Zoekresultaten 511-520 van de 42331 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425564 KL RK 23-103

    Klagers verwijten de notaris dat hij de werkwijze van de VvE niet heeft gerespecteerd, waardoor de VvE niet tijdig de verklaring zoals bedoeld in artikel 5:122 lid 5 BW kon afgeven. De kamer is van oordeel dat de notaris op de juiste wijze heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:44 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-657/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Niet in geschil is dat verweerster gedragsregel 21 lid 3 heeft geschonden door zich tot de rechter te wenden nadat uitspraak was bepaald, terwijl de wederpartij daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Dat een medewerker van de rechtbank heeft verteld dat het nog mogelijk is om een reactie in te dienen, betekent niet dat verweerster daarmee een vrijbrief heeft om de gedragsregels te schenden. Daarbij geldt ook dat de regels met betrekking tot de goede procesorde, waar de rechtbank aan toetst, anders zijn dan wat de gedragsregels normeren. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-666/DH/DH/D

    Dekenbezwaar. Vast is komen te staan dat verweerder over de jaren 2021 en 2022 onvoldoende opleidingspunten heeft behaald en onvoldoende GIO’s heeft gevolgd. Verweerder heeft niet (tijdig) gereageerd op verzoeken van de deken om de CCV in te vullen. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:53 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1971

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is bij de orthopedisch chirurg terechtgekomen na verwijzing door de huisarts in verband met voetklachten. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg het stellen van een verkeerde diagnose, het geven van een onjuiste behandeling, het discrimineren op basis van leeftijd en het niet voldoen aan de vereisten van informed consent en shared decision making. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:54 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1993

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft klager in 2021 gezien voor een orthopedische expertise ter beoordeling van de mate van invaliditeit van klager na drie verkeersongevallen (twee in 2014 en één in 2018). De orthopedisch chirurg heeft een rapport opgesteld. Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij: (1) pijnklachten buiten beschouwing heeft gelaten en de AMA-guides onjuist heeft toegepast, (2) een onvolledige niet volledig juiste anamnese heeft afgenomen, (3) buiten zijn vakgebied is getreden, (4) door middel van MRI-scans vastgestelde afwijkingen ontkent en (5) concludeert dat klagers rugklachten niet aan de ongevallen gerelateerd zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:47 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-125/DH/RO/D

    Verzoek art. 60b toegewezen: schorsing en benoeming waarnemer. Verweerder heeft door medische omstandigheden sinds januari 2024 niet of nauwelijks werkzaamheden verricht en is op dit moment niet in staat zijn praktijk te voeren en zittingen bij te wonen, ook niet die van de raad. Van bezwaren van verweerder tegen de verzochte schorsing en waarneming is de raad bovendien niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:55 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2041

    Klacht tegen een revalidatiearts. Klager is in 2011 gediagnosticeerd met het Guillain-Barré Syndroom (verder: GBS). Hij was van januari 2012 tot februari 2013 klinisch opgenomen en aansluitend poliklinisch behandeld in een revalidatiecentrum waar de revalidatiearts destijds werkzaam was. Omdat geen indicatie meer bestond voor verdere revalidatie in de tweede lijn is geprobeerd een eerstelijns fysiotherapeut te vinden voor verdere begeleiding van klager. Uiteindelijk is in 2015 nog een tweede poliklinische revalidatieperiode aan klager aangeboden voor de duur van acht weken, waarna de behandeling definitief is geëindigd. Klager verwijt de revalidatiearts onvoldoende onderbouwing van het beleid en onvoldoende informatievoorziening aan klager voorafgaand en volgend op zijn ontslag uit de tweede poliklinische revalidatieperiode, gebrekkige en oneigenlijke dossiervoering en onvoldoende toezicht op professionele dossiervorming van teamleden (psycholoog en fysiotherapeut), gebrek aan expertise als controlerend/coördinerend revalidatiearts in de periode na ontslag, waardoor er een enorme terugval in het lichamelijk en geestelijk functioneren van klager is opgetreden, in het bijzonder heeft de revalidatiearts de richtlijn spierziekten niet gevolgd, en onvoldoende zelfreflectie en onvoldoende toetsbare houding in de interne klachtenprocedure naar aanleiding van het ontslag en een onjuist/onwaar verweer gevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:45 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-906/AL/GLD

    De voorzitter verklaart de klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:56 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1788

    Klacht tegen een arts. Klager is betrokken geweest bij een ongeval waarbij zijn auto werd aangereden door een andere auto. Hij heeft bij de verzekeraar van de tegenpartij van dit ongeval een claim ingediend voor de lichamelijke klachten die hij daarna had en die volgens hem een gevolg van het ongeval waren. De arts heeft als zelfstandig werkend medisch adviseur twee medische adviesrapporten opgesteld op verzoek van de verzekeraar van de tegenpartij inzake de claim van klager. In deze rapporten komt hij tot de conclusie dat de lichamelijke klachten van klager geen gevolg van het ongeval kunnen zijn. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de arts in zijn medische adviesrapporten zowel onzorgvuldig is geweest in zijn weergave en/of (impliciete) interpretatie van de beschikbare informatie, als ongefundeerde aannames heeft gedaan. De rapporten voldoen niet aan de eisen waaraan het moet voldoen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt de maatregel van berisping op. De arts is in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege is net als het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is, maar acht oplegging van de maatregel van waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:42 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-608/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Verweerster heeft klaagster direct aangeschreven. Verweerster heeft erkend dat zij over het hoofd heeft gezien dat klaagster vanaf het begin al werd bijgestaan door een advocaat. Waarschuwing.