Zoekresultaten 9921-9930 van de 42309 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:117 Raad van Discipline Amsterdam 19-846/A/A

    Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang dan wel tijdsverloop en deels ongegrond. Geen strijd met Gedragsregel 3 lid 6. De feitelijke onjuistheden die klager noemt zien op het inhoudelijke geschil en zijn aan de civiele rechter om te beoordelen. Nu klager geen client van verweerder was rustte op verweerder niet de verplichting de tekst van de overeenkomst en de borgstelling met de mogelijke gevolgen daarvan te bespreken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:124 Raad van Discipline Amsterdam 20-269/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over belastering door de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:118 Raad van Discipline Amsterdam 19-852/A/NH

    Gegrond verzet omdat de klacht niet kennelijk ongegrond is. Er zal een nieuwe datum bepaald worden voor de behandeling van de klacht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:125 Raad van Discipline Amsterdam 20-268/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:119 Raad van Discipline Amsterdam 20-087/A/NH

    Gegronde klacht over regel 7 lid 4 van de Gedragsregels 1994; verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door voor de man tegen klaagster op te treden, terwijl zijn (voormalige) kantoorgenoot eerder als mediator voor klaagster en de man is opgetreden.  Verweerder heeft daarnaast tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in de gegeven omstandigheden tot beslaglegging over te gaan. Berisping en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:126 Raad van Discipline Amsterdam 20-288/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2020:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/54

    Klager verwijt de kandidaat-notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de financiële afwikkeling van de overdracht van de aan hem en zijn ex-echtgenote in eigendom toebehorende woning. Volgens klager heeft de kandidaat-notaris, in strijd met de beschikkingen van de rechtbank en het hof, de gehele overwaarde aan de ex-echtgenote uitgekeerd. De kamer volgt de kandidaat-notaris in het door hem gevoerde verweer. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris de zorgvuldigheid heeft betracht die een behoorlijk handelend kandidaat-notaris betaamt. Bij dit oordeel spelen met name de volgende omstandigheden een rol. a) Tussen klager en de kandidaat-notaris is niet in geschil dat het verkoopsaldo van de woning in beginsel aan klager en zijn ex-echtgenote toekomt, ieder voor de onverdeelde helft. b) Uit de door de kandidaat-notaris overgelegde stukken volgt dat er, voorafgaand aan de levering van de woning, op verzoek van de ex-echtgenote twee executoriale beslagen zijn gelegd ten laste van klager: 1. executoriaal beslag op de aan klager toekomende onverdeelde helft van de woning; en 2. executoriaal derdenbeslag onder het notariskantoor op de aan klager toekomende overwaarde van de woning. De kamer is van oordeel dat de ex-echtgenote op grond van de betreffende beschikkingen ten laste van klager executoriaal beslag kon leggen. Gesteld noch gebleken is dat klager de betreffende vorderingen van de ex-echtgenote al had voldaan. c) Uit de aan het notariskantoor betekende beslagexploten blijkt dat de betreffende beschikkingen aan klager waren betekend. d) De gemachtigde van klager heeft ter zitting erkend dat klager de op 29 mei 2019 door de kandidaat-notaris aan hem gemailde concept-nota’s heeft ontvangen. De kandidaat-notaris heeft klager steeds geïnformeerd over de stand van zaken en de wijze van uitbetaling van het verkoopsaldo van de woning. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:120 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-845

    Voorzittersbeslissing. Nu klager heeft gesteld dat verweerder in eerste instantie de opdracht tot bijstandverlening in hoger beroep had aanvaard en zich daarna zonder opgaaf van redenen heeft teruggetrokken en verweerder deze stelling gemotiveerd heeft betwist, is de juistheid van genoemde stelling van klager en daarmee de gegrondheid van de klacht niet komen vast te staan. Stukken die het standpunt van klager onderbouwen, ontbreken.  Ook overigens geen sprake van klachtwaardig handelen.  Kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-414

    Klager heeft zich tijdig en op zorgvuldige wijze onttrokken als advocaat van klagers zoals hij dat heeft gedaan (Regel 9 lid 2 oud). Klagers hadden daarna nog ruim de tijd om lopende procedures over te laten nemen door een andere advocaat. Klachten ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-415

    Naar het oordeel van de raad heeft klaagster geen eigen rechtstreeks belang bij haar klacht jegens verweerder. Verweerder heeft in zijn e-mail van 22 augustus 2017 een stukje tekst geciteerd uit een door hem eerder ontvangen e-mail van 16 augustus 2017 van de heer M. De raad is uit de inhoud ervan niet gebleken dat laatstgenoemde e-mail afkomstig was van de heer M namens klaagster. Verweerder kan dan ook niet door klaagster worden verweten dat hij vertrouwelijke informatie van klaagster heeft gebruikt uit de e-mail van 16 augustus 2017 jegens derden en daarmee de geheimhoudingsplicht jegens klaagster heeft geschonden. Niet-ontvankelijk.