Zoekresultaten 2771-2780 van de 42352 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:62 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-052/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder mocht afgaan op de juistheid van het feitenmateriaal van zijn cliënten. Hij is niet gehouden te blijven reageren op vragen van klager.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:33 Accountantskamer Zwolle 22/1203 Wtra AK

    Klaagster heeft in 2017 een kantoortoetsing uitgevoerd en geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene verbetering behoeft. Betrokkene heeft in 2020 een verbeterplan ingediend, waarna klaagster in 2021 een hertoetsing heeft uitgevoerd. Klaagster stelt zich op het standpunt dat na hertoetsing het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk nog steeds niet voldoet. Daarover heeft zij een tuchtklacht ingediend. Die klacht is grotendeels gegrond. Betrokkene heeft niet voldaan aan de voorwaarde die klaagster had gesteld aan de acceptatie van het verbeterplan, namelijk dat betrokkene criteria opstelt waaruit volgt dat er periodiek een OKB wordt uitgevoerd. In een aantal toetsingsdossiers zijn tekortkomingen vastgesteld. Ook heeft betrokkene verzuimd om de monitoringsvragenlijsten tijdig in te sturen. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van 18 maanden op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:34 Accountantskamer Zwolle 22/1195 Wtra AK

    Klaagster is deels niet-ontvankelijk in haar klacht, omdat de gebeurtenissen waarover de klacht gaat te lang geleden zijn. Dat betekent dat de Accountantskamer alleen inhoudelijk oordeelt over een aantal fouten in de jaarrekening 2014 van klaagster. Die klacht is deels gegrond. Betrokkene heeft de zekerheden, die de financier had bedongen bij het aangaan van de kredietovereenkomst ten behoeve van klaagster, niet danwel in onvoldoende mate in de toelichting op de balans opgenomen en beschreven. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5078

    Klacht tegen tandarts. De klacht gaat over het handelen van de tandarts bij aanhoudende klachten aan klagers voortand. Klager wilde antibiotica voor zijn klachten. De tandarts heeft aan deze wens geen gehoor gegeven, maar klager uiteindelijk verwezen naar de parodontoloog. Klager verwijt de tandarts onder meer dat hij ernstig nalatig is geweest in zijn optreden, dat hij klager de noodzakelijke medische zorg heeft onthouden en dat hij op geen enkele manier aandacht heeft gegeven aan klagers hulpvraag. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond omdat niet kan worden vastgesteld dat de tandarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4912

    De klacht gaat over een huisarts die informatie over klager aan Veilig Thuis heeft gegeven. Veilig Thuis heeft de huisarts benaderd, gemeld dat toestemming door klager was gegeven, en telefonisch om informatie gevraagd over klager. Klager verwijt de huisarts dat zij onjuiste informatie heeft gegeven en haar beroepsgeheim heeft geschonden, door zonder toestemming van klager informatie te delen met Veilig Thuis.  Het college verklaart de klacht deels gegrond. Gelet op het bepaalde in artikel 69, vierde lid, Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: Wet BIG) wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3474

    Klacht over de vraag of beklaagde als medisch adviseur (apotheker) op juiste wijze heeft geadviseerd aan de zorgverzekeraar van de patiënte over haar afbouwmedicatie, zoals voorgeschreven door de huisarts van de patiënte, en meer specifiek of "tapering" van die medicatie (bupropion) valt onder het bereik van 'rationele farmacotherapie' in de zin van het Zorgbesluit die voor vergoeding door de zorgverzekeraar in aanmerking komt. Het college verklaart de klacht niet-ontvankelijk, omdat het handelen van beklaagde geen betrekking heeft op de individuele gezondheidszorg in de zin van de Wet BIG.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3932

    Beklaagde is huisarts en daarnaast ook als arts werkzaam in de Penitentiaire Inrichting waar klager verbleef in februari 2022. Bij de intake heeft klager laten weten dat hij verslaafd is en dat hij graag methadon in tabletvorm in de avond wil ontvangen. Beklaagde heeft dat, in overeenstemming met het binnen de PI geldende beleid, geweigerd en methadon in vloeibare vorm, te verstrekken in de ochtend, voorgeschreven. De klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4413

    Klacht tegen huisarts ongegrond.  Klager staat sinds juni 2017 in de praktijk als patiënt ingeschreven. Op 26 juni 2017 heeft een kennismakingsgesprek plaatsgevonden tussen beklaagde en klager. Hierna zijn veel consulten van klager bij beklaagde gevolgd, vanwege uiteenlopende lichamelijke en psychische (angst)klachten. Klager maakt beklaagde meerdere verwijten. Het college verklaart de klacht ongegrond. Over de klacht van de oogklachten overweegt het college als volgt. Gelet op de gepresenteerde klachten en de bekende voorgeschiedenis van oogklachten acht het college het niet verwijtbaar dat klager niet dezelfde dag op consult is gezien. Hoewel het achteraf beter was geweest dat klager wel was gezien door de huisarts leidt dit niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. De kennis van achteraf wordt bij een tuchtrechtelijke beoordeling buiten beschouwing gelaten. Klager was al twee keer eerder bij de oogarts geweest met soortgelijke klachten waarbij geen afwijkingen waren gevonden. Het is onduidelijk in hoeverre de assistent doorgevraagd heeft naar de alarmsymptomen bij klager. Het advies van de assistente aan klager was daarmee weliswaar niet optimaal, maar klager is wel een vangnetadvies gegeven. Aan klager is meegedeeld dat hij bij pijn of andere klachten weer contact moest opnemen

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2021/3476

    Klager is door huisarts in opleiding (haio) gezien onder supervisie van de huisarts tegen wie geklaagd wordt over gemiste diagnose. Uitgegaan is van refluxklachten, terwijl klager die avond een hartinfarct kreeg. De klacht is ongegrond. De haio heeft het consult goed en zorgvuldig gedaan. De huisarts mocht afgaan op de gegevens van de haio over het consult.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4161

    Drie dagen nadat huisarts klager terug zag met klachten over wondgenezing na vasectomie ontstond Fournier’s gangreen en septische shock. Klacht dat de huisarts naar specialist had moeten verwijzen en/of antibiotica moeten voorschrijven ongegrond. Niet aannemelijk dat tijdens consult al sprake was van infectie of ontsteking. Verwijt dat dossiervoering niet voldoet aan de eisen is gegrond. Dossiervoering in Word is verouderd. Waarschuwing.