Zoekresultaten 13251-13260 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18196

    Klager is in PI door daar werkzame huisarts behandeld aan zwelling/wond aan de voet met achtereenvolgens pijnstilling, röntgenfoto en antibiotica. Met de aanwezigheid van een pin in de voet hoefde verweerder geen rekening te houden. Eerst nadien insturen naar ziekenhuis was geen dokters delay. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:139 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.440

    Klacht tegen fysiotherapeut. Klager is vanwege een ruptuur aan zijn linker achillespees, waarvoor hij conservatief is behandeld met gips, onder behandeling gekomen bij de fysiotherapiepraktijk waar verweerster destijds werkzaam was. Tijdens de tweede behandeling is de achillespees van klager afgescheurd. De klacht houdt in dat verweerster klager ondeugdelijk heeft behandeld doordat zij klager te snel (nadat zijn voet uit het gips kwam) te zware oefeningen heeft laten verrichten en hem daarbij – tegen zijn wil en tegen zijn voorzichtigheid in – heeft gedwongen om zijn achillespees te forceren met als gevolg dat de achillespees van klager volledig is afgescheurd en een operatie noodzakelijk was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/637698 DW RK 17/1063

    Klacht op alle onderdelen gegrond, maatregel berisping. Pas na twee jaar heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd op het verzoek van klager een rentestop in te voeren. Dat de opdrachtgever niet heeft gereageerd en daarom geen antwoord is gegeven disculpeert te gerechtsdeurwaarder niet. Deze had moeten rappelleren. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder niet geantwoord op de vraag van klager over de ingangsdatum van de rentestop.   Vaststelling beslagvrije voet heeft na het ontvangen van de juiste gegevens nog een maand geduurd. Dit is te lang. Door het feit dat de gerechtsdeurwaarder de uitkeringsinstantie niet op de hoogte had gesteld heeft klager nog twee maanden een onjuist bedrag ontvangen.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-632

    Verweersters kantoor heeft klager en zijn vennootschap al sinds jaar en dag bijgestaan in diverse zaken. Op een gegeven moment is klager in conflict geraakt met een vennootschap waarvan hij aandeelhouder was. Het ging daarbij over de wijze van opstellen van achtereenvolgende jaarrekeningen. Deze waren door verschillende accountants opgesteld. Tegen deze accountants heeft klager diverse tuchtrechtrechtelijke procedures aangespannen. Ook was hij voornemens deze accountants aansprakelijk te stellen. Pas een maand voor de zitting bij de Accountantskamer meldde verweerster dat zij klager niet bij kon staan vanwege het risico dat de ontwikkelingen uit zouden monden in een situatie met tegenstrijdige belangen omdat een van de accountantskantoren de vaste accountant van het advocatenkantoor was en het advocatenkantoor vaste advocaat van het accountantskantoor. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster, in het licht van de reeds lang bestaande relatie met klagers te laat aan klagers gemeld dat zij in die Accountantskamer-procedure (en civiele aansprakelijkheidsprocedure) niet voor klager zou kunnen optreden en daarmee niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Deze klacht is gegrond en de raad legt een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:133 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.079

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Patiënte is naar aanleiding van rugpijn door de huisarts verwezen naar een neuroloog en bleek meerdere (bot)uitzaaiingen van een longtumor te hebben. Zij bleek als gevolg van een uitzaaiing een heupfractuur te hebben. Er is – door een andere orthopedische chirurg, tegen wie ook klachten zijn ingediend – een operatie uitgevoerd, waarbij een heupprothese is geplaatst. Na de operatie zijn ernstige complicaties opgetreden en patiënte is uiteindelijk een maand na de verwijzing naar het ziekenhuis overleden. De echtgenoot, dochters en zus van patiënte, hebben diverse klachten ingediend over het handelen van de orthopedisch chirurg. Alleen de echtgenoot van patiënte is ontvankelijk in zijn klachten. De klacht over het – gebrek aan – handelen van de orthopedisch chirurg toen patiënte na de operatie een krappe urineproductie had is gegrond verklaard. Volgt oplegging van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 251/2018

      Klacht van collega tandarts opdrachtgever over de behandeling van een patiënt met een trauma. Klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:134 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.161

    Klacht tegen oogarts, naar aanleiding van een op 11 juli 2016 bij klager verrichte staaroperatie. In eerste aanleg is de klacht deels gegrond verklaard en is ter zake daarvan aan de arts de maatregel van berisping opgelegd. De arts is van die beslissing in beroep gegaan voor zover de klacht gegrond is verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de door het Regionaal Tuchtcollege geformuleerde klacht meer omvat dan hetgeen door klager is aangevoerd en herformuleert daarom de klacht: a) de arts heeft de staaroperatie van 11 juli 2016 niet juist uitgevoerd, waardoor klager kampt met een ernstig verminderd zicht, een vervaagd beeld en een foutief geplaatste lens, waardoor klager opnieuw zal moeten worden geopereerd, en b) de arts heeft niet adequaat gereageerd op vragen na de operatie en heeft geweigerd om een verwijzing naar het Oogziekenhuis Rotterdam te geven. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege – voor zover deze in beroep nog aan de orde is – en verklaart de klacht in zoverre alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:135 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.286

    Patiënt heeft een onderbeencorrectie ondergaan en komt bij een chirurg terecht in verband pijnklachten. De klacht dat de chirurg zonder toereikend onderzoek tot een shin-splintoperatie (fasciotomie van de anticusloge) heeft besloten is door het Regionaal Tuchtcollege gegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de chirurg en handhaaft de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.387

    Klacht tegen verloskundige. Klaagster werd bij haar zwangerschap begeleid door verloskundigen van de organisatie waar ook de verloskundige werkzaam was. De verloskundige was bij een zwangerschapsduur van ruim 31 weken voor het eerst betrokken bij de zorg van klaagster. Ruim een week later heeft de verloskundige geconstateerd dat de baby was overleden. Klaagster verwijt de verloskundige dat zij: a) heeft nagelaten klaagster te verwijzen voor vervolgonderzoek nadat uit de echogegevens bleek dat sprake was van een neerwaartse trend in de buikomvang, en b) zonder toestemming en wetenschap van klaagster inzage heeft gehad in onderzoeksresultaten en medische gegevens over klaagster en haar overleden baby in een periode dat zij geen behandelrelatie had met klaagster en er klachten liepen bij de klachtencommissie en het tuchtcollege. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het klachtonderdeel onder a) gegrond verklaard, de verloskundige ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd en het klachtonderdeel onder b) ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van het klachtonderdeel onder b). Het Centraal Tuchtcollege verklaart dat klachtonderdeel alsnog gegrond en legt de verloskundige ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/208

    De klager verwijt verweerder dat hij als eindverantwoordelijke niet weet wat er in zijn ziekenhuis gebeurt onder het protocol kindermishandeling. Klacht afgewezen