat hij in strijd met gedragsregel 25 een brief rechtstreeks aan de wederpartij van zijn cliënt heeft gestuurd. In het voordeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat verweerder heeft erkend dat hij fout heeft gehandeld en zijn excuses heeft aangeboden. Gelet op alle omstandigheden is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.