Zoekresultaten 20181-20190 van de 42291 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 004/2016

      Klacht zorgverzekeraar tegen apotheker inzake fraude. Klaagster ontvankelijk. Klacht gegrond. Doorhaling inschrijving dan wel ontzegging recht op herinschrijving met onmiddellijke ingang plus schorsing bij wijze van voorlopige voorziening. Tevens publicatie.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:104 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/128

      De notaris heeft de akte zonder volmacht van klaagster gepasseerd. Weliswaar heeft hij direct na ontdekking van de fout getracht deze te herstellen, hij heeft klaagster daarbij echter niet in kennis gesteld van het feit dat de akte reeds was gepasseerd. De kamer is van oordeel dat de notaris over de gemaakte fout direct na ontdekking daarvan tegenover klaagster openheid van zaken had moeten geven en zijn verontschuldigingen had moeten aanbieden

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:355 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.118

      Klacht tegen huisarts. Verweerster is de huisarts van de zoon van klaagster en klaagster heeft op enig moment aangegeven dat haar zoon wilde overstappen naar een andere huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij deze overstap heeft tegengehouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen en het beroep van klaagster wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:105 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/132

      De kamer acht het niet passend dat de notaris tijdens haar gesprek met klaagster niet op zijn minst in grote lijnen in kennis heeft gesteld van de inhoud van het testament. De notaris heeft naar het oordeel van de kamer eveneens onzorgvuldig gehandeld door niet alleen pas ruim drie maanden na overlijden van moeder het testament te sturen maar ook door dit te doen zonder enige toelichting van het testament, terwijl de notaris wist dat gezien de moeizame verhoudingen de bevoordeling van zuster in het testament bij klaagster hard zou aankomen en vragen zou oproepen.   Er zijn diverse gesprekken over een langere periode door zowel de notaris als haar kantoorgenoot gevoerd. De notaris heeft naar het oordeel van de kamer voldoende kunnen onderbouwen hoe zij na deze gesprekken tot de overtuiging is gekomen dat moeder haar wil voldoende kon bepalen. Nu geen twijfel was ontstaan over haar wilsbekwaamheid was er ook geen aanleiding voor toepassing van het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:356 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.119

      Klacht tegen psychiater. Klager verwijt verweerder dat hij tekort is geschoten in de zorg aan klager door hem Haldol voor te schrijven van welk middel klager bijwerkingen heeft ondervonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen en het beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:183 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1050/DB/ZWB

    NIet gebleken dat verweerder advisering en bijstand ondermaats was, noch dat hij heeft samengespannen met de wederpartij. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:357 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.150

      Klacht tegen arts, werkzaam als arboarts, over gang van zaken tijdens verzuimconsult. Regionaal Tuchtcollege heeft klachten over de zorgvuldigheid van het onderzoek en het gehanteerde arbeidsongeschiktheidscriterium gegrond verklaard. Verder heeft het Regionaal Tuchtcollege ambtshalve geoordeeld over een klacht over de wijze waarop klaagster de rapportage van het consult heeft moeten ontvangen. Ook die klacht heeft het Regionaal Tuchtcollege gegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege, dat anders dan het Regionaal Tuchtcollege wel beschikte over het medisch dossier van klaagster, acht de klacht over het onderzoek ongegrond en is van oordeel dat niet ambtshalve mag worden geoordeeld over een klacht die niet in het klaagschrift is opgenomen. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht over het gehanteerde arbeidsongeschiktheidscriterium ook gegrond. Hoewel minder klachtonderdelen gegrond zijn verklaard, handhaaft het Centraal Tuchtcollege de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:351 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.392

      Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Het Regionaal Tuchtcollege heeft vastgesteld dat klager niet kl achtgerechtigd is in de zin van artikel 65, eerste lid, sub a, van de Wet BIG en heeft klager daarom niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege ziet aanleiding om allereerst te beoordelen of klager ontvankelijk is in het door hem ingestelde beroep. In artikel 65 lid 1 sub a Wet BIG is vastgelegd dat een klacht aanhangig kan worden gemaakt door een rechtstreeks belanghebbende. Ook anderen dan de patiënt kunnen als rechtstreeks belanghebbenden worden aangemerkt. Het recht van een naaste betrekking om een klacht in te dienen namens een naaste, berust niet op een eigen klachtrecht maar op het klachtrecht van de veronderstelde wil van de patiënt. Dit betekent in dit geval dat klager slechts met instemming van patiënte beroep kan instellen. Gelet op de omstandigheden van deze zaak, waarin klager aanvankelijk de mentor van patiënte was maar hij inmiddels in het belang van de zorgverlening aan patiënte is ontslagen als mentor, is voor de ontvankelijkheid van klager in beroep in ieder geval vereist dat de mentor van patiënte – als haar vertegenwoordiger in rechte –  instemt met het beroep. Door of namens klager zijn in beroep geen stukken aangedragen waaruit blijkt dat de mentor instemt met het beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:111 Accountantskamer Zwolle 16/1439 Wtra AK

      Klaagster op grond van beginsel van concentratie van klachten niet ontvankelijk in een tweede meer inhoudelijke klacht, nadat zij eerst een klacht van meer voorbereidende aard over hetzelfde feitencomplex had ingediend en op welke klacht eerder uitspraak is gedaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:358 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.160