Zoekresultaten 2811-2820 van de 42242 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:396 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-112/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. De voorzitter is van oordeel dat verweerder aan klaagster voldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij in het geval de aanvragen om toevoegingen zouden worden afgewezen, verweerder op basis van een uurtarief van € 190,00 excl. btw zou moeten betalen. Niet is gebleken dat verweerder bij het aanvragen van de toevoegingen en het in rekening brengen van zijn werkzaamheden tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De juistheid van de verwijten dat verweerder klaagster onder druk heeft gezet om zijn rekening te voldoen (klachtonderdeel b) en verweerder de beslagvrije voet onjuist heeft berekend (klachtonderdeel c), zijn niet vast komen te staan. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-593/AL/GLD

    Klacht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken. De raad neemt het verweerder kwalijk dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar aanleiding van de signalen van klaagster over het kantoor dat klaagster had bijgestaan. De raad begrijpt dat klaagster zich niet gehoord voelde door verweerder. De raad vindt dat verweerder zijn taak als deken heeft verwaarloosd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:397 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-159/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De gemaakte verwijten aan de advocaat van de wederpartij zijn niet vast komen te staan. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-589/AL/MN

    Verweerder is tekortgeschoten in de communicatie met klager over het belang van tijdige ondertekening van de vaststellingsovereenkomst en hij heeft daarmee de belangen van klager geschaad. Bij het bepalen van de maatregel betrekt de raad de rol van klager in de gang van zaken. Klager ging tijdens onderhandelingen met zijn werkgever over de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst op vakantie en hield zich vervolgens onbereikbaar. Daarmee maakte hij het verweerder erg lastig om diens taak als belangenbehartiger goed te kunnen uitvoeren. Dat de kwestie nadelig heeft uitgepakt voor klager is dus niet uitsluitend te wijten aan het handelen van verweerder. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:398 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-161/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:64 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-351/AL/MN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerster onvoldoende duidelijk met klager gecommuniceerd over de mogelijkheid om cassatie in te stellen en dat zij hem daar niet in kon bijstaan. Daarnaast heeft verweerster onvoldoende adequaat gereageerd op verschillende berichten van klager over de stand van zaken en de te nemen vervolgstappen. Dat zij veel telefonisch contact met klager heeft gehad, is door verweerster niet met stukken, waaronder urenstaten of telefoonnotities, onderbouwd. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:399 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-103/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een curator. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:394 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-1018/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klachten over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter verklaart de klacht over het handelen van verweerster in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/721261 / DW RK 22/304 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. De klacht heeft betrekking op een periode van langer dan drie jaar geleden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4281

    Ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster werd verwezen naar de neuroloog in verband met hevige pijnklachten in haar rug, uitstralende pijnscheuten en fors krachtsverlies in haar rechterbeen na spinaal anesthesie. Na neurologisch onderzoek concludeerde de neuroloog dat er geen sprake was van een zenuwbeknelling of zenuwbeschadiging en stelde zij de diagnose functionele neurologische stoornis (FNS). Klaagster is tegen het einde van het neurologisch consult uit haar rolstoel opgestaan en gevallen. Hierna is bij klaagster een complex regionaal pijnsyndroom (CPRS) ontstaan. Klaagster verwijt de neuroloog zakelijk weergegeven dat deze onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan, een onjuiste diagnose heeft gesteld en geen nazorg heeft gegeven. Het college heeft geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de neuroloog op onjuiste wijze onderzoek heeft verricht en/of daarover onjuist zou hebben verklaard en/of onderzoeksresultaten zou hebben verzonnen. Het college is van oordeel dat de neuroloog conform de professionele standaard onderzoek heeft uitgevoerd en op basis daarvan de diagnose FNS kon stellen. Voorts oordeelt het college dat de neuroloog geen tuchtrechtelijk verwijt treft ten aanzien van de val van klaagster en de verleende (na)zorg. Zie voor de VIM (Veilig Incidenten Melden)-melding ten aanzien van de val van klaagster 6.11 van de beslissing. Daarnaast is het college van oordeel dat de neuroloog zich professioneel heeft opgesteld. De klacht is in al haar onderdelen ongegegrond.