Zoekresultaten 13311-13320 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:70 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-470/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:51 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-473/DH/RO

    Klacht ongegrond. Klacht gericht tegen verweerder als waarnemend deken. Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerder zich in die hoedanigheid zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is ondermijnd. De raad overweegt ten overvloede dat verweerder de functie van waarnemend deken bekleedt. Het heeft de raad (van discipline) daarom bevreemd dat de deken uit het eigen arrondissement de klacht tegen verweerder heeft onderzocht. Wat de raad betreft had het voor de hand gelegen dat de deken de voorzitter van het Hof van Discipline had verzocht om het onderzoek door een deken van een ander arrondissement te laten verrichten, zulks met (analoge) toepassing van artikel 46c, vijfde lid Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 053/2018A

      Klacht tegen gz-psychloog kennelijk ongegrond na terugverwijzing door Centraal Tuchtcollege. Wat betreft de rapportage van verweerster  is het college van oordeel dat zij  op inzichtelijke wijze tot haar conclusie en diagnose heeft kunnen komen. Klagers klacht over de bejegening  treft evenmin doel.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-107

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. In de kern verwijt klager verweerder dat hij namens zijn cliënte in de procedure tegen klager standpunten heeft ingenomen die onjuist zijn. Het is echter aan de civiele rechter om de stellingen van partijen over en weer te wegen, mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken. Dat de door verweerder namens zijn cliënte ingenomen standpunten op voorhand onjuist zijn, is niet gebleken. Dat verweerder blijkt geeft van diepe minachting voor de relevante wetgeving en/of de rechterlijke autoriteiten, zich inzet voor een zaak die hij niet kan geloven rechtvaardig te zijn en/of de procedure door zijn handelwijze onnodige vertraging heeft doen oplopen heeft klager niet onderbouwd.  

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:11 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-63

    Klagers verwijten de notaris het volgende: 1. weigering van de notaris om stukken te tonen waaruit blijkt dat er een huwelijk heeft plaatsgevonden tussen erflater en de partner; 2. weigering van de notaris om klagers een kopie te verstrekken van de huwelijksvoorwaarden; 3. de notaris houdt belangrijke informatie achter voor klagers; 4. tijdens de bespreking op 22 augustus 2018 liet de notaris klagers weten dat het niet vaststond dat zij de kinderen van erflater waren; 5. de notaris heeft klagers onjuist geïnformeerd; 6. de notaris heeft zich opgeworpen als boedelnotaris en verricht allerlei werkzaamheden; 7. de notaris heeft geen gehoor gegeven aan het verstrekken van gegevens aan klagers die van belang zijn voor de beoordeling van hun positie; 8. de notaris werkt mee aan het frustreren van de rechten van klagers ten opzichte van hun “mogelijke” stiefmoeder.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:95 Raad van Discipline Amsterdam 18-1057/A/A

    Klacht over eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerder fouten heeft gemaakt of argumenten heeft laten liggen, die tot een andere uitkomst van de hoger beroepsprocedure zouden hebben geleid. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/637341 DW RK 17/1046

    Betekening dagvaarding.  De kamer overweegt dat gerechtsdeurwaarder sub 1 en 4 beiden verantwoordelijk zijn voor de onjuiste betekening. Gerechtsdeurwaarder sub 4 vanwege het vermelden van een onjuist adres, maar ook gerechtsdeurwaarder sub 1 was verantwoordelijk, ondanks de afspraken die tussen de kantoren onderling bestonden, aangezien namens hem de ambtshandeling daadwerkelijk werd verricht. Het enkel controleren of het uittreksel niet ouder was dan 14 dagen is niet voldoende bij het verrichten van de ambtshandeling, wanneer men niet het adres verifieert.   Toezicht op de toegevoegd gerechtsdeurwaarder in de zin van artikel 25 c Gerechtsdeurwaarderwet strekt niet zover dat de gerechtsdeurwaarder elke ambtshandeling zou moeten controleren.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-067

    Ongegrond verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Niet gebleken is dat vastgestelde feiten op “nepstukken” zijn gebaseerd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:96 Raad van Discipline Amsterdam 18-968/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:97 Raad van Discipline Amsterdam 18-870/A/NH

    Ongegrond verzet.