Zoekresultaten 12051-12060 van de 42895 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668323 / DW RK 19/325

      Beslissing op verzet. Niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld met ontruiming en vernietiging goederen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:228 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/176

     Klacht met betrekking tot informed consent. Klaagster verwijt verweerster, gynaecoloog, haar onvoldoende te hebben voorgelicht met betrekking tot een incomplete miskraam, zoals cytotec en curettage. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-536

    Gegrond verzet. De voorzitter heeft wel de juiste maatstaf toegepast bij de beoordeling van de klacht, maar heeft ten onrechte geoordeeld dat verweerder binnen de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij van klaagster, toekomende vrijheid is gebleven. De klacht is deels gegrond. Verweerder heeft zich onnodig grievend over klaagster uitgelaten, gelet op de uitspraak die de voorzieningenrechter daarvóór had gedaan over de handelwijze van klaagster. Klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • De wrakingskamer wijst het verzoek af als zijnde kennelijk ongegrond en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling wordt genomen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108b

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Het door de huisarts omzetten van medicatie tijdens het toedienen van reeds ingezette palliatieve medicatie is naar het oordeel van het College logisch. Wat betreft het gesprek met de huisarts blijkt niet van een handeling die in strijd is met de zorg die op dat moment van haar mocht worden verwacht. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-110a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Het College volgt de keuze om een medicamenteuze dwangbehandeling te starten. De psychiater heeft geen rechterlijke machtiging afgegeven. Het College volgt de psychiater ook waarom bepaalde medicatie niet is voorgeschreven. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot schadevergoeding. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-127

    Gegronde klacht tegen een arts. De arts heeft klager gekeurd in het kader van een aanvraag WMO-voorziening. De arts heeft door met de praktijk van de behandelend huisarts van klager te bellen en te vragen naar aanvullende medische informatie, zonder medische machtiging van klager, het beroepsgeheim in twee opzichten geschonden. Enerzijds door informatie over klager te delen met de assistente, anderzijds door de assistente ertoe te brengen het beroepsgeheim van de huisarts te schenden. Ook had de arts meer informatie op mogen vragen voor het opstellen van het advies. Hierdoor voldoet het rapport niet aan de eisen. Klacht gegrond, berisping.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108a

    Kennelijk niet-ontvankelijke klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft niet gespecificeerd op welke momenten en hoe de huisarts jegens patiënte heeft gehandeld. De huisarts geeft aan dat hij niet betrokken is geweest bij de zorg jegens patiënte. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-110c

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige is niet verantwoordelijk voor de vraag of dwangmedicatie moet worden toegediend. Geen aanwijzingen dat de verpleging klager middels depot drugs inspuit, ook niet dat de gang van zaken omtrent de bloedafname onjuist is. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:206 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-141

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De schijven die klaagster op haar lichaam had vormden geen reden om een erythema migrans te vermoeden. Ook uit andere consulten komen naar het oordeel van het College geen aanwijzingen voor een erythema migrans en de ziekte van Lyme naar voren. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.