Zoekresultaten 1311-1320 van de 42364 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:257 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5687

    Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft naar aanleiding van een controle bij klager een nieuwe brug bij klager geplaatst. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de tandarts voldoende voorlichting heeft gegeven over de behandeling bij klager en of klager dit heeft begrepen, nu klager de Nederlandse taal slechts zeer beperkt beheerst. Ook heeft de tandarts geen behandelplan en kostenbegroting gemaakt. Nu het ging om een ingrijpende behandeling had het maken van een behandelplan niet achterwege mogen blijven. Het had ook beter geweest als de tandarts niet direct met de behandeling was begonnen, maar klager de ruimte had gegeven om na te denken over het voorstel tot behandeling. Naar het oordeel van het college heeft de tandarts onvoldoende adequaat gereageerd op het loslaten van de long term provisional brug. Weliswaar kan een voorziening losraken, maar nadat de brug voor de tweede maal losliet, had van de tandarts verwacht mogen worden dat hij op zijn minst had gepoogd de brug met een sterker cement vast te zetten. Het staat vast dat de tandarts wel aan het verzoek van klager om het versturen van de röntgenfoto heeft voldaan. Niet komt vast te staan dat de tandarts ten onrechte kosten in rekening heeft gebracht. De klacht is deels gegrond, het college heeft oog voor de goede bedoelingen van de tandarts. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:219 Hof van Discipline 's Gravenhage 230108

    Klacht tegen deken. Het hof stelt voorop dat de raad een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd. Maatstaf optreden advocaat in andere hoedanigheid. Klaagster heeft, verspreid over een periode van meerdere jaren, tot tweemaal toe de hulp ingeroepen van de deken omdat zij in conflict was geraakt met een advocatenkantoor. Klaagster voelde zich niet gehoord door de deken en niet serieus genomen door de reacties van de deken op haar vragen. Het hof stelt voorop dat van de juridische professional mag worden gevraagd dat hij inlevingsvermogen toont en uitreikt naar de rechtzoekende. Dat geldt zeker voor de deken. Dat het geen uitdrukkelijke wettelijke taak van de deken is om in die situatie te bemiddelen, doet daar niet aan af. De terughoudende opstelling van de deken maakt echter, gelet op de toepasselijke maatstaf, niet dat sprake is van een handelen of nalaten dat het vertrouwen in de advocatuur schaadt. Vernietiging beslissing raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. Klachtonderdelen alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-484/AL/GLD 23-488/AL/GLD 23-489/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Gelijktijdig behandelde zaken. Klachten zijn niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:258 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5520

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts dat hij de door hem opgevraagde tandartsverklaring voor zijn verzekering niet heeft aangepast. De tandarts heeft op basis van zijn professionele kennis en expertise een verklaring opgesteld die melding maakt van een verhoogd risico op hart- en vaataandoeningen indien parodontitis niet wordt behandeld. Een andere conclusie waarin parodontitis als directe oorzaak wordt aangewezen van klagers hartfalen, is naar huidige medische inzichten niet verdedigbaar. Klager kan en mag een dergelijke onjuiste verklaring niet verlangen van de tandarts. De tandarts heeft de afgifte van zo’n verklaring terecht geweigerd. Wat betreft de behandeling van de composietreparatie; het enkele feit dat de composietopbouw is losgeraakt, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat de tandarts tekortgeschoten is in de uitgevoerde behandeling. De tandarts heeft niet over hoeven gaan tot kosteloze reparatie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:220 Hof van Discipline 's Gravenhage 220323

    Hoger beroep klager. Verweerder heeft voor zijn kantoorgenoot werkzaamheden verricht in de cassatiezaak van klager. De kantoorgenoot heeft de door klager verstrekte opdracht persoonlijk uitgevoerd. Voor zover al sprake is geweest van onbehoorlijke, ondeskundige of ontijdige uitvoering van de opdracht of van onvoldoende communicatie, dan moet klager de daarvoor verantwoordelijke kantoorgenoot aanspreken. Van misleiding van klager door verweerder is niet gebleken. Bekrachtiging beslissing raad. Zie ook zaaknummer 22322.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-278/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder heeft niet adequaat gecommuniceerd door op diverse momenten na te laten belangrijke informatie en afspraken schriftelijk vast te leggen, onvoldoende schriftelijk te reageren op hulpverzoeken van klager en hem onvoldoende tussentijds op de hoogte  te houden van de stand van zaken. Verder heeft verweerder te weinig de voortgang van de zaak bewaakt. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:312 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-560/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klager is kennelijk niet-ontvankelijk wegens schending van het ne bis in idem-beginsel. In klachtzaak 23-557 van klager tegen verweerder, waarin op dezelfde datum uitspraak is gedaan door de voorzitter, is al over de gelijkluidende klachten geoordeeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:313 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-590/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De klagende advocaat is kennelijk niet-ontvankelijk omdat hij geen eigen rechtstreeks belang heeft bij de klacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:314 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-589/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:256 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5089

    Deels gegronde klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij klager heeft terugverwezen naar de huisarts, geen (weefsel)onderzoek heeft gedaan en onjuist en onvolledig verslag heeft gelegd. Het college is van oordeel dat de verwijzing naar de huisarts onder de gegeven omstandigheden en met instemming van de huisarts ook mocht plaatsvinden. Er was op dat moment wel sprake van een klinisch atypische moedervlek, maar geen sprake van verdachte afwijkingen. Het college is van oordeel dat de dermatoloog bij klager geen nader (weefsel)onderzoek hoefde te doen. Het college deelt in beginsel het standpunt van de dermatoloog dat niet iedere bij controle geconstateerde atypische moedervlek gedocumenteerd behoeft te worden in het dossier. Echter in het geval van klager, een hoog-risicopatiënt vanwege zijn erfelijke aanleg, is het college van oordeel dat de dermatoloog een hogere maatstaf had moeten aanleggen. Het college acht bij hoog-risicopatiënten, zoals klager, enige vorm van documentatie in het dossier van geconstateerde atypische moedervlekken geboden. Het is in dergelijke gevallen extra belangrijk om de ontwikkeling goed te monitoren en in het dossier op te nemen. Nu de dermatoloog heeft verzuimd om dit te doen, is het college van oordeel dat hij op dit punt niet ten volle de zorg heeft geleverd die verwacht mocht worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende dermatoloog. Het college meent dat de dermatoloog grotendeels zorgvuldig heeft gehandeld en meent een waarschuwing te kunnen volstaan. Klacht deels grond, waarschuwing.