Zoekresultaten 2211-2220 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:130 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-042/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht deels niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem. Klacht over niet betaling huur gegrond; verweerder heeft onvoldoende oog gehad voor de belangen van klagers. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:137 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-123/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening en communicatie in (de afwikkeling van) een echtscheidingszaak in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:124 Raad van Discipline Amsterdam 23-153/A/A 23-154/A/A

    Ongegronde klacht over de advocaten van de wederpartij. Anders dan klaagster stelt, is het de raad niet gebleken dat verweerders bewust de verkeerde versie van de concept koopovereenkomst in het geding hebben gebracht. Evenmin kan klaagster worden gevolgd in haar stelling dat verweerders in de akte houdende overlegging producties bewust hebben verklaard dat de overgelegde concept koopovereenkomst het concept is waarover de verkopend makelaar tijdens het getuigenverhoor heeft verklaard, met als doel daarmee een verkeerde voorstelling van zaken te geven. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen wegens strijd met gedragsregel 8 is dan ook geen sprake. De klachten van klaagster over verweerders zijn gelet hierop ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:118 Raad van Discipline Amsterdam 23-331/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van bestuurder van de vennootschap. Klager wordt niet gevolgd in zijn stelling dat verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten in een artikel gepubliceerd in het NRC-Handelsblad. Niet gebleken is dat verweerder met die uitlatingen het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:104 Hof van Discipline 's Gravenhage 220167D

    Hoger beroep ingetrokken. Het hof beslist over de ingangsdatum van de in eerste aanleg opgelegde schorsing. 

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:131 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-093/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over schenden geheimhoudingplicht en onjuist voorlichten van de rechter ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:125 Raad van Discipline Amsterdam 22-784/A/A

    Raadsbeslissing: Gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft zonder overleg met of instemming van klager het uurtarief van de juridisch medewerker verhoogd. Bovendien maken de door verweerder overgelegde declaraties, en de daarbij behorende specificaties, nauwelijks inzichtelijk hoe de declaraties zijn opgebouwd. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en mede gelet op de omstandigheid dat verweerder niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, acht de raad een waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:119 Raad van Discipline Amsterdam 23-113/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Klacht is ongegrond. Niet is gebleken dat verweerster, klaagster en de man een (hechte) vriendschappelijke band zouden hebben (gehad), noch dat sprake zou zijn van een wederzijdse vriendengroep waarbij klaagster en verweerster elkaar regelmatig zouden treffen. Vaststaat wel dat verweerster, klaagster en de man elkaar kenden, maar dit maakt nog niet dat verweerster in haar bijstand van de man onvoldoende distantie tot de zaak heeft betracht. Verweerster heeft haar uitlatingen ter zitting gedaan ter onderbouwing van haar standpunt. Hoewel klaagster deze uitlatingen als (onnodig) polariserend heeft ervaren, is niet gebleken dat verweerster met het doen van deze uitspraken de belangen van klaagster nodeloos of op ontoelaatbare wijze zou hebben geschaad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:132 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-849/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:126 Raad van Discipline Amsterdam 23-069/A/NH

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerster valt tuchtrechtelijk te verwijten dat zij na het ontvangen van de beschikking van de rechtbank de rechtbank of haar opvolgend advocaat er niet op heeft gewezen dat er geen beslissing is genomen op een voor klaagster belangrijk verzoek (ten aanzien van het voortgezet gebruik van de echtelijke woning). Dit nalaten strookt naar het oordeel van de raad niet met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht. Gelet op enerzijds de ernst van de gedraging en anderzijds het (nagenoeg) blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerster, acht de raad de maatregel van waarschuwing passend en geboden.