Zoekresultaten 20881-20890 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet388.2016

      Verzet tegen een beslissing van de voorzitter. De voorzitter heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaart in de klacht. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:185 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160083

    Klacht tegen eigen advocaat wegens kwaliteit dienstverlening wordt ook in hoger beroep ongegrond verklaard. Verweerster kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt dat zij haar pleitnota pas kort voor de zitting gereed had aangezien verweerster pas kort voor de zitting bij de zaak werd betrokken en het een omvangrijke zaak betrof. Verweerster kan evenmin worden verweten dat zij veel tijd heeft besteed aan de materieelrechtelijke kant van de zaak en het procesrechtelijke aspect niet heeft onderkend. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:102 Accountantskamer Zwolle 16/1574 Wtra AK

      Briefrapport van betrokken accountant, uitgebracht aan zijn cliënt, wordt in een civiele procedure tussen klager en een derde (niet zijnde die cliënt) op onvolledige wijze ingebracht. Klager brengt betrokkene hiervan op de hoogte en verzoekt hem aan te geven of het briefrapport van hem afkomstig is of het inderdaad onvolledig is, en zo ja of hij een kopie van het volledige briefrapport kon verkrijgen. Betrokkene erkent dat het briefrapport van hem afkomstig is, doch weigert met een beroep op zijn geheimhoudingsverplichting (onder vigeur van de VGC) een kopie daarvan aan klager af te geven. Hij geeft geen informatie over het feit dat het briefrapport inderdaad onvolledig in de civiele procedure is ingebracht. Schending van het fundamentele beginsel van integriteit. De accountant dient te vermijden dat hij in verband wordt gebracht met rapportages en andere informatie  die een bewering bevatten die niet volledig is als gevolg waarvan de bewering als misleidend kan worden ervaren. Betrokkene heeft onvoldoende waarborgen getroffen, nadat hij met deze situatie bekend is geworden, welke hij ingevolge art. A-100.8 “onverwijld” had moeten treffen. Geen sprake van een beroepsethisch conflict, nu hij de kwestie niet aan zijn cliënt zelf eerst heeft voorgelegd, alvorens zich te beroepen op geheimhouding c.q. het onvermeld laten van de onvolledigheid van het overgelegde rapport. Ook indien zijn cliënt hem niet specifiek had gemachtigd klager te informeren, dan had in zoverre het zich houden aan het beginsel van integriteit voor moeten gaan boven het fundamentele beginsel van geheimhouding, door in ieder geval klager tijdig te informeren dat het overgelegde rapport onvolledig was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:186 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160106

    Verweerder heeft klaagsters belangen onvoldoende behartigd. De klacht dat verweerder geen aandacht heeft besteed aan het verzoek van klaagster om de geboden mogelijkheid tot verrekenen mee te nemen in de procedure, is ook in hoger beroep gegrond. Voorwaardelijke schorsing en proceskosten. Bekrachtiging.      

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:103 Accountantskamer Zwolle 14/2443, 2444, 2445, 2446, 2447 Wtra AK

      Een deel van de  klachten tegen betrokkene 1) niet-ontvankelijk op grond van ne bis in idem beginsel en de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure. Klacht tegenontvankelijk voor zover die ziet op aanvullende werkzaamheden. Bevindingen betrokkene 1 niet toereikend om conclusie over herkomst schoenen te dragen. Klacht in zoverre gegrond.   Betrokkene 2 heeft medeverantwoordelijkheid genomen voor eerder door betrokkene 1 uitgebracht rapport, welk rapport een deugdelijke grondslag ontbeert. Klacht tegen betrokkene 2 daarom gegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:187 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160123

    Verzoek aanwijzing advocaat ex artikel 13 Advocatenwet. Het beklag tegen de afwijzende beslissing van de deken is ongegrond, omdat klaagster kennelijk rechtsbijstand van een advocaat heeft.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:104 Accountantskamer Zwolle 16/1028 Wtra AK

      Aannemelijk is dat betrokkene zijn aangiften omzetbelasting over een periode van zes maanden ten bedrage van ruim € 9.000 telkens bewust onjuist heeft gedaan. Definitieve doorhaling gedurende zes maanden. Geen gedragsregel die inhoudt dat een accountant zijn cliënt niet in verschillende rollen zou mogen bijstaan, geld aan hem uit te lenen of verbiedt belanghebbende te zijn bij de uitkomst van een door de cliënt aangespannen civiele procedure. Wel dient de accountant in deze situaties altijd bedacht te zijn op bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:152 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-422/DB/L

      Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat verweerder heeft nagelaten de aard en de omvang van de opdracht deugdelijk schriftelijk vast te leggen en doordat hij heeft verzuimd om klager schriftelijk en met deugdelijke onderbouwing te informeren over zijn kansen in de procedure. Tevens tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door honorarium en de door de familie van klager verrichte betaling niet schriftelijk te bevestigen, geen factuur op te maken en te versturen, geen kwitantie te verstrekken en toevoegingsmogelijkheid niet te onderzoeken en te bespreken. Deels gegrond. Tuchtrechtelijk verleden: schrapping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:182 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160001

    Dekenbezwaren. Verweerster heeft in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet door zich in strijd met de door haar afgelegde eed herhaaldelijk onnodig grievend en oneerbiedig uit te laten over leden van de rechterlijke macht en door niet mee te werken aan het dekenaal onderzoek, in de vorm van een kantoorbezoek. Bezwaar is ook in hoger beroep gegrond. Het hof vernietigt de door de raad opgelegde maatregel van schorsing en legt schrapping op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:314 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.088

      Klacht tegen een cardioloog. Het inleidend klaagschrift bevat vier klachten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de cardioloog ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd en de klacht voor het overige afgewezen. In beroep ligt uitsluitend ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege voor de klacht dat de cardioloog de echtgenoot en vader van klagers (patiënt) niet heeft doorverwezen naar een vaatspecialist nadat hij (als nevenbevinding) een aneurysma van de abdominale aorta (AAA) van 4,6 centimeter had geconstateerd. Tijdens de opname van patiënt in november 2011 is een AAA  geconstateerd van 4,6 centimeter. Gezien de richtlijn “Diagnostiek en behandeling van het aneurysma van de abdominale aorta” van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde uit 2009 vormt een AAA van 4,6 centimeter geen indicatie voor interventie (een interventionele of operatieve behandeling) maar voor een conservatieve behandeling en follow-up. Bij een AAA tussen de 4 en 5 centimeter bestaat de follow-up uit een jaarlijkse echografie (richtlijn, p. 11 en p. 33). De conservatieve behandeling  kan in beginsel worden voortgezet door de huisarts (richtlijn,  p. 28) die bekend is met patiënt en diens eventuele comorbiditeit. De beslissing van de cardioloog om patiënt naar de huisarts terug te wijzen was dus in overeenstemming met de richtlijn. Gelet op de bij patiënt bestaande comorbiditeit was het ook overigens een verdedigbare beslissing om de huisarts de aangewezen arts te achten om patiënt verder te volgen. Dat de cardioloog patiënt niet direct naar een vaatspecialist heeft verwezen is dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Voor zodanige verwijzing was op dat moment geen indicatie. Het beroep wordt verworpen.