Zoekresultaten 13221-13230 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:140 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.188

    Klacht tegen gynaecoloog. Verweerder heeft klaagster op 4 december 2013 geopereerd. Voorafgaand aan de operatie heeft een collega van verweerder met klaagster afgesproken dat haar baarmoeder zou worden verwijderd. Klaagster verwijt verweerder dat hij: 1) onnodig en zonder toestemming is overgegaan tot verwijdering van (een deel van) de vagina van klaagster, 2) met klaagster na de operatie daarover niet heeft gecommuniceerd, 3) op geen enkele wijze inzicht heeft getoond in de gemaakte fout en de consequenties daarvan, en 4) de door hem gemaakte fout niet heeft erkend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 1, 3 en 4 gegrond verklaard en de arts ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd. In het door verweerder tegen die beslissingen ingestelde beroep verklaart het Centraal Tuchtcollege de klachtonderdelen 3 en 4 alsnog ongegrond, en legt het aan verweerder de maatregel van waarschuwing. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege is het handelen zonder informed consent tuchtrechtelijk verwijtbaar. In dit specifieke geval dient naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege te worden volstaan met het opleggen van de maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:71 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-050

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Advocaat wordt belangenverstrengeling verweten omdat hij zijn cliënt samen met zijn zoon, niet zijnde een advocaat bijstaat, die op basis van “no cure no pay” werkte, heeft bijgestaan. Mogelijk dat dat bij de Raad voor Rechtsbijstand op bezwaren zou stuiten, maar klager staat daarbuiten, aldus de raad. Hetzelfde geldt voor het verwijt van klager dat verweerder aan zijn zoon provisie zou hebben betaald, nog daargelaten dat dit niet is komen vast te staan. Een verwijt over belangenverstrengeling bij de praktijkuitoefening betreft niet de verhouding tussen advocaat en wederpartij maar die tussen advocaat en cliënt. Van dit laatste is hier geen sprake. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:72 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-636

    Klaagster verwijt haar advocaat kort voor de zitting van inzicht te veranderen en klaagster te adviseren de procedure in te trekken. De raad beoordeelt de handelwijze van verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Weliswaar is het voor een cliënt niet prettig als een advocaat kort voor het moment waarop het erop aan komt – een mondelinge behandeling – met een geheel ander advies komt, maar ondenkbaar is niet dat een advocaat bij heroverweging van een zaak kort voor een zitting tot andere inzichten komt in welk geval hij of zij dit ook met zijn of haar cliënt zal moet delen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:73 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-574

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:35 Accountantskamer Zwolle 18/1547 Wtra AK

    Betrokkene heeft hangende zijn onderzoek in opdracht van twee bestuursleden van een stichting niet onderkend dat de betrokkenheid van bepaalde andere (rechts)personen bij de onderwerpen die het object van het onderzoek vormden, zodanig direct en intensief was, dat het onderzoek onvermijdelijk de positie en het functioneren van die andere (rechts)personen raakte. Vanaf het moment dat duidelijk werd dat het onderzoek die positie en dat functioneren raakte, was er geen sprake meer van een opdracht zoals bedoeld in NVCOS 4400, zoals betrokkene in twee conceptrapporten heeft vermeld, maar van een persoonsgericht onderzoek. De kwaliteit van een zodanig onderzoek en de deugdelijkheid van de grondslag van de uitkomsten ervan zijn vrijwel altijd gediend met het bieden van de mogelijkheid van wederhoor aan de persoon/personen die het object zijn (geworden) van het onderzoek. Betrokkene heeft hem die gelegenheid niet geboden. Dat is in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.   Betrokkene heeft ook het fundamentele beginsel van objectiviteit niet nageleefd doordat hij een van de andere bestuursleden van de hiervoor bedoelde stichting tot twee maal toe niet in de gelegenheid heeft gesteld zich uit te laten over de bevindingen in de twee conceptrapporten.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:104 Raad van Discipline Amsterdam 19-094/A/NH

    Deels gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft met zijn stellingname in het verweerschrift jegens klager onbetamelijk en niet professioneel gehandeld door onvoldoende afstand te houden van de standpunten van zijn cliënte en klager zonder concrete onderbouwing te beschuldigen van verkrachting. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:105 Raad van Discipline Amsterdam 18-1044/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/463

    De klager verwijt verweerster van een v erkeerde diagnose dan wel verkeerde behandeling heeft ingesteld. Klacht afgewezen.   

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:106 Raad van Discipline Amsterdam 19-118/A/A/D

    Ongegrond dekenbezwaar. De raad is van oordeel dat verweerder er van mocht uitgaan dat de betalingen destijds aan hem met instemming van de schoonmoeder van zijn cliënte, die nadien onder bewind is gesteld, zijn verricht en dat er op hem geen verplichting rustte om de door hem ontvangen bedragen, die betrekking hadden op zijn declaraties, terug te betalen. Kernwaarde integriteit niet geschonden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/466

    Klager verwijt verweerder dat hij 1) een verkeerde diagnose heeft gesteld dan wel een verkeerde behandeling heeft ingesteld - er is volgens klager sprake van een medische misser, waardoor klager in een rolstoel is beland, 2) geen indicatie heeft gezien om de gastric bypass ongedaan te maken, 3) zich gedurende de opname van klager dagen niet heeft laten zien, 4) klager heeft geadviseerd Yakult te drinken terwijl dit niet in het ziekenhuis verkrijgbaar was, 5) klager onheus heeft bejegend door het maken van bepaalde opmerkingen, 6) aan de plaatsvervangend huisarts van klager heeft gezegd verder niets meer voor klager te doen, 7) klager naar huis heeft gestuurd in plaats van naar een verpleeghuis, 8) zich laconiek heeft uitgelaten over een ander ziekenhuis. Ongegrond