Zoekresultaten 10811-10820 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-716/DB/LI

    Advocaat heeft een van de wederpartij op zijn derdengeldenrekening ontvangen bedrag direct overgemaakt aan zijn cliënte, terwijl niet  vast stond dat zijn cliënte als rechthebbende in de zin van artikel 3 van de statuten stichting derdengelden kon worden beschouwd en door de wederpartij bovendien per email en bij de overschrijving een duidelijk voorbehoud was gemaakt dat het overgeboekte bedrag niet aan de cliënte van de advocaat mocht worden overgemaakt zolang discussie bestond over zijn verplichting tot voortgezette betaling van alimentatie. Gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:20 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-089

    Verweerder heeft volgens klagers gehandeld in strijd met Gedragsregel 2 en met de kernwaarde “onafhankelijkheid”. Zijn rol als voorzitter van de raad van commissarissen van een Rabobank is volgens de Nederlandse Bank in strijd met de Corporate Governance Code omdat verweerder vennoot is van hetzelfde kantoor als mr. S. die optreedt voor de Coöperatieve Rabobank U.A. Hij heeft een eigen financieel belang heeft bij het optreden van mr. S. Ook al is van daadwerkelijke belangenverstrengeling geen sprake, de schijn daarvan dient zorgvuldig vermeden te worden. De raad is van oordeel dat het feit dat een kantoorgenoot van verweerder de belangen van de Coöperatieve Rabobank U.A. heeft behartigd in een door klager aanhangig gemaakte procedure tegen die bank wellicht een ontoelaatbare situatie is die in strijd is met de binnen de bankwereld geldende GC-code doch het tuchtrecht van de advocatuur is niet het geëigende middel op daartegen te ageren. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:27 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-129

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Van het leggen van de door klager bedoelde loonbeslagen en dwangsommen kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Overleggen confraternele correspondentie volgt uit tussen partijen gemaakte afspraken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:303 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-195

    Naar het oordeel van de raad hebben de werkzaamheden van verweerster voor klager in zijn arbeidsgeschil met zijn werkgever aan de te verwachten kwaliteitseisen voldaan. Ondanks het ontbreken van een opdrachtbevestiging blijkt uit de correspondentie dat de strategie was om te onderhandelen  en heeft verweerster daarbij deskundig gehandeld.  Met haar oplossingsgerichte en welwillende opstelling jegens de wederpartij heeft verweerster in dit kader en zoals bekend bij klager, gehandeld zoals van haar verwacht mocht worden. Ten aanzien van de financiële afhandeling na beëindiging van de opdracht heeft verweerster niet zorgvuldig jegens klager gehandeld door hem maandenlang en in strijd met gemaakte afspraken met de werkgever  te laten wachten op terugbetaling van de eigen bijdrage. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:21 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-130

    Gedragsregel 15 houdt in dat de kernwaarden vertrouwelijkheid en partijdigheid de regel dicteren dat een advocatenkantoor niet tegen eigen (ex-)cliënten optreedt, tenzij partijen, goed geïnformeerd, met een afwijking van die regel instemmen of de advocaat voldoet aan de voorwaarden die artikel 15 lid 3, a-c stelt. In deze zaak was dat niet het geval. De belangen die verweerder behartigde betroffen dezelfde zaak waarin hij en zijn kantoorgenoot klager hadden bijgestaan. Bovendien beschikte verweerder over vertrouwelijke en zaaks gebonden informatie doordat hij diverse besprekingen had met klager en hem een verklaring liet opstellen over de gang van zaken in de desbetreffende kwestie. Deze verklaring heeft verweerder later tegen klager gebruikt. Klager heeft aan verweerder duidelijk gemaakt dat hij zeer verbaasd was over het optreden van verweerder gezien zijn jarenlange relatie met het kantoor van verweerder. De raad oordeelde dat verweerder een ernstig tuchtrechtelijk vergrijp heeft begaan door de kernwaarden vertrouwelijkheid en partijdigheid te schenden. Daarbij heeft verweerder al eerder tuchtrechtelijk is berispingen gekregen. Bovendien heeft verweerder er geen blijk van gegeven inzicht te hebben in het onjuiste van zijn handelwijze. Daarom legde de raad verweerder de maatregel op van een onvoorwaardelijke schorsing van 10 weken en een voorwaardelijke schorsing van 10 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:28 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-184

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Van het leggen van de door klager bedoelde loonbeslagen en dwangsommen kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Overleggen confraternele correspondentie volgt uit tussen partijen gemaakte afspraken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:22 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-230

    De klacht van klagers betreft een mogelijke belangenverstrengeling doordat verweerder als advocaat van V.E. B.V. is opgetreden tegen klagers die bestuurder respectievelijk aandeelhouder waren geweest van deze B.V. Daarmee heeft verweerder naar klagers menen gehandeld in strijd met Gedragsregel 15 en met de daarmee aan de orde zijnde kernwaarden partijdigheid en vertrouwelijkheid. Verweerders partijdigheid in relatie met V.E. B.V toen hij optrad voor de andere aandeelhouder van die B.V., is naar het oordeel van de raad echter niet in het gedrang gekomen. Verweerder heeft nooit opgetreden voor een van beide klagers. De B.V. kan niet - in tegenstelling tot hetgeen klagers beogen- vereenzelvigd worden met klagers. Klagers hebben niet voldoende onderbouwd dat verweerder vertrouwelijke informatie over klagers heeft gebruikt toen hij in relatie met de B.V. optrad. Het verwijt van klagers dat verweerder niet naar een minnelijke regeling heeft gestreefd blijkt niet uit de stukken. Integendeel: uiteindelijk hebben partijen een overeenkomst gesloten. Verweerder wordt ook verweten dat hij klagers emotioneel en financieel onnodig heeft belast. Verweerder heeft weliswaar op niet mis te verstane wijze de standpunten van zijn cliënt verwoord maar daarmee niet aantoonbaar klagers nodeloos of ontoelaatbaar geschaad mede gelet op de vrijheid die verweerder als advocaat van klagers wederpartij heeft. De klachten zijn allen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:29 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-666

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft jegens klager zorgvuldig gehandeld door hem herhaaldelijk en helder uit te leggen waarom zij, anders dan klager, op dat moment geen procedure namens hem wilde starten en in zijn belang verdere onderzoeken van een derde wilde afwachten. Als klager zich niet tot een andere advocaat had gewend, had verweerster zich moeten onttrekken zoals door haar aangekondigd. Advies van verweerster om een tolk in te schakelen was in de gegeven omstandigheden een zorgvuldig advies. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:23 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-334

    Klager verwijt dat hij verweerder zonder enig begin van bewijs klager aansprakelijk heeft gesteld voor het faillissement van de B.V. van de heren D. en de daaruit voor hen voortvloeiende schade. Verweerder heeft volgens klager onbetamelijk gehandeld door klager te achtervolgen met een procedure terwijl bewijs ontbrak. Naar het oordeel van de raad heeft klager geen feiten aangedragen waaruit blijkt dat verweerder in de door hem aangespannen procedure tegen klager stellingen heeft aangedragen waarvan hij wist of moest weten dat deze onjuist waren. Of verweerder al dan niet voldoende bewijs had voor de door hem ten behoeve van zijn cliënten aangedragen stellingen in de procedure is ter beoordeling van de civiele rechter. Dat valt buiten de reikwijdte van het tuchtrecht. Klager verwijt verweerder voorts dat hij niet doelmatig heeft gehandeld omdat er geen enkele reden was een procedure op te starten. Daarbij heeft verweerder niet in het oog gehouden dat dit aanzienlijke kosten voor klager meebracht. De raad is van oordeel dat het verweerder vrij stond om namens zijn cliënten een procedure wegens wanprestatie tegen klager aan te spannen. Daardoor zijn de belangen van klager niet nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad. Het feit dat verweerders cliënten in het ongelijk zijn gesteld doet daar niet aan af. Niet gebleken is dat er sprake is geweest van meer dan de normale kosten die verbonden zijn aan het voeren van een procedure, laat staan van onnodige kosten. De klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:30 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-100

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. De raad is van oordeel dat verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid als advocaat van klagers wederpartij heeft overschreden door in beslagrekest geen melding te maken van het door klager inhoudelijk gevoerde verweer, althans de conclusie van antwoord niet bij het beslagrekest te voegen. Verweerder was met dit verweer bekend en had dit in het beslagrekest moeten vermelden. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel waarschuwing.