Zoekresultaten 20191-20200 van de 42291 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:352 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.393

      Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Het Regionaal Tuchtcollege heeft vastgesteld dat klager ten dele niet kl achtgerechtigd is in de zin van artikel 65, eerste lid, sub a, van de Wet BIG en heeft klager daarom voor dat deel niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht en de klacht voor het overige afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege ziet aanleiding om allereerst te beoordelen of klager ontvankelijk is in het door hem ingestelde beroep. In artikel 65 lid 1 sub a Wet BIG is vastgelegd dat een klacht aanhangig kan worden gemaakt door een rechtstreeks belanghebbende. Ook anderen dan de patiënt kunnen als rechtstreeks belanghebbenden worden aangemerkt. Het recht van een naaste betrekking om een klacht in te dienen namens een naaste, berust niet op een eigen klachtrecht maar op het klachtrecht van de veronderstelde wil van de patiënt. Dit betekent in dit geval dat klager slechts met instemming van patiënte beroep kan instellen. Gelet op de omstandigheden van deze zaak, waarin klager aanvankelijk de mentor van patiënte was maar hij inmiddels in het belang van de zorgverlening aan patiënte is ontslagen als mentor, is voor de ontvankelijkheid van klager in beroep in ieder geval vereist dat de mentor van patiënte – als haar vertegenwoordiger in rechte –  instemt met het beroep. Door of namens klager zijn in beroep geen stukken aangedragen waaruit blijkt dat de mentor instemt met het beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:353 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.394

      Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Het Regionaal Tuchtcollege heeft vastgesteld dat klager niet kl achtgerechtigd is in de zin van artikel 65, eerste lid, sub a, van de Wet BIG en heeft klager daarom niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege ziet aanleiding om allereerst te beoordelen of klager ontvankelijk is in het door hem ingestelde beroep. In artikel 65 lid 1 sub a Wet BIG is vastgelegd dat een klacht aanhangig kan worden gemaakt door een rechtstreeks belanghebbende. Ook anderen dan de patiënt kunnen als rechtstreeks belanghebbenden worden aangemerkt. Het recht van een naaste betrekking om een klacht in te dienen namens een naaste, berust niet op een eigen klachtrecht maar op het klachtrecht van de veronderstelde wil van de patiënt. Dit betekent in dit geval dat klager slechts met instemming van patiënte beroep kan instellen. Gelet op de omstandigheden van deze zaak, waarin klager aanvankelijk de mentor van patiënte was maar hij inmiddels in het belang van de zorgverlening aan patiënte is ontslagen als mentor, is voor de ontvankelijkheid van klager in beroep in ieder geval vereist dat de mentor van patiënte – als haar vertegenwoordiger in rechte –  instemt met het beroep. Door of namens klager zijn in beroep geen stukken aangedragen waaruit blijkt dat de mentor instemt met het beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 256/2016

      Klacht tegen apotheker gegrond. Verweerder is verantwoordelijk voor het aangesloten zijn bij een klachtencommissie. Verweerder is die verplichting niet nagekomen. Het college heeft bij het bepalen van de maatregel rekening gehouden met de omstandigheid dat het niet ingeschreven zijn bij een klachtencommissie niet opzettelijk is gebeurd en dat verweerder deze omissie na ontdekking direct heeft rechtgezet. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:103 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/129

    De notaris heeft betoogd dat hij een reactie op de brief niet opportuun achtte, omdat de verzochte informatie al in een eerder gesprek aan de orde was geweest. Indien dit al juist zou zijn, dan past het desondanks een behoorlijk handelend notaris niet om een reactie op het verzoek van (een gemachtigde van) een cliënt geheel achterwege te laten. Het had op de weg van de notaris gelegen om op enigerlei van zich te laten horen, al was het maar met de mededeling dat hij geen reactie wenste te geven.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:350 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.093

      Klacht tegen huisarts. De zus van klager is bekend met een bipolaire stoornis waarvoor zij onder behandeling was bij een psychiater van wie zij lithium kreeg voorgeschreven. Verweerder controleert jarenlang regelmatig de nierfunctie van klaagster in het kader van dit lithiumgebruik. Klager verwijt verweerder dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld met betrekking tot de stijgende kreatininewaarden en voorts dat hij heeft nagelaten patiënte tijdig te informeren over deze waarden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klager slaagt; het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing in eerste aanleg en legt de huisarts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:101 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/116

    Tussenuitspraak van 28 mei 2015. Zie verder de einduitspraak van 8 september 2015.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:102 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/116 (2)

       Zie ook tussenuitspraak van 28 mei 2015 Gezien de uitdrukkelijke ontkenning van de notaris, de inhoud van de getuigenverklaring van mevrouw [ D ] en de inhoud van de brief van mevrouw [ D ] aan de notaris is niet aannemelijk geworden dat de notaris haar onder druk heeft gezet om de woning aan de […] te openen.   De kamer acht het voorts niet onredelijk dat de notaris aan het aannemen van de opdracht tot ontzegeling onder meer de voorwaarde had verbonden dat zijn factuur niet ter discussie stond en hij de zekerheid moest hebben dat zijn factuur betaald zou gaan worden. De kamer neemt daarbij in aanmerking dat de erfgenamen ook een andere notaris konden vragen en dat de aanwezigheid van een notaris bij ontzegeling niet vereist is.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:92 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 853.2016

    Verzet niet ontvankelijk. Overschrijding verzetstermijn. Niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. De door klaagster gestelde omstandigheid dat de voorzitter ruim acht maanden de tijd heeft genomen om een beslissing op de klacht te nemen, maakt niet dat het klaagster vrij staat buiten de wettelijke termijn verzet in te dienen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:191 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-592

    Voorzittersbeslissing. Betreft klacht over advocaat van de wederpartij. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:185 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-859

    Voorzitter oordeelt klacht over eigen advocaat van klager kennelijk ongegrond. Verweerder heeft met voldoende voortvarendheid en deskundigheid voor klager opgetreden in familiezaak.