Zoekresultaten 12461-12470 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:150 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-878

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klaagster verwijt verweerster inbreuk te hebben gemaakt op haar privacy en onzorgvuldig te hebben gehandeld door een verkeerd postadres en een verkeerd mailadres te gebruiken en door rauwelijks te dagvaarden. Het gebruik van een verkeerd postadres is weliswaar slordig maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.. Voor wat betreft het gebruik van een onjuist mailadres geldt hetzelfde. Van rauwelijks dagvaarden is geen sprake omdat in de eerste brief van verweerster het indienen van een verzoekschrift al als mogelijkheid wordt genoemd en omdat dat in het arbeidsrecht het ineens dagvaarden niet ongebruikelijk is in verband met het risico van een daaraan voorafgaande ziekmelding door de werknemer en het ontslagverbod dat daaruit volgt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:131 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-896

    De advocaat maakte tijdens de verhuizing van zijn kantoor voor het verzenden van verzoekschriften en dergelijke gebruik van een bedrijf dat in onderaanneming fax-services verleent. Er waren bij dat bedrijf problemen bij de verzending van faxen als gevolg waarvan een bezwaarschrift niet (tijdig) door het UWV is ontvangen. Het bedrijf heeft de problemen aan de advocaat gemeld maar die heeft aan deze melding onvoldoende aandacht besteed. Advocaat heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens zijn cliënt gehandeld. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:234 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.386

    Klacht tegen internist. Klager is in Duitsland geopereerd in verband met een longtumor. Preoperatief werd uit de bronchiaalsekreet Mycobacterium kansasii gekweekt. De kweek was uitsluitend positief voor deze bacterie soort. Klager zag af van de geadviseerde medicamenteuze nabehandeling. Bij brief van 11 juni 2013 werd klager door zijn huisarts verwezen naar verweerder. In de verwijsbrief werd, onder toezending van informatie, gevraagd om het ziektebeeld van klager te beoordelen. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat hij a) het dossier van klager niet goed heeft bijgehouden, b) tegen de huisarts van klager over hem heeft gelogen en hem heeft belasterd, c) alles wat wees op een schimmelinfectie heeft genegeerd evenals de klachten van het urogenitale systeem, d) geen juiste diagnose heeft gesteld op zorgvuldige wijze. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:151 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-245

    Na overeenstemming over beëindiging van de arbeidsovereenkomst met vergoeding is de werkgever, de cliënt van verweerster, kort daarna van mening veranderd, althans heeft verweerster teruggefloten, door niet meer met een vergoeding in te willen stemmen. Gebleken is dat verweerster meteen daarna in een overleg met de vervanger van de advocaat van klager dit heeft uitgelegd. Dat heeft geresulteerd in een door klager ondertekende vaststellingsovereenkomst tot beëindiging zonder toekenning van enige vergoeding aan hem. Niet valt in te zien wat verweerster in deze situatie meer of anders had moeten doen dan hetgeen zij heeft gedaan. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-247

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang. Klacht voor het overige ongegrond. Verweerder heeft geen tuchtrechtelijk relevante grens overschreden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:235 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.481

    Klacht tegen internist. Klager heeft in juli 2017 verzocht zijn gegevens te verwijderen uit het systeem van het ziekenhuis. Klagers medisch dossier is daarop vernietigd. In juni 2018 ontdekte klager dat er – buiten het medische dossier dat geheel leeg was – nog persoonsgegevens van hem bekend waren bij het ziekenhuis. In juli 2018 heeft klager zich hierover beklaagd tegenover de Raad van Bestuur van het ziekenhuis, waarvan de internist deel uitmaakt. Klager verwijt de internist dat zijn persoonsgegevens niet uit het systeem zijn verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, omdat hetgeen de internist wordt verweten geen handelen of nalaten betreft dat wordt bestreken door de eerste of tweede tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-179 DB/HvD

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:152 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-156

    Klager heeft als advocaat zijn zus bijgestaan in een tegen verweerders cliënte aangespannen kort geding. Klager verwijt verweerder dat hij nadat klager vonnis gevraagd had, zich middels diverse berichten tot de voorzieningenrechter heeft gewend. Hij is daarbij inhoudelijk ingegaan op de zaak zonder daarvoor toestemming van klager te hebben gekregen. Dat is in strijd met Gedragsregel 15 lid 2. Bovendien heeft verweerder meegewerkt aan fraude door zijn cliënte. Verweerder heeft een formulier zonder meer doorgezonden waarin zij wijzigingen had aangebracht en heeft getracht dit door klagers cliënte te laten ondertekenen. Met verweerder is de raad van oordeel dat uit het proces-verbaal van de zitting van het kort geding blijkt dat het onderzoek ter zitting nog niet was gesloten. Dat geeft aan dat klager voorbarig was met het vragen van vonnis en dat verweerder hier terecht bezwaar tegen maakte. De gestelde fraude is niet onderbouwd. De raad beoordeelt de klachten dan ook als ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-345

    Verzet gegrond; behandeling van de zaak wordt voortgezet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:236 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.041

    Klacht tegen uroloog. Klager is sinds 1996 patiënt van verweerder, uroloog. Klager lijdt aan plasklachten. Gedurende de eerste jaren van de behandeling is een grotendeels conservatief beleid gevoerd. Later is bij klager een operatie uitgevoerd waarbij een urostoma werd aangelegd volgens de methode Bricker. Klager is niet tevreden over de behandeling. Klager verwijt verweerder 1) dat hij klager voorafgaand aan de operatie onvoldoende en niet adequaat heeft voorgelicht over de risico’s van de operatie, 2) dat hij heeft nagelaten klager eerst een minder bezwarende therapie of operatie aan te bieden, 3) dat hij klager niet eerst nog heeft doorverwezen naar een neuro-urologisch centrum zodat in elk geval meer zekerheid over de juistheid van de indicatie zou kunnen worden verkregen, 4) dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld omdat niet uitgesloten kan worden dat door de operatie de lekkage is ontstaan, 5) dat hij onvoldoende ervaren was om de operatie uit te voeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep tegen klachtonderdeel één verworpen en klager voor het overige niet ontvankelijk geacht in zijn beroep.